DIPLOMATIEKE, CONSULAIRE EN
INTERNATIONALE AMBTEN
Prof. dr. Cédric Van Assche
Academiejaar 2021-2022
,DEEL 1: DIPLOMATIEK RECHT
2
, MODULE 1: ALGEMENE INLEIDING
We gaan de materie in dit vak op een enerzijds theoretische en anderzijds praktische manier
benaderen via casussen en praktische oefeningen.
De inhoud van het vak beslaat twee grote delen:
- Diplomatiek recht
- Consulair recht
Het eerste belangrijke document zijn de Course Outlines, die de structuur van de lessen gedetailleerd
uitlijnen. Er zijn er twee, één voor het diplomatiek recht, en één voor het consulair recht.
- Deze structuren moet je telkens goed bijhouden bij het beluisteren van de lessen en het
instuderen van de materie voor het examen.
- Voor zij die bijzondere interesse in het vakgebied hebben, is er telkens een beknopte
bibliografie opgenomen met de voornaamste naslagwerken en artikelen.
Het examen:
- Een mondeling examen zonder voorbereidingstijd.
- Het bestaat uit theoretische vragen maar ook uit casussen.
- Een document met mogelijke examenvragen staat op Canvas.
1. DIPLOMATIEK RECHT IN DEZE CURSUS
1. Diplomatiek recht in theorie: In dit deel van de cursus wordt onder meer ingegaan op de
totstandkoming en het verloop van diplomatieke betrekkingen, de categorieën van
diplomatieke missies, de rechtspositie in het volkenrecht van staatshoofden, regeringsleiders,
ministers en diplomatieke ambtenaren, het diplomatiek corps, status en functies van
diplomatieke missies, plichten van diplomatieke missies, diplomatiek asiel, leden van de
diplomatieke missie, diplomatieke onschendbaarheid, diplomatieke voorrechten en
immuniteiten, en de sancties die in het diplomatiek recht beschikbaar zijn.
2. Diplomatiek recht in de praktijk: In dit deel van de cursus zullen relevante rechtspraak en
statenpraktijk worden bestudeerd en besproken. Bovendien zullen de studenten regels en
beginselen van het diplomatiek recht toepassen op feiten door (echte of fictieve) problemen
op te lossen (problem-based learning) om een beter inzicht te krijgen in het diplomatieke
recht in de praktijk.
2. WAT IS DIPLOMATIEK RECHT?
à Diplomatiek recht is een tak van het algemeen internationaal publiekrecht.
- Het intl publiekrecht kent verschillende takken (intl strafrecht, recht vd VN, intl humanitair
recht, intl economisch recht, intl zeerecht, etc.), en het diplomatiek recht is hier ook een
onderdeel van.
3
,Men onderscheidt het diplomatiek recht van diplomatie
- Diplomatie is een tak van de politieke wetenschappen, wat totaal iets anders is dan het
juridische diplomatiek recht.
- De methodologie die we gaan hanteren is dus de juridische methodologie van het
internationaal publiekrecht.
- Uiteraard zijn er raakvlakken tussen het diplomatiek recht en de diplomatie, maar diplomatiek
recht blijft een juridische discipline.
2.1. KORT OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN
à De bronnen van het diplomatiek recht zullen dus de bronnen zijn van het internationaal recht.
- We zullen verdragen overlopen, het intl gewoonterecht is ook een belangrijke bron, maar ook
andere bronnen en hulpmiddelen (zoals rechtsleer en rechtspraak) zullen hier ter sprake
komen.
- Zie de Diplomatic Law Reader
o Hier vind je een verklarende woordenlijst van belangrijke diplomatieke termen.
o Een opsomming van alle belangrijke verdragen met een link naar de teksten.
o Ook een link naar een methodologische webpagina.
o Een bibliografie van de voornaamste naslagwerken.
2.1.1. BELANGRIJKSTE VERDRAGEN
Het belangrijkste verdrag is het Weens Verdrag inzake Diplomatiek Verkeer (Vienna Convention on
Diplomatic Relations, 1961).
- Dit verdrag is een wijdverspreid en wijd-geratificeerd verdrag. 193 staten zijn partij bij dit
verdrag.
>< Voor het consulair recht heeft men het Weens Verdrag inzake Consulair Verkeer (Vienna
Convention on Consular Relations, 1963).
