Complete samenvatting van het vak Biologische Psychologie op het HBO Academy gegeven in leerjaar twee. De samenvatting is gebaseerd op de hoorcolleges en PowerPoints. Ook is het boek: "Het seniorenbrein" gebruikt. Zelf het tentamen afgerond met een 9,2.
College 1
Camillo Golgi visualiseerde voor het eerst de zenuwcellen via de Golgikleuring. Hij deed dit door
hersenweefsel te kleuren met zilverchromaat, door hem kwamen we er dus achter hoe de zenuwcellen
eruitzagen. Santiago Ramon y Cajal gebruikte de techniek van Golgi (Golgikleuring). Hij maakte de
cellulaire structuur van een zenuwcel zichtbaar. Door hem weten we dat er ruimte zit tussen
zenuwcellen (de synaptische spleet).
Indeling van het zenuwstelsel is in te delen in twee delen:
1. Perifeer zenuwstelsel: zenuwknopen + motorische- en sensorische zenuwen. Is opgedeeld in
autonome en somatische zenuwstelsel. Het somatische zenuwstelsel staat in bewuste controle
en kan reageren op de interactieve omgeving. Het autonome zenuwstelsel zorgt ervoor dat het
lichaam in homeostase blijft (evenwicht).
2. Centraal zenuwstelsel: bestaat uit hersenen en ruggenmerg.
De hersenen en ruggenmerg zijn beide van levensbelang. Het wordt beschermd door botten.
- Hersenen: schedel beschermt brein
- Ruggenmerg: wervelkolom beschermt het wervelkanaal/ruggenmerg
De twee delen zijn losse delen, maar zijn een onafgebroken geheel.
Tijdens biopsychologie is het van belang om goed door te kunnen navigeren door ons zenuwstelsel en
brein. Een aantal belangrijke begrippen:
1. Ventraal: aan de buikzijde gelegen (loopt door tot en met de kin).
2. Dorsaal: aan de rugzijde gelegen (bij mensen loopt dit dus door tot boven op het hoofd door de
knik die wij hebben).
De drie meest belangrijke vlakken die je moet kennen zijn:
1. Sagittale vlak: deelt het lichaam in twee helften, links en rechts.
2. Coronale vlak: deelt het lichaam van zijkant naar zijkant
3. Horizontale vlak: horizontaal
1
, Samenvatting bio pscyhologie
Andere belangrijke termen:
1. Anterieur (voor – ten opzichte van de voorkant van je hoofd)
2. Posterieur (achter – ten opzichte van de voorkant van je hoofd)
3. Superieur (boven – ten opzichte van een ander deel)
4. Inferieur (onder – ten opzichte van een ander deel)
5. Lateraal (aan de zijkant)
6. Mediaal (meer naar het midden toe)
7. Mediaan (op de middenlijn)
8. Proximaal (dichtbij)
9. Distaal (ver weg)
10. Ipsilateraal (aan dezelfde kant van de hersenhelft)
11. Contralateraal (aan de andere kant van de hersenhelft)
De grote hersenen (cerebrum) bestaat uit vier kwabben. De hersenschors is hierbij de buitenste laag
van de hersenen, het wordt ook wel de cortex genoemd. De hersenschors (cortex) is sterk gevouwen
waardoor de hersenen een gerimpeld uiterlijk hebben. Groeven (sulci) worden afgewisseld met
windingen (gyri).
De kleine hersenen (cerebellum) zijn erg belangrijk voor de beweging, balans en evenwicht. Ze zijn
belangrijk voor bijvoorbeeld een danser vanwege de balans die zich in dit hersendeel bevindt.
De hersenstam bestaat uit: de medulla/verlengde ruggenmerg, pons en middenhersenen. De
hersenstam is het oudste evolutionaire stukje hersenen. Alle primaire overlevingsreflexen ontstaan hier.
Denk aan het bijhouden van temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk (homeostase). Belangrijk
om te onthouden dat de hersenstam uit 3 stukken bestaat.
