Hoofdstuk 1: Wat is filosofie?
1. Inleiding
Multiple Personality Disorder MPD = Dissociative Identity Disorder DID:
- Typisch voor de VS in jaren 80 en 90 ervoor was het nog onbestaand
- Maar is het wel echt? Heeft de persoon wel effectief de symptomen van de stoornis
die veroorzaakt worden door iets natuurlijks, of doet de persoon alsof om aan zijn
verantwoordelijkheden te ontkomen?
- Mensen die beweren dat het echt is: zeggen dat het natuurlijk is en er altijd geweest
is, maar dat we het vroeger niet konden diagnosticeren, omdat we er niet
over bedacht waren
- Mensen die beweren dat het niet echt is: wordt het veroorzaakt door een bepaalde
therapeutische context die kwetsbare individuen suggereert dat ze
verschillende persoonlijkheden hebben en dat ook aanmoedigt om het te
hebben?
- 24 persoonlijkheden: ligt de verantwoordelijkheid dan bij het individu, én kunnen we
de alter ego’s straffen?
- Wat betekent het dat we maar 1 persoonlijkheid hebben? Je past je wel aan aan de
situatie, maar is dat voldoende om te spreken van verschillende persoonlijkheden?
Wat is filosofie?
- Dat is zelf een filosofische vraag en op grond waarvan noemen we iets filosofisch?
- Filosofie: een opsomming van kenmerken of eigenschappen die je vindt bij alle
filosofen/ filosofieën en uitsluitend bij filosofen en filosofieën
- Reeks eigenschappen en kenmerken toe-eigenen + die tegelijkertijd uitsluitend van
toepassing zijn op de filosofie
- Ethymologie: liefde voor de wijsheid of een verlangen om te weten
- Ambrose Bierce: ‘Een stelsel van wegen die van nergens naar niets leiden’ veel
filosofen houden zich bezig met onmogelijke vragen, waar geen eensluidend
en uitsluitend antwoord op gegeven kan worden (bv. Wat is Filosofie?)
- Filosofie is een vreemd onderwerp, want de filosofen kunnen onderling niet
overeenkomen over wat filosofie juist is en waarover het gaat
2. Drie aspecten: attitude, methodologie, domein
Filosofie:
- 25 eeuwen oud eerste Griekse filosofen
- Sokrates: drinkt de gifbeker, terwijl hij omringd is door zijn leerlingen die treuren
Sokrates zegt dat ze niet bedrukt mogen zijn, omdat hij zegt dat wat
hem overkomt niet zo erg is hij relativeert = een filosofische houding
- Aristoteles: alle mensen verlangen van nature naar wijsheid en weten, ook
wetenschappers en gelovige mensen
1
,Filosofie: is een kritisch rationele reflectie van al wat is in veel definities wordt de kritische
kracht van de filosoof benadrukt, en wordt filosofie gelijkgesteld aan ‘kritisch denken’
filosofen stellen vooral veel dingen in vraag, die anderen vanzelfsprekend vinden
Descartes:
- Kritisch denken staat centraal, doorgedreven door twijfel je gaat twijfelen aan
zintuigelijke waarnemingen, wiskunde, andere filosofen, bestaan van de wereld…
- Descartes redeneerde dat het mogelijk is dat onze zintuigen ons vaker bedriegen dan
we denken (bv. illusie) onze zintuigen hebben een belangrijke rol bij het
verwerven van kennis, maar als onze zintuigen onbetrouwbaar zijn, dan is onze
kennis ook onbetrouwbaar?