- Bij dit verdrag zijn 180 staten partij.
Voor de bijzondere zendingen (zie later) hebben we de Conventie van New York (New York
Convention, 1969).
- Hierbij zijn 33 staten partij.
De andere verdragen zullen we later bespreken.
2.1.2. RECHTSPRAAK VAN HET IGH EN ARBITRAGE RECHTSPRAAK
Zie later.
2.2. RECHTSPOSITIE
4
,Diplomatiek recht behandelt de rechtspositie van organen die belast zijn met het voeren van de
externe betrekkingen tussen staten en/of IO’s.
2.3. ORGANISATIE VAN HET DIPLOMATIEK VERKEER
Twee wijzen:
1. Het vestigen van diplomatieke betrekkingen (DB) – the establishment of diplomatic relations.
o Dit gebeurt bij wederzijdse goedkeuring. Het is een vrije en discretionaire
bevoegdheid – staten zijn niet verplicht om DB aan te knopen.
§ In dit verband stelt Art. 2 van de Conventie van Wenen (inzake Diplomatiek
Verkeer, 1961) onder meer dat “the establishment of diplomatic relations
takes place by mutual consent”
§ Er is dus een akkoord nodig voor het vestigen van DB.
® Dit kan een formeel akkoord zijn (bv. een verdrag)
® Maar kan ook een informeel akkoord zijn (een solo consensu
akkoord) waar bv. twee staatshoofden beslissen (mondeling of bij
een diplomatieke nota) om DB aan te knopen zonder dat er sprake is
van een verdrag (treaty).
2. Het actief en passief legatierecht – right of legation – ius legationis.
o Deze term is in feite misleidend en beantwoordt niet meer aan de huidige visie.
§ Het legatierecht is in feite geen recht maar een vrije en discretionaire
bevoegdheid van elke staat.
® Elke staat kan een permanente diplomatieke zending versturen of
ontvangen op zijn grondgebied maar dit gebeurt o.b.v. een akkoord
tussen de twee staten à het is dus eerder een discretionaire
bevoegdheid voor staten i.p.v. een recht (maar ze moeten dus wel de
toestemming van de andere staat verkrijgen).
o Het legatierecht bestaat uit het versturen (actief) of het ontvangen (passief) van
permanente diplomatieke zendingen (cf. Ambassade of een andere zending).
§ Dit gebeurt ook bij wederzijdse toestemming – zie Art. 2 van Conventie van
Wenen (’61): “The establishment of permanent diplomatic missions takes
place by mutual consent.”
® Dit kan o.b.v. een formeel of informeel akkoord.
o Het legatierecht is ook van toepassing op de bijzondere ad hoc zendingen en op het
versturen en ontvangen van Permanente Vertegenwoordigingen en Delegaties.
à Het vestigen van DB impliceert niet ipso facto het versturen of ontvangen van permanente
diplomatieke zendingen of andere zendingen.
- Het versturen van een ambassade in het buitenland kost zeer veel geld:
o Je moet een gebouw aankopen/huren, personeel aanwerven en lokaal personeel.
- Microstaten (hele kleine staten) beschikken niet over het budget om 195 ambassades te
openen wereldwijd.
o à Er is een mogelijkheid voor staten om DB aan te knopen zonder een ambassade of
permanente diplomatieke zending te versturen naar het buitenland.
5
, § Bv. Nederland en Kiribati hebben DB aangeknoopt, maar Kiribati heeft geen
ambassade geopend in Den Haag. Kiribati heeft een Ambassadeur aangesteld,
maar die blijft op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (MBZ) van Kiribati.
§ Dus het kan zijn dat een Ambassadeur niet op het grondgebied van de
ontvangende staat verblijft, maar op het MBZ van de zendstaat.
2.3.1. ZENDSTAAT EN ONTVANGENDE STAAT
à Sending state en receiving state, état accreditant en état accreditaire.
2.4. ORGANEN VAN DE STAAT BELAST MET HET VOEREN EN BEHARTIGEN VAN DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
à 2 categorieën:
- De centrale organen van de staat
o Het staatshoofd
§ Art. 167 vd grondwet: de koning heeft de leiding over de buitenlandse
betrekkingen van België.
o De regeringsleider: de Eerste Minister
o De Minister van Buitenlandse Zaken
§ We zullen later de rechtspositie van deze drie personen (= de triade)
bespreken.
