Dit zijn alle notities van de lessen vennootschapsrecht (AJ 2324), uitgebreid en bijna woordelijk uitgeschreven per topic. Kernwoorden staan in het vet, zodat je goed kan volgen via de structuur van de slides.
Het document is intussen volledig bijgewerkt (incl. gastcolleges).
- Slides (+/- 400) worden voorzien, worden ook nog aangepast, omdat er vorig jaar nieuwe
regelgeving tot stand kwam
- Lesnota’s volstaan voor het examen
- Ondersteunende teksten die expliciet vermeld worden tijdens de lessen
Examen
Laatste les worden twee voorbeeldexamens besproken.
- 2 stellingen (2,5 per stelling)
Examen start met twee stellingen: juist/fout. 2,5 punten per stelling. In de meeste gevallen zit
het er tussen. De punten staan dus op de verantwoording van je antwoord.
- Vaardigheidsvraag (3 punten)
Dan is er een vaardigheidsvraag (3 punten): clausule bespreken, clausule opstellen, agenda
opstellen, … Daar zijn de ondersteunende documenten richtinggevend en interessant.
- Essayvraag (3 punten)
Dan een essayvraag (3 punten) , waarbij je vanuit een helikopterperspectief naar het
vennootschapsrecht kijkt, ook beargumenteren.
- Casus (9 punten)
Dan is er nog een grote casus. Ongeveer een halve pagina feiten, met drie vragen. Die drie
vragen staan ook op drie punten.
1
,Inhoud
1. Topic 1: vennootschapsrecht 2020................................................................................... 7
1.1. Ons vennootschapsrecht miste aantrekkingskracht ................................................. 7
1.2. De remedie van professor Geens ........................................................................... 11
1.2.1. De voorstellen van het BCV ........................................................................... 11
1.2.2. Het ontwerp dat leidde tot het WVV ............................................................... 11
1.3. Krachtlijnen van het WVV ...................................................................................... 11
1.4. Structuur van het WVV .......................................................................................... 15
1.4.1. Overgangsrecht ............................................................................................ 15
1.4.2. Enkele cijfers ................................................................................................ 16
1.4.3. Algemene bepalingen (boeken 1 & 2) ............................................................. 16
1.4.4. De personenvennootschappen (boek 4) ......................................................... 16
1.4.5. De besloten vennootschap (BV) (boek 5) ........................................................ 16
1.4.6. De coöperatieve vennootschap (CV) (boek 6) ................................................. 16
1.4.7. De naamloze vennootschap (NV) ( boek 7) ..................................................... 16
1.4.8. De erkende vennootschappen (boek 8) .......................................................... 16
1.5. Nobody is perfect ................................................................................................. 16
1.6. Het WVV is geen eindpunt ..................................................................................... 17
1.7. Tot slot ................................................................................................................. 17
2. Topic 2: De vennootschap in het ondernemingslandschap .............................................. 18
2.1. Vennootschap als juridisch kader van de onderneming .......................................... 18
2.1.1. Onderscheid tussen vennootschap en onderneming ...................................... 18
2.1.2. Waarom een onderneming in vennootschapsvorm uitoefenen? ...................... 19
2.2. Samenvattende tabellen met de evolutie van de rechtsvormen van de actieve
ondernemingen ................................................................................................................ 20
2.3. Bronnen van het vennootschapsrecht ................................................................... 21
2.4. Typologie van de diverse vennootschapsvormen .................................................... 21
2.4.1. De basisindelingen ....................................................................................... 22
2.4.2. Typologie van de diverse vennootschapsvormen ............................................ 27
3. Topic 3: Constitutieve vereisten van de vennootschap .................................................... 29
3.1. Bijzonderheden van de vennootschap ................................................................... 29
3.2. Opeenvolgende definities van de vennootschap .................................................... 31
3.3. Nieuwe definitie van de vennootschap .................................................................. 33
3.4. Geldigheidsvereisten van de vennootschap ........................................................... 34
3.4.1. Algemene geldigheidsvereisten van de vennootschap .................................... 34
3.4.2. Bijzondere geldigheidsvereisten van de vennootschap ................................... 35
2
, 3.5. Winstuitkering als summa divisio .......................................................................... 41
4. Topic 4: Personenvennootschappen .............................................................................. 42
4.1. Het “gemeen vennootschapsrecht” ....................................................................... 42
4.2. De vennootschap rechtstheoretisch bekeken ........................................................ 43
4.3. De personenvennootschappen ............................................................................. 44