- Het is niet onmogelijk dat ons denken continu op een dwaalspoor wordt gezet door
God of een kwaadaardig genie (malin génie – gedachtenexperiment)
Niet elke filosofie is kritisch/destructief, maar kan ook constructief en opbouwend zijn
filosofie probeert vaak een positief of constructief project te formuleren, dat de
bekritiseerde elementen vervangt door elementen die beter tegen kritiek kunnen
kritisch denken is ook terug te vinden bij wetenschap/wetenschappers, dus kan
niet gebruikt worden in een definitie van filosofie het is niet omdat je kritisch
denkt, dat je aan filosofie doet
Descartes: onderzocht of filosofie een attitude of een methode was
Attitude: vaak voorkomend 1e antwoord op wat filosofie is (vroeger)
- Verwondering: filosofie begint bij verwondering, die blijft aanhouden en blijft een
soort motor achter het filosoferen maar kinderen blijven ook maar vragen
stellen uit verwondering, maar is dat dan filosoferen? verwondering is dus
een belangrijk aspect, maar definieert filosofie niet volledig
- Vertwijfeling: Schopenhauer en Kierkegaard
Filosofie begint bij de vertwijfeling, bv. vertwijfeling over de basale vraag
‘Wat is de zin van dit alles?’ die houding vindt je ook bij andere mensen,
bv. suïcidale mensen, maar dat betekent niet dat ze filosofen zijn
Methode: er zijn geen unieke methoden enkel voor de filosofie
- Intuïtie: kan verwijzen naar kennis die op een onmiddelijke manier verkregen wordt
- Descartes: heldere en welonderscheiden ideëen – des idées claires et
distinctes ideëen of intuïties die geen redelijk mens zou durven
betwijfelen, bv. ‘je pense, donc je suis’
- Vanaf 20e eeuw: nieuwe meer negatieve betekenis, de term verwijst naar
spontane overtuigingen die we in onze geest kunnen aantreffen,
wanneer we over een bepaald onderwerp beginnen denken
bv. common sense (gezond verstand), die overtuigingen zijn vaak
moeilijk te veranderen, ookal is er overtuigend bewijsmateriaal
- Probleem intuïties: heel erg variabel tussen personen, culturele groepen of
context + het is geen unieke filosofische methode (wetenschappers)
2
, - Conceptuele analyse: hoe een concept of begrip precies ineen zit het ontrafelen
en verbeteren van concepten die we dagelijks en soms achteloos gebruiken,
bv. concept van vrijheid en liefde bij conceptuele analyse probeert men
belangrijke begrippen te ontleden in kleinere begrippen om het geheel beter
te begrijpen bv. waarover moet toestand voldoen om ‘ziek’ te zijn
Probleem: wordt niet door alle of enkel door filosofen gebruikt (bv. fysica)
- Gedachtenexperiment: ‘Stel dat je… Zou je dan…?
Bv. Proberen inbeelden dat je in een kamer zit met een aantal vragen die je
stelt aan iets of iemand anders in de kamer die worden beantwoord
door die andere in de ruimte misschien een soort chatGPT of mens
stel dat het artificiële intelligentie is, kan je dan ooit opmaken of het
effectief artificieel is, of een mens? onze zekerheden zijn dus eigenlijk
geen echte fundamentele zekerheden
Voordelen: ze verhelderen problemen door het te visualiseren in de
menselijke geest, ze leveren gegevens die voor of tegen een bepaalde
theorie gebruikt kunnen worden, en ze kunnen financiële,
technologische en morele problemen omzeilen
Probleem: deze experimenten worden ook elders gebruikt (bv. economie)
- Experimentele filosofie: empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen soms
bijdragen aan een oplossing voor traditionele filosofische problemen
- Argumenteren: opstellen van argumenten/premissen om tot een conclusie te komen
Probleem: argumenten worden ook op café gebruikt in een conversatie
Misschien definieert het domein de filosofie het beste?