- De externe organen
o Diplomatieke zendingen (permanent of ad hoc)
o Permanente Vertegenwoordigingen (permanent representations)
§ Zendingen die gevestigd zijn bij een IO.
o De consulaire posten (consular posts)
3. BRONNEN VAN HET DIPLOMATIEK RECHT
Onderscheid:
- Internationale bronnen: het intl diplomatiek recht regelt hoofdzakelijk de materie
o à De voornaamste bronnen vh diplomatiek recht zijn dus het intl gewoonterecht en
de verdragen.
§ Gewoonterecht: 2 vereisten
® Objectief of materieel element: de statenpraktijk, die constant,
uniform en effectief moet zijn.
® Subjectief element: opinio iuris civi necessitates. Staten moeten de
mening hebben dat ze die regel als juridisch verplicht aanvoelen.
® Bv. bij de onschendbaarheid van staatshoofden of regeringsleiders:
deze personen kunnen niet aangehouden worden o.b.v. een regel van
intl gewoonterecht. De statenpraktijk is hier constant, uniform en
effectief: een onderzoeksrechter zal geen aanhoudingsmandaat
6
, uitvaardigen krachtens zulke personen omdat er een opinio iuris
bestaat hieromtrent.
® Het gewoonterecht is de oudste bron van het diplomatiek recht.
Delen hiervan zijn gecodifeerd en andere delen zijn aan progressieve
ontwikkeling onderdanig geweest en worden dan in verdragen
gegoten.
§ Verdragen
® Conventie van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer (1961). Dit regelt
de status vd permanente diplomatieke zendingen.
® Conventie van New York inzake de speciale/bijzondere zendingen
(1969). Dit behandelt de ad hoc zendingen.
- Nationaal recht: die de intle bronnen uitwerken of vervolledigen.
o Nationale wetgeving, nationale regelgeving, nationale rechtspraak.
o Dit is uiteraard ook belangrijk. Later zullen we arresten vh Belgisch Hof van Cassatie
bespreken die nadere invulling geven aan het diplomatiek en consulair recht.
7
, MODULE 2: HISTORISCH OVERZICHT VAN DE DIPLOMATIE EN HET
DIPLOMATIEK RECHT
2 onderscheiden:
- Bilaterale >< multilaterale diplomatie
- Ad hoc >< permanente diplomatie
1. PERIODE 1: AD HOC BILATERALE DIPLOMATIE
à Dit is de oudste vorm van diplomatie die er bestaat.
1.1. IN HET VERLEDEN
Deze vorm bestond al in het Oude Egypte:
- Koning Ramses die gezanten stuurde naar de Hittiten en andere naburige volkeren.
In het Oude Griekenland was dit ook aanwezig:
- Oorlog van Troje: Grieken en Trojanen stuurden gezanten naar elkaars kamp.
- Gezant in het Grieks is Pres beutes (?) en pres beutis betekent gezantschap.
Ook in het Oude Rome bestond bilaterale ad hoc diplomatie:
- Legatus: gezant; legatio: gezantschap.
- Cf. Gallische Oorlog waar Caesar gezanten verstuurde naar de Gallische stammen.
Ook in het oude India en het oude Byzantijnse Rijk bestond ad hoc bilaterale diplomatie.
1.2. WAT HIELD DIT IN?
Dit was het versturen en ontvangen van diplomatieke gezanten (soms Ambassadeurs genoemd, maar
meestal gezant) om bijzondere aangelegenheden en bijzondere kwesties te regelen zoals het sluiten
van een vredesverdrag, een militaire alliantie, een handelsverdrag; of de kennisgeving van een claim
of een oorlogsverklaring.
Het ius legatorum (het recht van die gezanten) schrijft voor dat deze gezanten over een persoonlijke
onschendbaarheid beschikken.
- Dus de persoonlijke onschendbaarheid vd diplomatieke gezanten (of Ambassadeurs) was een
regel en is dit nog steeds in het diplomatiek recht.
- Deze onschendbaarheid is enerzijds een verbintenis om deze personen met het nodige
respect te behandelen en anderzijds een negatieve verplichting om deze personen niet te
arresteren, aanhouden of in detentie te houden.
8