Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Politiële en gerechtelijke organisatie (B001641A) €7,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Politiële en gerechtelijke organisatie (B001641A)

 37 vues  1 fois vendu

GESLAAGD IN EERSTE ZIT. Dit document geeft de essentie van het boek 'Politiële en gerechtelijke organisatie' weer. Dit vak wordt gedoceerd door Antoinette Verhage (academiejaar ). In de samenvatting zitten ook de vier gastcolleges verwerkt, namelijk: RSZ-inspectie, Belgische douane, slachtoffer...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 8 mois de cela

Aperçu 4 sur 84  pages

  • 15 avril 2024
  • 19 avril 2024
  • 84
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (42)
avatar-seller
ilonamasselis
Politiële en Gerechtelijke Organisatie
Kor te geschiedenis van het Belgische politiewezen (1794 – 1987)

INLEIDING-FRANSE TIJD
Overzicht:
INLEIDING: Waarom stilstaan bij de geschiedenis van de Belgische politie?
1. De Franse en Hollandse erfenis (1794-1830)
2. De eerste fundamenten van een nationaal gecentraliseerd politiesysteem (1830-1885)
3. De verhoogde militarisering van een nationaal systeem van openbare orde (1886-1914)
4. De versterking van een nationaal en gemilitariseerd politiebestel (1918-1940)
5. De Belgische politie en magistratuur en het probleem van de ordehandhaving (1940-1945)
6. Herstel van het politiebestel (1945-1959)
7. Naar een concurrentieel politiebestel (1960 – 1981)
8. Het neoliberale regime en de machinale uitbouw van het politiebestel (1981-1987)
Waarom stilstaan bij de geschiedenis?
Doel van dit hoorcollege: inzicht geven in de geschiedenis van het politiewezen in België
1. Inzicht in het verleden draagt bij aan inzicht in de complexiteit van het heden:
‘…niet alleen de manier waarop het politiewezen momenteel is georganiseerd, is in hoge mate de vrucht van tal
van beslissingen die in het (verre) verleden onder druk van alle mogelijke omstandigheden zijn genomen, maar
ook de manier waarop er momenteel door beleidsmakers wordt gesproken over zijn verdere reorganisatie, laat
zien hoe sterk het verleden doorwerkt in de vormgeving van de toekomst’ (C. Fijnaut (1995). Een kleine
geschiedenis van de huidige organisatie van het Belgische politiewezen. Antwerpen: Kluwer. )
2. Opdrachten van politie én de organisatie van - én toezicht op - het politiebestel, steeds gesitueerd in een
ruimere socio-politieke en economische context:
‘Een wettekst over structuren lijkt een neutraal technisch vertoog over de organisatie van de opdrachten van de
politie. Daarachter schuilt echter een ideologisch geladen debat over de plaats van de politie in de samenleving
over het moeilijk te vinden evenwicht tussen (staats)orde en individuele rechten en vrijheden’ (C. Eliaerts (1999).
‘De grote sprong voorwaarts…’, Orde van de Dag, afl. 6, 39.)
Drie voorafgaande bemerkingen
1. De geschiedenis van het politiewezen is een rijke en complexe geschiedenis (waar we slechts fragmentair en selectief
aandacht aan kunnen besteden in het licht van deze cursus).
2. De geschiedenis van het politiewezen is niet enkel – en zelfs niet primair – een geschiedenis van de
misdaadbestrijding
3. De geschiedenis van het politiewezen kan niet losgekoppeld worden van de Belgische politieke en sociale
geschiedenis.
Rode draden doorheen politiegeschiedenis
1. Een politiebestel gekenmerkt door een grote verscheidenheid enerzijds en een onevenwichtige ontwikkeling
anderzijds.
2. Spanning tussen centrale aansturing enerzijds en lokale (gemeentelijke) autonomie anderzijds.
3. Spanning tussen streven naar efficiëntie en effectiviteit in politieoptreden enerzijds en legitimiteit en
democratische controle anderzijds.
4. Diverse politie-instanties met eigen ontwikkelingsdynamiek die samen de politiezorg moeten verzorgen – maar
hoe?

