Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Theoretische Criminologie €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Theoretische Criminologie

 36 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting van de behandelde theorieën uit het vak Theoretische Criminologie zoals gegeven aan de Universiteit Leiden in het studiejaar .

Aperçu 4 sur 38  pages

  • Inconnu
  • 16 janvier 2019
  • 38
  • 2018/2019
  • Resume
avatar-seller
SAMENVATTING THEORETISCHE
CRIMINOLOGIE

CRIMINOLOGISCHE THEORIE

Criminaliteit is een complex fenomeen en het is een uitdagende taak om de vele kanten
ervan te kunnen begrijpen en verklaren. Binnen de criminologie is er sprake van een groot
dark number, een groot aantal burgers doet geen aangife of maakt geen melding van
delicten waarvan zij slachtofer zijn geworden. Ook zijn er soorten delicten die überhaupt
niet worden opgenomen in criminaliteitsrapportages zoals witeboordencriminaliteit en
huiselijk geweld.

Wetenschappelijke theorieën zijn voorlopige antwoorden op kennisvragen gebaseerd op
nauwkeurig omschreven samenhangen tussen observeerbare gebeurtenissen. Theorieën
zijn dus voorlopig, er kunnen altjd nieuwe feiten worden ontdekt door nieuw onderzoek die
niet in overeenstemming zijn met een al bestaande theorie. Welke kennisvragen men op
een bepaald moment als relevant aanschouwen ligt aan de context waarin men leef. Een
theorie vormt vaak het startpunt van handelen. Theorieën zijn slechts representates van de
werkelijkheid en zijn nooit 100% volledig: er zal altjd informate missen. Een theorie bestaat
uit drie verschillende elementen:

 Het object: ook wel de analyse-eenheid genoemd, dit is de eenheid waar een
uitspraak over wordt gedaan door de theorie. Dit kunnen bijvoorbeeld jongens zijn;
 De explanans: dit is het mechanisme, ook wel de verklaring van het verschijnsel. Dit
kan bijvoorbeeld het feit zijn dat die jongens delinquente vrienden hebben;
 Het explanandum: dit is datgene wat de theorie verklaart, dus het verschijnsel. In
ons voorbeeld is dit dat de jongens vaker zelf ook delinquent zijn.

Theorieën kunnen ook verschillende verklaringsniveaus hebben. Bij een macro-
verklaringsmodel worden er verschillen tussen groepen, klassen, landen, buurten en
samenlevingen verklaard door middel van sociale en culturele kenmerken. Bij een
microniveau worden verschillen in individuele kenmerken en omstandigheden bekeken en
verklaard. Dit onderscheid is belangrijk, maar macro en micro staan niet los van elkaar. Een
goede theorie heef elementen van zowel het
macro- als het microniveau en een beschrijving
van de relate tussen deze niveaus. Het bootje
van Coleman, zie fguur 1, geef aan hoe macro-
en microtheorieën elkaar beïnvloeden. Er zijn
nog maar weinig criminologische theorieën die in
dit bootje passen aangezien over het algemeen
een theorie op microniveau dan wel op
macroniveau verklaart. Figuur 1: Het bootje van Coleman


1

,Een veelvoorkomende fout is de ecologische fout, dit houdt in dat er verbanden op
macroniveau zijn gevonden en dat deze worden toegepast op microniveau. Een voorbeeld
hiervan is stellen dat het komt door de ooievaars in een bepaald gebied dat er veel baby’s
zijn. Maar het is aannemelijker dat het zo is dat er op het plateland meer ooievaars zijn dan
in de stad, en dat mensen in zo’n gebied vaker huisvrouw zijn en meer kinderen krijgen dan
vrouwen in de stad.

Er is sprake van causaliteit wanneer de oorzaak van een verschijnsel in tjd voorafgaat aan
dit te verklaren verschijnsel. Ook moeten de oorzaak en het te verklaren verschijnsel
statstsch correleren, de onderlinge samenhang mag niet door een andere, achterliggende
oorzaak verklaard worden. X moet dus nodig zijn om Y te doen plaatsvinden. In de
criminologie is de causaliteit ruimer dan in de natuurwetenschappen aangezien geen enkele
criminologische verklaring voldoet aan beide eisen, het is al voldoende wanneer Y altjd
voorkomt bij X. Er wordt ook wel gesproken over soft determinisme: er kan sprake zijn van
verhoogde kansen, maar het is geen gegeven, het is dan ook wel een probabilistsch concept
van de oorzakelijkheid.

