BOUWFYSICA DEEL 1.1
EXAMEN VRAAG
, 1. INLEDING
Wat is bouwfysica =
˗ Fysica: tak van de wetenschap –> die eigenschappen van materie, straling en energie
onderzoeken en beschrijven
˗ VB: kracht, evenwicht, beweging, fasen, faseovergangen (vocht), straling, warmte, licht, geluid,
magnetisme en elektriciteit
˗ Voor zover er geen scheikundige veranderingen optreden (moleculaire samenstelling blijft
identiek)
˗ Bouwfysica = fysica van de gebouwde omgeving
˗ VB: geluid, warmteoverdracht, vocht en luchtverplaatsing, faseovergang (water → ijs)
Waarom is bouwfysica belangrijk?
˗ COMFORT voor de mens: zintuigen zijn gericht op
˗ Geluid
˗ Warmte → energie
˗ Koude
˗ Licht
˗ Tocht
Energie
˗ Energie moet opgewekt, getransporteerd, geleverd worden
˗ Tijdens dit proces = energie verlies = moet gecompenseerd worden
Ventilatie/ regelgeving
- Ventilatie =/ verluchten
•
•
- Verschillende ventilatiesystemen
- vb. mechanische ventilatie met warmteterugwinning hoopt men te voorkomen dat veel
warmte verloren gaat.
Kostprijs
- energiezuinigheid en de kostprijs van een gebouw
- opwarming aarde en de co2 uitstoot
, 2. ALGEMENE BEGRIPPEN ‘wat is geluid’
Wat is geluid
“Stelling:
in een bos valt een boom om en er is niemand in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid?”
Allereerst ontstaat geluid door het in trilling brengen van een medium. Hiervoor is steeds een geluidsbron
nodig (Stem) en een medium (lucht). Het geluid wordt dan opgevangen door een receptor (het oor)
˗ Geluidsbron (bv. stem, luidspreker, een vallend voorwerp, enz.)
˗ Medium (bv. lucht, water, metaal, enz.)
˗ Receptor (bv. een waarnemer, het oor, een geluidsmeter, enz.)
Bron (productie) → medium (transmissie) → waarnemer (receptie)
- Geluid = in Watt = W
- Geluid = logaritmisch = longitudinaal
- Hoe meer vermogen – hoe meer trillingen
figuur: geluidsoverdracht via medium
Bron:
- Drukgolven – trillingen uit de mond
- De deeltjes zitten dicht bij elkaar
- 1 luchtdeeltje trilt – geeft de trilling door aan de andere deeltjes (domino)
- (De luchtdeeltjes blijven op hun plaats maar geven de trilling door, waardoor de golf zich voorplant)
- = geluidgolf ontstaat = vergelijking met newtonpendel
Geluidsgolf:
- Geluidsgolven kunnen zich alleen longitudinaal voortplanten.
- Bij longitudinale golven is de bewegingsrichting identiek aan de voortplantingsrichting van het geluid.
- Opnieuw het voorbeeld van de Newtonpendel: de bol die in beweging wordt gebracht, geeft de
beweging lijnrecht door aan de laatste bol.
, Werking van het oor / ontvanger:
- In een vacuüm is er geen geluidsoverdracht
- Trillingen zorgen voor druk
- Het oor neemt een drukvariatie waar
- Het oor neemt enkel de snelle drukverandering waar – langzame opbouw van geluidsdruk niet
- Druk in Pascal (Pa) of Newton per vierkante meter (N/m²)
- Atmosferische druk = altijd aanwezig, constant .
- Totale druk (pt) = atmosferische druk (pa) + akoestische overdruk (p)
VB: Als je met een vliegtuig opstijgt heb je het snelle luchtdrukverandering, waar ons oor ook op
reageert.
In een vacuüm is geen lucht aanwezig. Daar is er dus geen geluidsvoortplanting en zouden we dus geluid
niet kunnen horen. Er is dus steeds een medium nodig om geluidstrilling door te geven van bron naar
receptor.
Snelheid van geluid:
De voortplanting van geluid in/doorheen een medium hangt af van de massa van het medium (m.a.w. hoe
gemakkelijk de deeltjes kunnen trillen), de toonhoogte, de temperatuur van het medium, enz.
De meest voorkomende media zijn:
Materiaal/ medium Snelheid
Lucht 340 m/s of 1200 km/h
Staal 5000 m/s
Hout 3000 - 4000 m/s (afh. van de houtsoort)
Beton 3500 - 4000 m/s (afh. van de massa)
Water 1435 m/s
- Staal: hoor je rapper dat de treinen komen dan in de lucht ( cowboys met oor op spoor)
- Lucht: sneller als 12OO km/ h → ga je door geluidsbarrière = knal vb: straaljager