,DE FRANSE EN HOLLANDSE ERFENIS (1794-1830)
De Franse Tijd (1794-1814)
Belgisch politiebestel zal nog lang (tot aan de hervorming) de kenmerken van het Franse model hebben
Frans model:
 De burgerlijke republiek (1794-1799) -> politie hoort herkomst te vinden in burgerij
 Het militair Napoleontisch regime (1799-1814): “politiestaat”
 Gericht op openbare orde handhaving en politieke informatie
Kenmerken: militarisering, centralisering, verscheidenheid:
1. Militarisering (discipline en hiërarchie -> gendarmerie)
2. Centralisering: uitbouw gendarmerie, nationale wetgeving
o Uitvoerende macht (ministerie van politie) oefent controle uit (niet de rechterlijke!!)
o Duidelijke aansturing vanuit de staat (censuur, arrestaties, politie = instrument)
o Invoering onderscheid tussen administratieve en gerechtelijke politie

Administratieve (bestuurlijke) politie Gerechtelijke politie
Openbare orde handhaving Opsporen van misdrijven, vaststellen, bewijzen
verzamelen
Voorkomen van misdrijven (preventief toezicht) Misdadigers voor het gerecht dagen (repressief)
Obv politiereglementen Wie? Politiecommissarissen, veld- en
boswachters, vrederechters, luitenanten en
kapiteins gendarmerie
o Joseph Fouché en de idee van de ‘haute police’.
 Fouché was minister van Algemene Politie (v.a. 1799)
 Oprichting Police Secrète (Openbare Veiligheid)
 Taak: inwinnen, analyseren en gebruiken van inlichtingen door middel van informanten
en infiltranten
 Reden: nood aan verzameling politieke informatie
 Politie wordt instrument in handen van machthebbers en wordt verwacht de samenleving in het
oog te houden
 = Haute police (politieke inlichtingen) (in tegenstelling tot police basse – focus op criminele
inlichtingen)
3. Een verscheiden politieapparaat met als belangrijkste korpsen:
 ‘Corps de la Gendarmerie Nationale’ (1798-1809), daarna ‘Gendarmerie Impériale’ (elitekorps)
 ‘Police municipale’ (vanaf 1789); zij moesten « zorgen voor een vlot en veilig verkeer, openbare rust bewaken,
handhaven orde bij festiviteiten, controleren van maten en gewichten, treffen van maatregelen bij brand,
besmettelijke ziekten,.. En het verhinderen dat geesteszieken en dolle dieren ongelukken veroorzaken »
(Vandewalle, 1992)
o Administratieve en gerechtelijke taak
o Commissarissen, veldwachters
o Belangrijke rol voor lokale overheid: burgemeester!
 ‘Garde Nationale’, opgericht tussen 1800 en 1810 (voorloper burgerwacht – openbare orde en
grens/kustbewaking)

,Hollandse tijd – interbellum
Hollandse tijd (1815-1830)
 Overname Franse erfenis, maar in mildere vorm; afzwakking van de ‘politiestaat’
 Niettemin: handhaving van idee van ‘haute police’
 Politieorganisaties
o Maréchaussée (= gendarmerie, maar de term werd vervangen wegens beladen)  werd centrale korps
in de Nederlanden
o Gemeentelijke politie (commissarissen en veldwachters)
 Toename gemeentelijke autonomie van 1815 (maar weer afzwakking v.a. 1825)
o Burgerwacht of ‘schutterij’

Naar een nationaal gecentraliseerd politiesysteem
 De eerste fundamenten (1830-1885) van een Belgisch politiebestel:
o 1830: Belgische onafhankelijkheid  naar een sterke, gecentraliseerde staat met gemeentelijke
autonomie
o 1831: grondwet
o 2e helft 19e eeuw: industriële ontwikkeling
o Industriële crisis tussen 1873 en 1885: disciplinering van werkende klasse
o Stakingen en sociale onrust

De verschillende politie-instanties (1830-1885) - sterk geënt op de Frans-Hollandse modellen
 Weerstand tegen gecentraliseerd politiemodel: diversiteit aan politiediensten, 1 lokaal korps en 3 gebaseerd op
militaire korpsen: gendarmerie, leger en burgerwacht + openbare veiligheid
1. De ‘Gendarmerie nationale’
o November 1830: ontbinding Maréchaussée; vervangen door ‘Gendarmerie nationale’
o Aanvankelijk kleine rol op vlak van ordehandhaving. Vnl. veiligheid op het platteland
o Aantal manschappen blijft beperkt (± 1200 begin, 2000 in 1883)
o Strikte discipline
2. Het leger
o ‘binnenlandse’ ordehandhaving (optreden n.a.v. stakingen, protesten, ...).
3. De burgerwacht
o Decreet oktober 1830: burgerwachten georganiseerd op gemeentelijk niveau
o Vnl werkzaam in de steden; initiatief van de burgerij, vanuit wantrouwen naar bestaande diensten
o In loop van 19e eeuw zal zijn rol geleidelijk aan uitgespeeld geraken
4. Lokale/Gemeentepolitie (grootste korps)
o ‘Ruraal’ België met landelijke politie (veldwachters) in kleinere gemeenten en (bekritiseerde)
gemeentepolitie in grotere gemeenten.
o Gemeentewet 1836: burgemeester krijgt algemene politiebevoegdheid (bestuurlijke politie) en kan
preventief beleid ontwikkelen
o Taak: politiereglementen toepassen (herbergen, vreemdelingen, bedelaars,..)
 Eerste pleidooien voor afzonderlijke gerechtelijke politie
o 1871: voorstel Prins en Pergameni (Réforme de l'instruction préparatoire en Belgique) voor gerechtelijke
politie
o 1872: oprichting speciale afdeling voor gerechtelijk werk te Brussel, maar terug afgeschaft in 1880
(budgettaire redenen)
o Voorlopig zonder resultaat (↔ gemeentelijke autonomie)