Corpus callosum is de hersenbalk. De belangrijkste functie van de hersenbalk is de verbinding tussen
beide hersenhelften. Bij muzikanten is deze brug dikker dan wanneer je geen muziekinstrument
bespeelt.
De vier kwabben in de hersenen:
1. Pariëtaal kwab
Belangrijk voor de integratie van sensorische informatie, betrokken bij aandacht en ruimtelijk
inzicht. Vangt alle sensorische informatie op (geluid, licht, gehoor etc) en maakt er 1 beeld van.
2. Temporaalkwab
Verwerken van de sensorische informatie. Is betrokken bij gehoor en taal. Ook ligt er in deze
kwab de hippocampus, belangrijk voor het aanmaken van herinneringen.
3. Occipitaal kwab
Alle visuele informatie die binnenkomt via de ogen. Diepte, afstand, locatie en identiteit van
objecten.
4. Frontaalkwab
Hier liggen de executieve functies (EF). Zoals emotieregulatie, plannen, redeneren en lange
termijn denken. Deze kwab ontwikkelt zich als laatste!
Het limbisch systeem is betrokken bij emotie en navigatie. Ook signaleert het dreigementen. Bij dreiging
geeft dit hersendeel een seintje aan de frontaalkwab en deze kwab kijkt dan of er echt daadwerkelijk
dreiging is. Limbisch systeem bestaat uit: hippocampus, amygdala en hypothalamus.
Zenuwcellen
De hersenen bestaan uit twee type cellen: zenuwcellen en gliacellen (gliacellen hoef je niet te leren).
Zenuwcellen noemen we ook wel neuronen en deze bestaan uit:
1. Cellichaam (soma)
2
, Samenvatting bio pscyhologie
2. Dendrieten (ontvangen van signalen)
3. Axon (lange uitloper waarmee het signalen kan doorsturen naar andere neuronen. Het axon is
een soort lange draad die zich aan het einde splitst in tientallen vertakkingen waarmee het
verbinding kan leggen. Zo’n verbinding wordt ook wel synaps genoemd).
Grijze stof: cellichamen en dendrieten
Witte stof: axonen
Actie/rust potentiaal
Als een neuron signalen ontvangt kan het in het cellichaam een elektrische stroom ontstaan die via het
axon uitkomt aan het eind van het axon. Deze elektrische stroom wordt een actiepotentiaal genoemd.
We zeggen dan ook wel dat het neuron: “vuurt”.
Tijdens het rustpotentiaal zijn zenuwcellen omvat door een celmembraan (buitenste begrenzing). Het
celmembraan omvat twee lagen: de binnen- en buitenlaag. Hier zitten poorten in, zodat natrium en
kalium naar binnen of buiten kunnen. Als een zenuwcel geen impuls geleidt, is de binnenkant van de cel
negatief geladen t.o.v. de buitenkant. Dit veroorzaakt een ‘spanning’ van -70 mV. Dit heet de
rustpotentiaal. Er is dan:
- Een hoge concentratie K+ ionen binnen de cel
- Een hoge concentratie Na+ ionen buiten de cel.
De Natrium-Kalium zorgt ervoor dat er steeds 3 natrium naar buiten kunnen en 2 kalium naar binnen.
Door deze pomp blijft de spanning dus -70- mV.
Maar bij de actiepotentiaal gebeurt het tegenovergestelde. We beginnen ook hier met een
rustpotentiaal van -70 mV. Door een prikkel uit de omgeving gaan de natriumpoortjes iets open,
Natrium probeert dan stukje bij beetje de cel binnen te komen. Dat lukt, waardoor er een
drempelwaarde van -60 mV wordt behaald. De poorten gaan bij deze drempelwaarde open en natrium
gaat massaal de cel in, waardoor de cel steeds positiever geladen worden tot en met +30 mV. Dit is het
actiepotentiaal. Op dit moment is er sprake van depolarisatie. Dit betekent dat de lading binnen en
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laurademeij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.