ANATOMIE = inleiding + weefsels
INLEIDING: HOMEOSTASE EN FEEDBAK
M = muscle = spierstelsel maakt beweging mogelijk, zorgt voor stevigheid en produceert
warmte
U = urinair = urinair (excretie) stelsel verwijdert overtollig water, zouten en afvalstoffen.
R = respiratoir = ademhalingsstelsel transporteert lucht naar plaatsen waar gaswisseling
plaatsvindt tussen de buitenlucht en het circulerende bloed, en produceert geluid.
D = digestief = spijsverteringsstelsel verwerkt voedsel, neemt voedingsstoffen op en
verwijdert afvalstoffen
E = endocrien = endocrien stelsel reguleert langdurige veranderingen in de activiteit van
andere orgaanstelsels.
R = reproductief = voortplantingsstelsel van de man produceert geslachtscellen en
hormonen; het voortplantingsstelsel van de vrouw produceert oog geslachtscellen en
hormonen, maar ondersteunt tevens ook de embryonale en foetale ontwikkeling van
bevruchting tot geboorte
S = skelet = Het skelet biedt ondersteuning, beschermt weefsels, is een opslagplaats voor
mineralen en vormt bloedcellen
Menselijk lichaam streeft naar homeostase = het in evenwicht houden van interne milieu
van lichaam (ook op cellulair niveau = cel yoga)
Bv = - lichaamstemperatuur - bloeddruk
- Bloedsuikergehalte - bloed- en weefselzuurstof en koolstofdioxidegehaltes
- Zuurtegraad van - water- en elektrolytenhuishouding
Lichaamsvloeistoffen
Verstoring van balans = gevaar voor welzijn van individu = diabetes
receptor = meet waarde van parameter
control centrum = vergelijkign naar setpoint
effector = verhoogt of verlaagt waarde van parameter
om zo dicht mogelijk bij setpoint te komen vgl
snelheidslimiet
positieve terugkoppeling = niet gestreefd naar
evenwichtswaarde maar naar toename of juist afname
➔ bv. fruit rijpen, ovulatie, coagulatie of bloedstolling
negatieve terugkoppeling = homeostase
INLEDING: ANATOMISCHE POSITIE
Topografische anatomie
Rechts links
Dexter sinister
,Zijden
mediaal lateraal
(midden) (buitenkant)
Ventrale zijde Dorsale zijde
(V= voorzijde of ventre) (D van dos of rug)
Anterior posterior
(voor) (achter)
Craniale zijde caudale zijde
(bovenste zijde) (onderste zijde)
Superior inferior
(boven) (onder)
Horizontaal frontaal sagitaal
=transversaal voor/achter linker/rechterdeel ➔ midsagitaal
Craniaal/ caudaal gedeelte
,WEEFSELS: HISTOLOGIE
- epitheelweefsel (of dekweefsel)
- bindweefsel (of steunweefsel)
- spierweefsel
- zenuwweefsel
EPITHEELWEEFSEL
= bedekking van verschillende lagen cellen voor in- en uitwendige oppervlakken
- dicht op elkaar
- apicaal oppervlak aan vrije zijde
- liggend op basale membraan
- avasculaire structuur (zonder bloedvaten)
- regeneratie (continue vervanging)
- eenlagig of meerlagig ➔ bescherming, doorlaatbaarheid, zintuigfunctie
EENLAGIG
Plaveiselepitheel
• Platte cellen (afgevlakt)
• Dicht tegen elkaar (als tegels/speigeleieren)
• Diffusie
Bv: bloedvat, longblaasje, peritoneale holte
Kubisch epitheel
• Kubusvormige cellen (vierkant)
• Geordende rij
• Secretie, absorptie, excretie
Bv: klieren, nierbuisjes
Cilindrisch epitheel
• Cellen met rechthoekige vorm
• Geordende rij hoge cellen met microvilli
• Afscheiding, opname
Bv: klieren, maagdarmkanaal
MEERLAGIG
Gelaagd plaveiselepitheel
• Platte cellen aan bovenzijde
• Meer cylindrisch vormige cellen aan onderzijde
• Mechanische belasting
Bv: huid, bekleding mond, tong, slokdarm, anus
Overgangsepitheel
• Uitrekken en terugveren
Bv: blaas
Pseudogelaagd epitheel
• Celkernen niet op dezelfde hoogte
• Meestal met trilharen
Bv: bekleding neusholte, trachea, bronchiën
, KLIEREPITHEEL
- exocrien = uitscheiding naar buitenwereld of spijsverteringskanaal
Bv: traanklier, zweetklier, melkklier, speekselklier, spijsverteringsenzymes
Secretieproces : -merocrien = mbv
klierblaasjes=exocytose
zweetklier, speekselklier, pancreas
-apocrien = apicaal
cytoplasma gaat verloren
melkklier
-holocrien = kliercel
scheurt open => talg
- endocrien = uitscheiding naar bloedbaan, weefsel
Bv: insuline, glucagon afgescheiden door endocriene pancreas ter regulering
van bloedsuikerspiegel, schildklier, hypofyse
In alvleeskier vinden we beiden
EXFOLIATIEVE CYTOLOGIE (pg 120-121)
Cellen verzameld uit vloeistoffen Losmazig = los netwerk van
Luchtwegen (bronchubrush) elastinevezels en
Spijsverteringskanaal collageenvezels met daar
Urinewegen (onderzoek op urine) tussenin fibroblasten,
Voortplantingsorganen (uitstrijkje) pigmentcellen, lymfocyten,
Bv: opsporen kanker, genetische afwijkingen vetcellen en de matrix
BINDWEEFSEL
= weefsle waarbij gespecialiseerde cellen zijn terug te vinden, extracellulaire eiwitvezels en
vloeistof (grondsubstantie
- steun en vorm
- stevigheid en bescherming
- transport van stoffen
- opslag van energiereserves
- verdediging van lichaam
IN STRIKTE ZIN
De aanwezige celtypen
- fibroblasten (bindweefselvezel- producerende
cellen)
- macrofagen
- vetcellen of adipocyten
- mestcellen of mastocyten = immuuncel (korrelig
cytoplasma)