4.3.1. De maatschap .............................................................................................. 44
4.3.2. VOF en CommV: de maatschap met rechtspersoonlijkheid ............................ 58
5. Topic 5: Oprichting van vennootschap-rechtspersonen .................................................. 60
5.1. De vennootschap met rechtspersoonlijkheid ......................................................... 60
5.2. Oprichters en gewone inschrijvers ......................................................................... 61
5.3. Vertegenwoordiging bij oprichting .......................................................................... 63
5.4. De oprichtingsakte en haar bekendmaking ............................................................ 64
5.4.1. Authentiek of onderhands? ........................................................................... 64
5.4.2. Fysiek of elektronisch verlijden? .................................................................... 65
5.4.3. Verplichte vermeldingen................................................................................ 65
5.4.4. Sancties ....................................................................................................... 67
5.4.5. Taal .............................................................................................................. 68
5.4.6. Bekendmaking .............................................................................................. 68
5.4.7. Gevolgen van de bekendmaking .................................................................... 69
5.4.8. Buitenlandse vennootschap-rechtspersonen................................................. 71
5.5. Vorming van eigen vermogen (BV of CV) of kapitaal (NV) ......................................... 71
5.5.1. Inbreng ......................................................................................................... 72
5.5.2. Kapitaal ........................................................................................................ 77
5.6. Rechtshandelingen namens de vennootschap in oprichting ................................... 81
5.7. Sancties bij miskenning van de oprichtingsvereisten .............................................. 83
5.7.1. Nietigheid van de vennootschap .................................................................... 83
5.7.2. Oprichtersaansprakelijkheid ......................................................................... 85
6. Topic 6: Bestuur van NV, BV en CV .................................................................................. 90
6.1. Overzicht van de diverse bestuursorganen in de NV, BV en CV ................................ 90
6.2. Corporate Governance Codes ............................................................................... 94
6.3. Samenstelling van de bestuursorganen en statuur van de leden ............................. 98
6.3.1. Benoeming ................................................................................................... 98
6.3.2. Aantal bestuurders ..................................................................................... 107
6.3.3. Vereisten om bestuurder te zijn ................................................................... 107
6.3.4. Bijzonderheden m.b.t. de enige bestuurder van de NV .................................. 112
6.3.5. Aanvaarding en bekendmaking .................................................................... 113
3
, 6.3.6. Duur van het mandaat ................................................................................. 113
6.3.7. Statuur van de bestuurder ........................................................................... 115
6.3.8. Beëindiging van het bestuursmandaat – herroeping, vrijwillig ontslag en
bekendmaking ............................................................................................................ 117
6.4. Bevoegdheden van het bestuur ........................................................................... 123
6.4.1. Interne en externe bestuursbevoegdheden .................................................. 123
6.4.2. Verhouding bestuursorgaan – algemene vergadering .................................... 124
6.4.3. Orgaan vs. lasthebber ................................................................................. 125
6.4.4. Interne bestuursbevoegdheden ................................................................... 126
6.4.5. Externe bestuursbevoegdheid of vertegenwoordigingsbevoegdheid .............. 139
6.5. Dagelijks bestuur ................................................................................................ 146
7. Topic 7: Bestuurdersaansprakelijkheid ......................................................................... 147
7.1. (Nieuwe) bronnen van bestuurdersaansprakelijkheid ........................................... 148
7.2. Algemene regeling inzake bestuursaansprakelijkheid in het WVV .......................... 151
7.2.1. Aansprakelijkheid voor ‘marginale fouten’ in de opdracht .............................. 152
7.2.2. Numerieke beperking van de bestuurdersaansprakelijkheid ......................... 157
7.2.3. Exoneratie en vrijwaring ............................................................................... 160
7.3. Enkele andere aansprakelijkheidsgronden in het WVV .......................................... 162
7.4. Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van de artt. 1382-83 OBW ....................... 164
7.5. Bestuurdersaansprakelijkheden uit Boek XX van het WER..................................... 167
7.5.1. Kennelijk grove fout ..................................................................................... 168
7.5.2. Objectieve aansprakelijkheid voor RSZ schulden .......................................... 169