5. Oprichting openbare veiligheid
o 1830: einde van ‘haute police’, maar toch behoud openbare veiligheidsdienst
o Bevoegdheden zullen pas in 1998 bij wet worden vastgelegd!

, Militarisering (1886-1914)
Eind jaren 1880 eerder somber beeld van politie:
“Alle politiediensten zijn gebrekkig, zowel door hun aantal, als door de kwaliteit van de agenten” (De Valkeneer,
2016, 16)  negatief beeld van de politie
o Verhoogde militarisering; Periode van sociale onrust en beroering; Grootschalige stakingen, dodelijke
slachtoffers. Algemeen stemrecht; Politieke polarisatie: oprichting ‘Belgische Werklieden Partij’ (1885).
o Politiek van het ‘sociaal verweer’
o Versterking van het politieapparaat (vooral gendarmerie maakt opgang)
o Sociale wetgeving

De verschillende politie-instanties (1886-1914) - een relatief stabiel politiebestel
Algemeen: tot WO I is belangrijkste inzet van politie openbare ordehandhaving; veiligheid en criminaliteitsbestrijding
zijn geen prioriteiten
Politie = instrument om werkende klasse in bedwang te houden (De Valkeneer, 2016)
 Periode van grote sociale onrust
1. De gendarmerie (eind jaren 1880 ruim 2.000 manschappen)
o In het begin bescheiden rol in openbare orde
o Opmars agv openbare ordeproblemen; gendarmerie wordt grootste openbare ordehandhaver
o Kritieken op optreden (m.n. nieuwe rol politieke infoverzameling) en militarisering, maar ook brutaal
optreden
o Zet in op opleiding en professionalisering | reorganisatie 1889: brigades, mobiel eskadron
2. Het leger
o Wordt ingezet bij openbare ordehandhaving en burgerlijke bescherming in licht van stakingen en
manifestaties
o Geleidelijk aan naar de achtergrond ten voordele van de gendarmerie
3. De burgerwacht
o Taak: openbare ordehandhaving
o Op terugweg en verdwijnt van het toneel na toenemende kritiek (weinig efficiënt)
4. De landelijke politie
o 1886: nieuwe ‘code rural’ (veldwetboek; voerde min 1 veldwachter in per gemeente), maar toestand blijft
quasi ongewijzigd
o Taken veldwachter: “waken over behoud van de eigendommen, de oogsten en de vruchten van de bodem,
uitvoering wetten en verordeningen, handhaving van de orde en rust in de gemeente
o Nog grotere impact van de burgemeester (bevestiging bevoegdheid over veldwachter);
5. De gemeentepolitie
o Uitbreiding en verbetering organisatie in de belangrijke gemeenten
o Specialisatie en taakverdeling
o Groeiende impact van burgemeester: enkel de burgemeester staat in voor politiereglementen en –wetten
(en niet langer de gemeenteraad)
6. De gerechtelijke politie
o Debatten zetten zich verder; weerstand blijft (angst voor ‘staatspolitie’ en gem. autonomie); voorlopig zonder
resultaat | ook vraag naar wetenschappelijke politie
7. Openbare veiligheid in diskrediet
o Cf zaak ‘Pourbaix’: provocatie door lid openbare veiligheid bij betogingen (1888); gebruik dynamiet; tijdelijk
budgetten gekort (tijdelijk wegens terroristische dreiging)
Nationaal & gemilitariseerde politie
 De versterking van een nationaal en gemilitariseerd politiebestel (1918-1940):
o Aanvankelijk (jaren ‘20): wederopbouw, economische bloei
o Jaren ’30: economische wereldcrisis
o Interbellum gekenmerkt door sociale onrust, politieke instabiliteit en opmars van extremistische partijen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ilonamasselis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté