Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktisch Verbintenissenrecht - Inleiding verbintenissenrecht €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktisch Verbintenissenrecht - Inleiding verbintenissenrecht

 6 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak inleiding verbintenissenrecht. De samenvatting bestaat uit de hoofdstukken 4 tot en met paragraaf 6.3 van het boek Praktisch Verbintenissenrecht (3e druk) en aantekeningen die ik in de les heb gekregen. Met het leren van deze samenvatting heb ik een 8 behaald.

Aperçu 4 sur 37  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 4 t/m paragraaf 6.3
  • 18 avril 2024
  • 37
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Inleiding verbintenissenrecht
Verbintenissen
Verbintenissen
Begripsbepaling
Art. 6:1 BW: verbintenissen kunnen alleen ontstaan als dat uit de wet voortvloeit (wettelijke
grondslag)
Verbintenis = een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij (de schuldenaar)
verplicht is om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij (de schuldeiser) hier recht
op heeft.
Soorten prestaties:
 Geven (koopovereenkomst  verkoper en koper hebben een rechtsrelatie met als
prestatie iets geven (verkoper moet gekochte laptop geven)).
 Doen (arbeidsovereenkomst  werknemer en werkgever hebben een rechtsrelatie met
als prestatie iets doen (werkzaamheden uitvoeren)).
 Dulden (=toelaten) (recht van overpad  twee partijen hebben een rechtsrelatie met
als prestatie iets dulden: de eigenaar van een pad dat tussen twee huizen loopt, moet
toelaten dat zijn buurman ook over dat pad loopt).
 Nalaten (concurrentiebeding  werknemer en werkgever hebben een rechtsrelatie met
als prestatie iets niet-doen: werknemer moet nalaten om aan het einde van zijn
dienstverband gedurende twee jaar vergelijkbare werkzaamheden te gaan doen).
Prestatie die bestaat uit de verplichting iets te geven of te doen = betaling (gaat niet altijd
om een geldbedrag!!)

Art. 3:296 BW: de nakoming van een verbintenis is afdwingbaar bij de rechter  iemand
komt de afspraak niet na: nakoming vorderen bij de rechter.
Art. 6:2 BW: de schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich tegen over elkaar te gedragen
volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid (redelijk en rechtvaardig vinden).

Naast verbintenissen die voortvloeien uit de wet: natuurlijke verbintenissen (art. 6:3 BW) 
niet afdwingbaar bij de rechter. Bijv. een verjaarde rechtsvordering: de schuldeiser heeft nog
steeds recht op nakoming maar dat is een niet-afdwingbaar recht.

Ontstaan verbintenis
Een verbintenis komt voort uit verschillende bronnen:
 Overeenkomst
 Onrechtmatige daad
 Andere bron

Verbintenis uit overeenkomst
= meerzijdige rechtshandeling, waarbij partijen jegens elkaar een verbintenis aangaan  uit
een overeenkomst vloeien een of meerdere verbintenissen voort. Art. 6:213 lid 1 BW

Verbintenis uit onrechtmatige daad
Art. 6:162 BW: onrechtmatige daad = inbreuk op iemands recht, een doen of nalaten in strijd
met een wettelijke plicht of in strijd met geldende normen en waarden.

1

,Iemand ander lijdt schade door een onrechtmatige daad en er is voldaan aan wettelijke
vereisten van de onrechtmatige daad: recht op schadevergoeding.
Verbintenis die voortvloeit uit een onrechtmatige daad = verplichting om de schade die een
ander lijdt te vergoeden.

Verbintenis uit een andere bron
Kan zijn:
 Zaakwaarneming (art. 6:198 BW)
Het zonder rechtsgrond (overeenkomst) behartigen van de belangen van een ander.
Bijv. iemand die schadebeperkende maatregelen neemt ingeval van een stormschade
aan de woning van zijn buurman die in het buitenland zit.
 Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW)
Iemand levert een prestatie zonder dat daarvoor een rechtsgrond bestaat.
Bijv. je maakt een bedrag over naar een verkeerd bankrekeningnummer.
 Onrechtvaardige verrijking (art. 6:212 BW)
Toename van iemands vermogen, zonder dat hiervoor een rechtsgrond bestaat.
Bijv. de ontvanger van een onverschuldigde betaling.

Pluraliteit van schuldenaren en schuldeisers
Meerdere schuldenaren
= pluraliteit van schuldenaren
Art. 6:6 BW: als er meerder schuldenaren zijn die de prestatie moeten leveren, dan moeten
ze ieder een gelijk deel voor hun rekening nemen, de prestatie moet wel deelbaar zijn.
Ondeelbare prestatie: deze kan uitsluitend in 1 keer worden verricht (bijv. de verplichting om
een laptop te leveren)
Ongelijke delen: bijv. de verbintenis bestaat uit het betalen van €500 en de ene schuldenaar
moet €200 betalen en de andere schuldenaar moet €300 betalen.

Hoofdelijk verbonden = de schuldenaren zijn ieder voor de gehele prestatie aansprakelijk.
 De schuldeiser kan van elke schuldenaar nakoming van de gehele prestatie vorderen (art.
6:7 lid 1 BW)
Schuldenaar hoeft niet bij iedere schuldenaar aan te kloppen: heeft een van de hoofdelijke
schuldenaren de prestatie geleverd: bevrijdende werking voor de anderen (zij hoeven de
prestatie niet meer te leveren).
Art. 6:8 jo. 6:2 BW: houden aan eisen van redelijkheid en billijkheid.
Art. 6:10 BW: bijdrageplicht = draagt een schuldenaar meer bij dan zijn eigen deel, kan hij
zich verhalen op zijn medeschuldenaren = regres. Als iemand meer bijdraagt kan hij dit
terugvorderen van de andere schuldenaren. Moet een hoofdelijke schuldenaar in
redelijkheid kosten maken in het kader van de prestatie: de andere schuldenaren zijn
medeaansprakelijk voor die kosten.