7.5.3. Wrongful trading ......................................................................................... 170
7.6. Actio mandati en minderheidsvordering............................................................... 173
7.7. Individuele aandeelhouders als vorderingsgerechtigden ...................................... 176
7.8. Einde van de bestuurdersaansprakelijkheid ......................................................... 177
7.8.1. Kwijting....................................................................................................... 177
7.8.2. Ontslag....................................................................................................... 179
7.8.3. Verjaring ..................................................................................................... 180
8. Topic 8: Vermogen, kapitaal en effecten ....................................................................... 181
8.1. Vermogen als basiskenmerk van de vennootschap .............................................. 181
8.2. De kapitaalvennootschap: NV ............................................................................. 182
8.2.1. Het kapitaal ................................................................................................ 182
8.2.2. Effecten ...................................................................................................... 190
8.2.3. Kapitaalbewegingen (NV) ............................................................................ 208
8.2.4. Kapitaalbescherming (NV) ........................................................................... 219
4
, 8.3. De kapitaalloze BV .............................................................................................. 225
8.3.1. Basisprincipes ............................................................................................ 225
8.3.2. Vermogensvorming bij oprichting ................................................................. 226
8.3.3. Effecten ...................................................................................................... 227
8.3.4. Bijkomende inbrengen en uitgifte nieuwe aandelen ...................................... 229
8.3.5. Instandhouding vermogen ........................................................................... 231
8.4. De kapitaalloze CV.............................................................................................. 235
8.5. De kapitaalloze BV en CV: EV op passief van de balans ......................................... 236
9. Topic 9: De controle van de vennootschap ................................................................... 237
9.1. Het beroep en de rol van de bedrijfsrevisor .......................................................... 237
9.1.1. Introductie tot het beroep............................................................................ 237
9.1.2. Het mandaat van de bedrijfsrevisor als commissaris .................................... 241
9.1.3. De controle van de (geconsolideerde) jaarrekening ...................................... 247
9.1.4. Het controleverslag ..................................................................................... 252
9.1.5. De rol ten behoeve van de ondernemingsraad .............................................. 257
9.1.6. Uitzonderlijke taken van de bedrijfsrevisor ................................................... 258
9.1.7. Nieuwe taken van de bedrijfsrevisor inzake duurzaamheidsrapportering ....... 258
9.1.8. De aansprakelijkheid als commissaris ......................................................... 261
9.1.9. De toegang tot het beroep ........................................................................... 262
9.1.10. Het toezicht op de commissaris .................................................................. 262
9.2. Controle door de aandeelhouders ....................................................................... 262
9.2.1. Individuele onderzoeks- en controlebevoegdheden ...................................... 262
9.2.2. Vennootschappelijk deskundigenonderzoek ................................................ 265
9.3. Individuele controlebevoegdheid bestuurders ..................................................... 266
10. Topic 10: de algemene vergadering .......................................................................... 268
10.1. De algemene vergadering in de BV en de NV......................................................... 268
10.1.1. Voorbereiding van de AV .............................................................................. 268
10.1.2. Deelname aan de AV ................................................................................... 279
10.1.3. Verloop van de AV ....................................................................................... 280
10.1.4. Wijze van uitoefening van het stemrecht ...................................................... 282
10.1.5. De gewone AV ............................................................................................. 283
10.1.6. De bijzondere AV ......................................................................................... 284
10.1.7. De buitengewone AV (voor notaris!) ............................................................. 286
10.2. De algemene vergadering in de CV ...................................................................... 287
10.2.1. Uitgangspunten van het WVV inzake de CV .................................................. 287
10.2.2. Specialia m.b.t. de (bevoegdheden van de) algemene vergadering in de CV ... 288
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Studentrechten95. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.