Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Sociaal Wetenschappelijk kader 4: Sociologisch denken €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Sociaal Wetenschappelijk kader 4: Sociologisch denken

 29 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Haiii, in dit document heb ik een samenvatting geschreven van het vak Sociaal Wetenschappelijk Kader 4: Sociologisch denken, op de Hogeschool van Amsterdam. Ik heb zelf een 7 behaald voor het tentamen, doormiddel van deze samenvatting! In deze samenvatting komen alle 10 de hoorcolleges aanbod....

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 12 avril 2024
  • 40
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hogeschool van Amsterdam Pedagogiek
Eerste jaar, blok 4.




Sociaal Wetenschappelijke Kader 4: Sociologisch denken
Samenvatting + begrippen

, Hoorcollege 1:
Wat is sociologie?
I. Wat is sociologie?
.. En waarom is dit belangrijk voor pedagogen?
Het is systematisch onderzoeken van de samenleving.
 Algemene patronen in gedrag
 Invloed samenleving op gedrag- en andersom
Je denkt na over welke invloed heeft de samenleving invloed op mij, op mijn
opvoeding, over hoe ik denk, en andersom?
 Sociologische perspectief
Dat je loslaat van het idee dat alles wat jij nu doet en bepaalt puur komt van je eigen
vrije wil, maar dat je beseft dat er ook heel veel is gevormd door de maatschappij
zelf, dus de omgeving waar wij in leven.
Sociologisch perspectief  Het kunnen loslaten van het idee dat keuzes individueel zijn en
het aannemen van het idee dat we door onze omgeving beïnvloed worden. Dus het loslaten
van dat alles maar aan jou ligt of aan een ander, en het aannemen van het idee dat we
maatschappelijke gevormd zijn, dus maatschappelijke dieren zijn.
Vanaf sociologisch perspectief bekijk je de vraag erg breed. Pedagogen zijn hele platte,
simpele mensen. Zij zijn hoe kan ik. Maar ze denken niet van waar komt het vandaan? Vanaf
sociologisch perspectief probeer je het groter te maken.
Functies van pedagogen:
 Kritisch (pedagogische) reflectie
- Kritische blik op alledaagse denken
Dingen die we normaal vinden, om te bedenken maar is dit wel normaal?
- Sociale activatie
 ‘Spelinzicht’
- Weten hoe dingen ontstaan
- Weten hoe dingen veranderen
Als socioloog weet je hoe dingen ontstaan en hoe je dingen moet veranderen.
Al dit bij elkaar is het sociologische perspectief.

II. Ontstaan sociologie
.. en waarom is dit belangrijk voor pedagogen?


 Franse revolutie (1789):
Standenmaatschappij verdween (Piramide, adel, geestelijke, boeren).
We gaan niet zeggen dat hier sociologie ontstond, maar we kunnen wel zeggen dat dit een
groot impact had.
 Verdwijnen kerkelijke macht: secularisering
De kerk die voert geen sociale controle meer op, en ineens moet je gaan bedenken wat je
zelf wilt.
De standen samenleving en de kerk viel weg en mensen vertrokken uit de dorpen. Ze
moesten naar de steden verhuizen. Hierdoor ontstond de Industriële revolutie (19e eeuw)

,Deze had bepaalde gevolgen:
- Arbeidsdeling
Je had nu zelf niks meer te zeggen. Je moest gaan werken in de arbeid.
- Verstedelijking
Je woont met ze alle in de stad en je hebt weinig ruimte. Hierdoor ontstaan er nieuwe
problemen in de samenleving zoals; vervuiling, overlast etc. Hierdoor moeten mensen
opeens nieuwe ideeën bedenken om die problemen tegen te gaan. Hoe gaan wij die
problemen tegen? Wat willen we nou? Waar komen die problemen vandaan?
Hier begint dus het sociologisch denken.