Meerdere schuldeisers
Art. 6:15 lid 1 BW: wanneer er meerdere schuldeisers zijn, dan heeft elke schuldeiser een
zelfstandig vorderingsrecht. Elke schuldeiser heeft recht op een gedeelte van de prestatie
dat even groot is als de delen van de andere schuldeisers. Moet gaan om een deelbare
prestatie.
Ondeelbare prestatie: schuldeisers hebben gezamenlijk 1 vorderingsrecht.

2

,Gemeenschap = een vermogen behoort toe aan meerdere personen. Bijv. personen die in
gemeenschap van goederen trouwen.
Art. 6:15 lid 3 BW: regelt de situatie dat een schuldenaar er niet van op de hoogte was dat
het vorderingsrecht in een gemeenschap valt. Bijv. hij kon niet weten dat er meerdere
erfgenamen waren.

Alternatieve en voorwaardelijke verbintenis
Alternatieve verbintenis
Art. 6:17 lid 1 BW: ‘een verbintenis is alternatief wanneer de schuldenaar verplicht is tot 1
van de twee of meer verschillende prestaties ter keuze van hemzelf, van de schuldeiser of
van een derde.’
Voorwaarden van art. 6:17 lid 1 BW:
1. Er is een keuze uit twee of meer prestaties.
2. De schuldenaar is verplicht tot het leveren van één van deze prestaties.
3. De schuldenaar, schuldeiser of een derde bepaalt welke situatie wordt geleverd.
Alternatieve verbintenis = keuze verbintenis
Hoofdregel: keuzerecht ligt bij schuldenaar, maar partijen kunnen hiervan afwijken door
afspraken te maken.
Keuze gemaakt welke prestatie geleverd moet worden: alternatieve verbintenis is
enkelvoudige verbintenis geworden.

Voorwaardelijke verbintenissen
Art. 6:21 BW  er wordt een verbintenis aangegaan onder de voorwaarde dat een gepaalde
toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvindt.
Art. 6:22 BW: onderscheid tussen typen voorwaarden:
1. Opschortende voorwaarde
De verbintenis heeft werking op het moment dat de toekomstige onzekere gebeurtenis
plaatsvindt. Pas wanneer de voorwaarde is vervuld, is de verbintenis rechtens
afdwingbaar.
Bijv. de inschrijving (verbintenis) bij een hogeschool heeft pas werking op het moment
dat het mbo-diploma is behaald (toekomstige onzekerheid = het behalen van het mbo-
diploma)
2. Ontbindende voorwaarde
De verbintenis vervalt zodra de toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvindt. Vanaf het
moment dat de verbintenis wordt aangegaan, is deze afdwingbaar.
Bijv. de inschrijving (verbintenis) van een hogeschool vervalt op het moment dat het
mbo-diploma niet is behaald (toekomstige onzekerheid = het niet behalen van het mbo-
diploma)




3

, Aantekeningen;
Objectief recht = alle regels in de wettenbundels, gelden voor iedereen die in Nederland
woont. Hieraan knoop je een rechtsfeit.
Rechtsfeit zorgt voor het ontstaan van een rechtsgevolg.
Rechtsgevolg:
 Er kan een verbintenis ontstaan
 Er kan een verbintenis tenietgaan
 De inhoud van een kan gewijzigd worden
Verbintenis bestaat uit het recht van de ene partij en de plicht/schuld van de andere partij.
De crediteur heeft een recht.
Het recht van de crediteur = vorderingsrecht.
Vorderingsrecht = subjectief recht = het recht van 1 persoon.
De debiteur heeft een plicht.
Overeenkomst = afspraak = momentopname.

Partij komt plicht niet na: gebruikmaken van rechtsvordering  naar de rechter gaan. Na
vonnis van de rechter komt de partij de plicht nog steeds niet na: gebruik maken van
verhaalsrecht: naar de deurwaarder  die zorgt ervoor dat het geld verkregen wordt.
Hiertegen kan de debiteur niets doen: uitwinbaarheid.
 = civiele verbintenis.

Civiele verbintenissen:
 Hoofdelijke verbintenissen
De crediteur mag zelf bepalen wie van de debiteuren hij aanspreekt voor de totale
prestatie.
Hiervan kan alleen sprake zijn bij pluraliteit van debiteuren.
 Pluraliteit van crediteuren
Er zijn meerder crediteuren. Elke crediteur kan een gelijk deel van de debiteur eisen.
 Alternatieve verbintenis
Je hebt een keuzemogelijkheid. Kan van de schuldenaar, schuldeiser of een derde.
 Verbintenis met een tijdsbepaling
Een toekomstige zekere gebeurtenis.
 Voorwaardelijke verbintenis
Hierin zit een voorwaarde.
- Opschortend
De voorwaarde is een toekomstige onzekere gebeurtenis. De verbintenis ontstaat pas
als de voorwaarde wordt voldaan.
- Ontbindend
De verbintenis vervalt zodra de toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvindt.

Pluraliteit van debiteuren: de crediteur kan van elke debiteur een gelijk deel eisen.

Natuurlijke verbintenis = hiermee kan je niet naar de rechter  de rechtsvordering
ontbreekt. Als iemand vrijwillig voldoet aan een natuurlijke verbintenis is het geen
onverschuldigde betaling.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kimholterman09. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75759 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
  Ajouter