- Domein van de filosofie: moeilijk te vatten, want bij filosofie zijn er fundamentele
problemen die zo moeilijk te vatten zijn, dat ze nog altijd onopgelost zijn
- Bv. Bestaat God? Wat is ziekte? Zijn er dingen die we beter niet weten?
vragen worden nooit definitief opgelost, en het antwoord zal complex zijn
- Wat is filosofie: je kan er iets over zeggen en een aantal foute antwoorden parkeren,
maar de vraag zelf zal nooit opgelost kunnen worden
De eigenheid van filosofie heeft niet per se te maken met de attitude of methode van
filosofen, maar misschien wel met de aard van de vragen en problemen waarmee ze zich
bezighouden filosofische vragen zijn vaak abstract en eigenaardig, maar er zijn ook
wetenschappers die zich die zich aan de meest fundamentele vragen in hun discipline
wagen, bv. Wat is tijd, waarom lijkt tijd maar in 1 richting te lopen, tijdreizen, …
Stelling: er is geen vooruitgang in de filosofie niet waar, omdat
- Argument 1: vooruitgang binnen de wetenschap is niet altijd evident, bv. paradigma’s
volgen elkaar op zonder echt op elkaar voort te bouwen binnen paradigma
kan er wel vooruitgang zijn, maar tussen paradigma’s is dat minder makkelijk
- Argument 2: in de filosofie is er wel sprake van vooruitgang, zo zijn er talloze
wetenschappen ontstaan in de schoot van filosofie (bv. psychologie, Newton)
- Argument 3: negatieve vooruitgang juiste antwoorden kennen we niet, wel foute
3
, 3. Vier deeldomeinen
Mogelijk antwoord filosofie: het is een academische discipline die 4 deeldomeinen bevat
- Als we willen weten of iets filosofisch is, dan moeten we gewoon even nagaan of het
bestudeerd wordt in 1 van de 4 deeldomeinen
- Maar dit is niet de oplossing, want het verschuift het probleem enkel naar bv. wat is
metafysica
Metafysica:
- Metafysica: de studie die de aard en de structuur van de wereld bestudeerd
- De meeste metafysische vragen gaan over wat het betekent om te bestaan,
bv. ‘op grond waarvan kunnen we zeggen dat iets bestaat?’
- Bv. Bestaat vrije wil? Bestaan getallen of tijd? Als getallen bestaan, hoe bestaan ze?
- Zijn we meer dan onze hersenen? zijn onze mentale toestand gewoon hersen
toestanden (fysicalisten), of zijn onze mentale toestanden opgebouwd uit
geestesspul (dualisten)? Maar wat is geestesspul dan?
- Er bestaat geen eenduidig kenmerk dat problemen metafysische problemen maakt,
en hetzelfde geld voor de andere deeldomeinen van de filosofie
Logica:
- Logica: de studie van geldigheid van redeneringen en argumenten het toont ons
wat het betekent om deugdelijk te redeneren en argumenteren, en is dus een
belangrijk onderdeel van het kritisch denken
- Een deel van de logica is gewijd aan het weerleggen van drogredenen
bv. Slippery slope: ‘als we vandaag A doen, dan zal vroeg of laat B ook
volgen. Maar B is hoogst onwenselijk, dus mogen we A niet doen’
Vaak gebruikt bij ethische discussie, bv. euthanasie, homohuwelijk
- Bv. niet-geldige redeneringen: post hoc, ergo propter hoc, affirming the consequent
Epistemologie: kennisleer
- Epistemologie: studie van aard, structuur, mogelijkheid van kennis (Wat is kennis?)
- Descartes zijn twijfelzucht begon als epistemologische zoektocht naar kennis
- Bv. Brain in a vat: stel dat je brein ergens in een potje zit en bestuurt wordt door
elektroden die je doen geloven dat je echt iets meemaakt
Moraalfilosofie: n-het normatieve universum
- Moraalfilosofie: de studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad
(aard, bestaan) bestaan die principes echt of zijn ze relatief?
Beschouwen we dingen als goed, maar zijn ze ook effectief goed?
- Bv. Trolley problemen: wagon is op hol geslagen en ofwel rijdt de trein door en doodt
het 5 mensen, ofwel verander je de richting van de sporen en wordt er maar 1
iemand gedood…
Algemene en toegepaste wetenschapsfilosofie: groot deel epistemologie en metafysica
4