Het wetenschappelijke proces heef vier pijlers: empirisme, objectviteit, sceptcisme en
zuinigheid. Empirisme houdt in dat je in het wetenschappelijke proces je bezighoudt met
het ontwikkelen en testen van theorieën op basis van de empirische werkelijkheid.
Objectiviteit houdt in dat instrumenten precies en valide moeten zijn, het eindoordeel moet
gebaseerd zijn op resultaten en niet op een persoonlijke overtuiging. Scepticisme houdt in
dat ook eigen conclusies niet permanent maar tentatef zijn. En ten slote betekent
zuinigheid dat het van belang is om het aantal mogelijke verklaringen voor bepaald gedrag
zo veel mogelijk te reduceren.
Het PTO-schema houdt in dat je van een Probleem naar een Theorie naar Onderzoek gaat.
In een bepaalde context kan een probleem ontstaan, waarvoor een theorie bedacht wordt
als een voorlopige oplossing voor dit probleem. Deze theorie wordt vervolgens onderzocht
in de empirie, en omdat de kennis blijf groeien door dit onderzoek blijf deze ontwikkeling
van theorie doorgaan. De wetenschap staat dus nooit stl.

Er zijn een aantal eisen die worden gesteld aan een theorie om deze te kunnen beoordelen.
Een theorie moet inhoudelijk logisch consistent zijn, een brede reikwijdte hebben, zuinig
zijn, toetsbaar zijn en empirische validiteit hebben. Wanneer je een theorie test moeten
deze vijf criteria langs worden gegaan. Bij bijna alle criteria geldt er, hoe groter hoe beter,
maar bij het explanandum is een beter explanandum een kleiner explanandum. Bij
zuinigheid geldt er dat een theorie die veel vormen van gedrag verklaart middels weinig
proportes voorkeur heef boven een theorie met veel proportes die slechts een bepaalde
vorm van gedrag verklaart.

Binnen de criminologie zijn er twee stromingen aan te wijzen als de fundate van de
moderne criminologie, de klassieke school en de positivistische school. De klassieke school
ontstond tjdens de Verlichtng, waarin mensen verklaringen vanuit de religie aan de kant
schoof en begon met het zelf nadenken over verklaringen voor fenomenen. De klassieke
school is dan ook gebaseerd op de gedachte dat mensen ratonele wezens zijn. De
positvistsche school staat haaks op de klassieke school en oplossingen werden geprobeerd


2

,te vinden in de biologie, men moest de werkelijkheid gaan meten, toetsen en observeren
omdat ook de rato gevoelig is voor fouten.
Rond 1930 werd er nog een andere stroming binnen de criminologie populair, de Chicago
school probeerde om de criminaliteit te verklaren vanuit de sociale omstandigheden waarin
iemand verkeert. Twee theorieën die gebaseerd zijn op de Chicago school zijn de
controletheorie en de diferentële associatetheorie.
Gedurende de jaren 60 begonnen onderzoekers te kijken naar het efect van confict en
macht op criminaliteit. Hieruit volgde de kritische criminologie. Deze gedachtegang werd
beïnvloed door de bewegingen die opkwamen voor verschillende rechten. Theorieën die
hierbij horen zijn de labeling theorie, de confictheorie en theorieën over
witeboordencriminaliteit.
In de jaren 80 kwamen Reagan en Bush aan de macht in de Verenigde Staten, zij waren
rechts en zorgden voor een algehele conservatevere kijk op criminaliteit in de VS. Crimineel
gedrag werd niet meer toegeschreven aan de samenleving maar was de schuld van het
individu zelf. Dit is de conservatieve criminologie. Er werd in deze stroming ontkend dat de
overheid ook maar iets met een stjging in criminaliteit te maken heef. Fouten in de
menselijke natuur of intelligente, morele armoede, publieke wanorde en anders denken
door daders zouden redenen zijn waarom criminaliteit plaatsvindt. Criminaliteit vindt
volgens deze stroming dan ook plaats omdat het in onze samenleving wat oplevert. De
nadruk ligt in deze stroming op afschrikking, de functe van strafen verschuif van specifeke
prevente zoals in de llassieke school naar generale prevente.
De huidige criminologie is gebaseerd op een mis van oude en nieuwe denkwijzen. Nieuwe
focuspunten zijn het bio sociologische perspectef en de levensloopcriminologie.


SPIRITUALISME

Het spiritualisme is een manier om criminaliteit te verklaren wat al erg oud is. Het gaat hier
om het goede en het kwade, er werd lang gedacht dat criminelen bezeten waren door de
duivel. Er werden ook verschillende omstreden methoden gebruikt om uit te vinden of een
dader schuldig was. Trial by batle gaf het slachtofer bijvoorbeeld de mogelijkheid om het
gevecht met de dader aan te gaan, de onschuldige zou winnen omdat God hem zou
steunen. Ook compurgaton is een manier om schuld of onschuld te bewijzen, wanneer een
specifek aantal mensen zou zweren dat de beschuldigde onschuldig is, zou deze worden
vrijgesproken, omdat niemand zou liegen onder ede uit angst voor de straf van God.
Het grootste probleem met het spiritualisme is dat dit niet wetenschappelijk bewezen kan
worden omdat de oorzaak van criminaliteit volgens deze theorie buitenaards is.


DE KLASSIEKE SCHOOL

De klassieke school zoekt naar de oorzaak van crimineel gedrag in de crimineel zelf, elk
persoon wordt gezien als een ratoneel wezen dat een eigen vrije wil heef en de keuzes die
hij maakt op een ratonele manier afweegt. Daders zijn dus ratoneel handelende actoren
die een keuze maken op basis van de afweging van de kosten en baten van bepaald gedrag.



3

, In de tjd van de Verlichtng ging men steeds meer nadenken over de plek van de mens in de
samenleving en wat de beste regeringsvorm is, in deze tjd kwam ook de criminologie op.
Bekende namen uit de llassieke School zijn Cesare Beccaria en Jeremy Bentham. De ideeën
van Beccaria zijn terug te vinden in de huidige criminologische theorieën. Hij stelde dat
mensen niet al bij de geboorte bestemd zijn voor een bepaalde sociale klasse maar dat je
tjdens het leven kan stjgen op de maatschappelijke ladder. Volgens Beccaria beschikt de
mens van nature over ratio, het vermogen om logisch na te kunnen denken. De mens maakt
keuzes uit verschillende gedragsalternateven, hierbij wordt er een kosten-batenafweging
gemaakt tussen de kosten en de baten van bepaald gedrag.
Het doel van strafen moet volgens Beccaria speciale prevente zijn, het gaat hier om
deterrence, afschrikking. Deterrence bestaat uit celerety, snelheid, certainty, zekerheid en
severity, zwaarte. De straf moet precies zo hoog zijn, dat deze de kosten van het delict even
hoog maakt als de baten die dit op zou leveren. Strafen moeten volgens hem ook passen bij
het delict, en niet bij de persoon van de dader, strafen zijn voor iedereen dus gelijk.
Ook Bentham is een belangrijke denker binnen de llassieke School. Hij stelde dat hoe
zekerder en hoe sneller een straf wordt opgelegd, des te groter de afschrikkende werking is
om mensen van het plegen van misdrijven af te houden. De dader moet er eigenlijk op
kunnen rekenen dat hij gestraf zal worden wanneer hij een crimineel feit pleegt. De
zwaarte van de straf zou volgens Bentham pas van belang worden als er aan de andere twee
voorwaarden van zeker- en snelheid niet of in mindere mate kan worden voldaan. Dit
omdat zeer zware strafen het gezag mogelijk kunnen ondermijnen, Bentham was ook geen
voorstander van de doodstraf, want hoe zwaarder een straf, hoe onwaarschijnlijker dat deze
ook wordt toegepast. Het is dus kortom beter om te dreigen met een lichte straf die zeker
is, dan een hele zware straf die onzeker is.

De klassieke school verklaart criminaliteit dus op microniveau en gaat ervan uit dat mensen
een vrije wil hebben. Men kiest ervoor om de wet te gehoorzamen of te overtreden door
een ratonele afweging te maken tussen de kosten en de baten van dit gedrag. Het doel van
de strafwet binnen deze stroming is het voorkomen en het afschrikken van crimineel
gedrag.

Binnen de klassieke theorie is het object ieder mens, uitgezonderd van kinderen en
geesteszieken. Dit is het object omdat ieder mens, behalve deze twee groepen, is in staat
om rato te gebruiken. Het explanans is hier de ratonele kosten-batenafweging die mensen
maken ten aanzien van gedrag, en het explanandum zijn wetsovertredingen. De theorie van
de llassieke school is in feite oneindig, het kan ook op andere gebieden dan het strafrecht
worden toegepast.

Deze klassieke theorie kan over het algemeen als logisch worden beschouwd, de reikwijdte
van de theorie is ook erg groot. Daarnaast is de explanans erg breed, wat de theorie wel
abstract maakt. Het explanandum is wel specifek, want de regels staan vastgelegd in de
wet. De theorie is ook zuinig want er zijn weinig begrippen nodig om de theorie weer te
geven en toe te passen. De testbaarheid van de theorie is echter wel twijfelachtg, in de tjd
dat de theorie werd opgesteld werden theorieën nog niet getest. Later onderzoek heef
deze theorie wel geprobeerd te testen, waaruit komt dat strafen delinquente tegengaat.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elianneverhelst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67866 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter