ORGAANSYSTEMEN – NIEREN EN URINEWEGEN: PRATICA’S
PRACTICIUM ANATOMIE - NIEREN EN VATEN ABDOMEN
Retroperitoneum preparaat
Nieren en bijnieren
• De nieren liggen aan weerszijden van de wervelkolom in het retroperitoneum.
o Het retroperitoneum bevindt zich achter het peritoneum parietale (= buikvlies, niet in de
lichaamsholte) dat de achterste buikwand bekleedt.
o De retroperitoneale organen worden dus niet omgeven door het buikvlies, al steken ze deels
wel in de buikholte en zijn ze aan hun buitenkant gedeeltelijk met buikvlies bekleed.
o De nieren hebben geen ophangband, ze liggen hoog tegen de rugkant aan.
o Om zicht te krijgen op het retroperitoneum zijn in het preparaat delen van het
maagdarmstelsel verwijderd
• De niervaten en ureteren liggen eveneens retroperitoneaal.
• Bij een nieroperatie ontstaat soms als complicatie een pneumothorax
o Dit komt doordat de longen aan de posterieure zijde kunnen rijken tot aan de nieren in de
recessus costadiaphragmaticus. Deze kan geraakt worden bij de nieroperatie.
1 = Rechter bijnier
2 = Linker bijnier
3 = Rechter nier
4 = Linker nier
5 = Ureter
Bijnieren
• De bijnieren (glandulae suparenales) bevinden zich rond de bovenpool van de nieren.
o De bijnieren worden ook glandulae adrenes genoemd, refererend naar het hormoon
adrenaline, geproduceerd door de bijnieren
• De bijnieren zijn niet met de nieren vergroeid
Vetkapsel
• De nier en bijnier worden goed beschermd. Zij
worden omgeven door retroperitoneaal vet en
een fascie (=bindweefsel).
• De binnenste vetlaag, die vlak om de nier heen
ligt, wordt perirenaal vet of capsula adiposa
genoemd. De Engelse term is ‘perinephric fat’.
• Meer naar buiten ligt een vezelige laag; de
fascia renalis.
• De vetlaag die buiten de fascia renalis ligt
wordt het pararenaal vet (paranephric fat)
genoemd.
, Urinewegen en blaas
• De geproduceerde urine wordt afgevoerd via de urinewegen.
• Aan de buitenzijde is (een deel van) het nierbekken (pelvis renalis, pyelum renalis) te zien.
• Na het nierbekken vernauwt de urineweg zich tot de smallere ureter. De ureter loopt omlaag in
het retroperitoneum.
• Bij de rand van het kleine bekken kruist de ureter een aantal grote bloedvaten. Uiteindelijk komt
de ureter uit in de blaas (vesica urinaria).
• De inmonding van de ureter in de blaaswand heeft een schuin verloop, waardoor reflux wordt
voorkomen
• De ureter passeert op weg naar het kleine bekken verschillende vaten: a. iliaca (communis), a.
ovarica/testicularis
Blaas
• De lege blaas, zoals in de stoffelijke overschotten, kan beschouwd
worden als een driezijdig piramide, met de apex naar voren en naar
boven gericht
• De blaas ligt subperitoneaal (onder het peritoneum)
• De fundus (basis) van de blaas is driehoekig van vorm en is naar achter
en naar onderen gericht. In de fundus monden beide ureteren uit.
• Bij vulling kan de blaas uitzetten in het extraperitoneale weefsel van de
voorste buikwand tot aan het niveau van de navel. Een suprapubische
blaaspunctie (boven het schaambeen) kan dan ook worden uitgevoerd
door de voorste buikwand heen zonder het peritoneum te beschadigen
• Een deel van de interne genitalia is gelokaliseerd in het kleine bekken:
baarmoeder (uterus), eileider (tunica uterina), eierstokken (ovarium),
prostaat, vesiculae seminales (zaadblaasjes) en deel van ductus deferens
Nier preparaten
Losse nieren
• De nier wordt omgeven door een bindweefselomhulling die strak op de nier zit, de capsula
fibrosa
• Verschillende structuren bereiken via de nierhilus (hilum renale) de holte in de nier (sinus
renalis). De sinus renalis bevat o.a. de vertakkingen van bloedvaten en lymfevaten, zenuwen en
vet
• Het gedeelte van de nier waar urine geproduceerd wordt bevindt zich in de cortex renalis en de
medulla renalis
• De medulla renalis is verdeeld in donker gekleurde driehoekige pyramides renales. Tussen de
pyramides zet de cortex zich voort als columnae renales. Een pyramide renalis eindigt met een
afgeronde top (papilla renalis) waarin vele kleine openingen te vinden zijn.
• Nadat in de schors en het merg de urine geproduceerd is, wordt de urine afgevoerd via de
urinewegen. Iedere papilla renalis sluit aan op een calix renalis minor.
• De kleinere urinewegen, de calices renales minores, komen samen om grotere urinewegen te
vormen, de calices renales majores. De calices majores komen samen om het nierbekken (pelvis
renalis, pyelum) te vormen. Vanuit het nierbekken stroom de urine verder naar de ureter.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleurheling. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.