POTA02 Oriëntatie op de sector tuin- en akkerbouw (POTA02)
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
MCcc
Aperçu du contenu
Begrippen lijst POTA02 TUINBOUW
LES 1
- BBP = De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd
- Economische groei = groei van het BBP
- Belang primaire landbouw = 1,4% van het BBP
- Belang agrocomplex = 2021:6,7% van het BBP, 7,6% van de werkgelegenheid
- Primaire landbouw = boeren, tuinders, visserij ect.
- Agrocomplex = de totale agrarische keten, de verwerking van producten
- Handelsbalans = saldo tussen export en import van een land
- Totale glastuinbouw in Nederland = circa 10 duizend hectare
- Positieve factoren ontwikkeling tuinbouw in Nederland = klimaat, geografie, infrastructuur,
economische infrastructuur en kennis
- Concentratie glastuinbouw = gebied met ruimtelijke ordering, bundeling van logistiek,
waterhuishouding en energievoorzieningen voor de tuinbouw
- Concentratie glastuinbouw Nederland = Luttegeest, Agripoort, Almere (Erica en Rundedal) ,
Koekoekspolder, Westland (Glazen Stad), Greenport Venlo
- Vollegrondstuinbouw = groenten (kool, broccoli, peen asperge, andijvie, knolvenkel en prei),
bloembollen en bloemen
- Conservenindustrie = groentegewassen die worden ingedeeld bij akkerbouw; verwerkt en
verpakt in glas of blik; spinazie, knolselderij, rode bieten, schorseneren, winterpeen,
boerenkool, doperwten en tuinbonen.
- Top 3 gewassen = tomaat, paprika en komkommer
- Top 5 sierteelt = Chrysant, lelie, roos, gerbera en orchidee
- Top 3 veilingomzet bloemen = Roos, chrysant en tulp
- Indeling fruit = hard fruit (6.000 ha appels, 10.000 ha peren), steenfruit (800 ha kersen, 240
ha pruim), zacht fruit (1760 opengrond, 100 ha onder glas)
- Kosten Venlo kas= 45 – 60 euro per m2, inclusief inrichting is het al gauw 800.000 per ha (4,50
euro per m2 jaarlijkse afschrijf kosten
- Soorten kassen = Venlo, breedkap, cabrio en foliekas
- Belang landbouwcomplex = ruimtebeslag (50% van Nederland), werkgelegenheid (2,5% vd
beroepsbevolking) invloed op andere sectoren (toelevering, bouw, financiële dienst, energie
ect.)
- Kolom = geeft aan hoe hoog de kas is (nu 6 of 7 m)
- Glasgroenten = gewassen die gesteeld worden onder glas, geen fruit maar tomaten, sla,
komkommer en paprika.
- Sierteelt = teelt van planten voor decoratieve doeleinde, bloemen, sierstruiken, bomen.
- Foliekas/ tunnelkas = boogvormig frame met transparant plastic folie voor teelt van groenten,
bloemen en ander gewassen
- Venlodek = dak die op de tralie ligt bij een Venlo kas
- Traliebreedte = breedte vd tralie
- Perkgoed = plantgoed voor in de perken, om kleur, textuur en structuur toe te voegen
- Kerngebied GBT = vastgestelde glastuinbouw gebieden
- Wandelkap = eenmalig bruikbare overkappingen
- Vakmaat = specifieke afmetingen of grootte van percelen, bed of secties waarin gewassen
worden geteeld en de kennis, vaardigheden en expertise van het telen van de gewasssen
, LES 2
- De Keten Tuinbouw en Uitgangsmaterialen = de gehele tuinbouwketen vanaf het bouwen van
de kassen, het telen van de zaden tot aan het veilen van groenten, fruit en bloemen
- De productieketen = Het economisch proces van grondstof tot eindproduct. Opgedeeld in
partijen of schakels die elk waarde toevoegen aan het product
- Horizontale integratie (samenwerking) = Keten breder maken, meer verschillende producten
of diensten produceren. Bv. Tulpenteler die vaste planten gaat kweken
- Verticale integratie (samenwerking) = Als bedrijf de keten korter maken door een andere
(voorgaande of opvolgende) schakel over te nemen. Bv. Zelf verkopen
- SCM = supply chain management, het proces van plannen, implementeren en controleren
van het proces van goederen, diensten n informatie van bron tot eindgebruiker. Voor de
waarde creatie en specialisme, efficiëntie, kosten te verlagen, klanttevredenheid, kosten
verlagen ect.
- Waarde creatie = door factoren verkoopprijs, logistiek, inkoop en verdeling van marges
- 5 krachtenmodel van Porter = je onderscheiden vd concurrent
- Potentiële toetredingsdrempel = ‘obstakels’ die nieuwe bedrijven moeten overwinnen om toe
te treden tot de markt; patent, overheidsregulering, hoge investeringen en toegang tot afzet
- Onderhandelingskracht leverancier = de mate waarin leveranciers in staat zijn om gunstige
voorwaarden te bepalen aan afnemers ;hoeveel leveranciers, schaarsheid
- Concurrentie in de markt = hoeveel concurrenten met hetzelfde product
- Onderhandelingskracht afnemers = hoeveelheid afnemers, kracht eigen merk
- Substituten = kan je product makkelijk vervangen worden door een ander vergelijkbaar
product
- LDP = lange dag plant; bloeit als de dag > dan 12 uur zonlicht heeft
- KDP = korte dag plant; bloeit als dag < 12 uur zonlicht heeft
- Teeltvloer = vloer waar het gewas op staat
- Plantenkweker = uitgansmateriaal voor de kweker
- Kartel = samenwerking tussen kwekers over prijsafspraken
- Keten samenwerking = toeleveranciers en afnemers maken samen afspraken voor het
behalen van de volgende doelen; verbeterde logistiek proces, beter voorraadbeheer, winst
eerlijk verdelen en samen geld te verdienen
- Moerbed = speciaal bed waarin moederplanten worden gekweekt voor het produceren van
stekken.
- Moerplant = plant die gebruikt wordt als bron voor het produceren van stekken
LES 3
- Categorieën wetgeving = productkwaliteit, voedselveiligheid, arbo en milieu en bescherming
van intellectueel eigendom
- Intellectueel eigendom = uitgewerkte ideeën en creatieve concepten (merknamen,
auteursrecht) kwekersrecht en octrooien
- Octrooi = patent, wat je niet mag veredelen
- Naam wetgeving = ALV, Algemene levensmiddelen verordening uit de EU (ook wel The
General Food Law)
- Bedreigingen (beheersbaar) = Microbiologische gevaren (bacteriën, schimmels, virussen en
parasieten) chemische gevaren (dioxines, zware metalen, schimmelgifstoffen, resten
bestrijdingsmiddelen) en fysische gevaren (glas, botdeeltjes, scherpe metaal- of houtdeeltjes)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MCcc. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.