Klassieke sociologen & kernbegrippen
Tonnies:
- Van gemeinschaft naar gesellschaft. Je bent wel in elkaars gemeenschap, maar je bent niet
met elkaar in gezelschap. Je bent fysiek met elkaar, maar de sociale cohesie is minder
geworden. Het is de overgang van een traditionele gemeenschap (gemeinschaft), waarin
mensen met elkaar verbonden zijn en sterke sociale banden hebben, naar een moderne
samenleving (gesellschaft), waarin individuen meer geïsoleerd zijn en zijn de sociale relaties
vaak gebaseerd op functie.
Marx:
Het idee dat arm en rijk in conflict met elkaar zijn. In de industriële revolutie ontstond er veel
verschillen tussen arm en rijk. De armen waren arbeiders, en de rijken waren bazen van die
fabrieken  Arbeidsindeling.
Door de arbeidsindeling ontstond er vervreemding. Hiermee wordt er bedoeld dat mensen
vervreemd raken van zichzelf. Ineens heb ik niks meer te zeggen, nu ben ik een lopende
band en heb ik niks meer te zeggen.
Marx voorspelde ook dat er een revolutie zou komen. Mensen zouden in opstand komen,
omdat zij het niet eens waren met de arbeidsindeling.
Durkheim:
- Het de sociale als eigensoortige werkelijkheid. Een persoon kan zich heel anders
gedragen, wanneer hij/zij zich in een groep bevind. Als je een kind 1 op 1 spreekt dat is die
heel erg lief, maar als je hem in een groep spreekt is die een bitch. Mensen gedragen zich
anders in groepen dan individueel.
- Grenzen/voorwaarden individualisme
We worden steeds zelfstandiger. Maar waar liggen eigenlijk de grenzen? Je kan niet als
maar voor jezelf kiezen, want op een gegeven moment wordt dat te veel.
- Anomie
Het idee dat op het moment dat iedereen voor zichzelf gaat dan ontstaat er een soort van
goddeloosheid. Je kan alles doen zolang jij er maar profijt van hebt. Waarom zou ik geen
laptop stelen als het alleen om mij gaat? Mensen vervallen dus in grenzeloosheid, ze doen
alles voor zichzelf.
- Van mechanisch naar organisch solidariteit. Vroeger waren mensen solider aan elkaar
omdat ze allemaal op elkaar lijken. Ze waren allemaal boeren. Later kwam er meer diversiteit
en hadden ze elkaar nodig. Mensen gingen verschillen van elkaar, je hebt elkaar nodig.
Weber:
- Naarmate we moderner worden, worden mensen meer rationeler. We bedenken gewoon
van hou je eigen theorie voor je vertel me gewoon waar ik iets aan heb. Niet op mate van
gevoel.

, Rationalisering is het verklaren van gedrag, wat uit het onbewuste komt.
- De ‘onttovering’. Mensen geloofden vroeger in dat God dingen deed voor een reden. Als je
vreemdging dan was dat omdat God dit wou, en het gezegde ‘Wie goed doet, wie goed
ontmoet’. In de stad verdween dit. Mensen wilde gewoon hun leven leven, en het maakte
hun niet zoveel uit.
- Waardevrijheid is het idee dat je niet vanuit liefde, rechtvaardigheid en god gaat redeneren,
maar objectief kijkt. Je moet beschrijven wat je ziet. Je moet mensen gaan uitleggen wat ze
aan iets hebben.
III. Sociologische blik op de wereld
Analyseniveaus en theoretische benaderingen
Er zijn verschillende invalshoeken waarmee je kijkt naar de sociale wereld.
Analyseniveaus 
 Microniveau
Direct persoonlijke ‘face to face’ contact met andere mensen. Met mensen op
individueel zijn.
 Mesoniveau
Concrete organisaties en instellingen. School, huisarts, voetbalclub.
 Macroniveau
Samenleving en haar instituties. Hoe groot is het? Het ministerie van binnenlandse
zaken, het weer, het klimaat, algemene denkbeelden wat mensen hebben.
Wat is een theorie?
 Een toetsbare verklaring van iets, gebaseerd op een geheel van samenhangende
waarnemingen.
Het gaat er dus om dat je verschillende dingen constateert, en aan de hand daarvan zie je
een samenhang en kan je dingen voorspellen. Ik zie A en B, daaruit is het C. Je moet het wel
toetsen, anders wordt het een geloof.
- Hoe dingen samenhangen
- Toetsbare voorspellingen


Theorie en theoretische benaderingen
Dit bestaat uit 4 stromingen:
 Structureel functionalisme
De maatschappij is een lichaam. Gericht op sociale structuur en sociale functies. De
maatschappij heeft structuren, onderdelen en die hebben allemaal functies.
- Manifeste en latente functies
Dure woorden gebruiken. Bij manifeste hebben het hierover gevolgen die je ook
voorzien had. Voorbeeld, je gaat naar school en je wordt pedagoog. Je wil dat
worden, maar je weet de gevolgen. Je ziet het vooraf aankomen, je manifesteert het
vooraf. Bij latente is iets wat eruit voortvloeit, maar dat heb je niet vooraf gezien.
Voorbeeld, op school heb je mensen leren kennen maar dat is niet waar school
bedoeld is.
- Sociale disfunctie
Soms heb je ook averechtse functies. Er gebeuren ongeziene dingen, wat zo niet
bedoeld is. Voorbeeld, een uitkering was niet gecreëerd om geld te geven aan
mensen en dat die mensen dan de hele dag thuis zitten en niks te doen. Waarom zou
je nog gaan studeren als je een uitkering hebt? De functie van een uitkering was daar

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maradreijer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter