Samenvatting Meten en Diagnostiek 1 (Tentamencijfer: 10)
5 vues 0 fois vendu
Cours
Meten en diagnostiek 1
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Psychological Testing: History, Principles, And Applications, 4/e
Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak Meten en Diagnostiek 1. Hierin zijn de volgende dingen samengevat:
- Alle hoorcolleges
- Aantekeningen van de werkgroepen
- Hoofdstuk 1 van het boek: Gregoy, R.J. (2012). Psychological testing; History, priciples and Applications. Pearson.
Gehele samenvatting Meten en Diagnostiek 1 (P_BMETDIA_1) - Psychologie/pedagogische wetenschappen
Tout pour ce livre (2)
École, étude et sujet
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Pedagogische Wetenschappen
Meten en diagnostiek 1
Tous les documents sur ce sujet (11)
Vendeur
S'abonner
judith06dijkstra04
Avis reçus
Aperçu du contenu
Meten en diagnostiek 1
Week 1:
Hoofdstuk 1 (blz 1-39):
Tests worden over de hele wereld gebruikt. Voorbeelden kunnen zijn een intelligentie test,
AVI-toetsen, gezondheidscheck, examens en ga zo maar door. Zo’n test kan plaatsvinden bij
de dokter, op school enzovoort. Zulke tests zijn van belang om diagnoses te stellen, te kijken
of jij geschikt bent voor de studie of om bijvoorbeeld te kijken of je voldoende kennis bezit.
Psychologische testen kunnen dus levens veranderen.
Psychometrician = specialist in de psychologie/onderwijs die psychologische tests
ontwikkelt en evalueert.
Psychologische test = gestandaardiseerde procedure voor sampling behavior en het
beschrijven daarvan door middel van categorieën en scores. In de test zie je meestal dat er
sprake is van normen en standaarden, waardoor de resultaten andere gedragingen kunnen
voorspellen.
Tests zijn erg gevarieerd in hun vorm en applicatie (= toepassing). Echter de meeste testen
hebben deze kenmerken:
★ Gestandaardiseerde procedure, in dit geval zijn de procedures bij iedereen die de
test afneemt heftelfde. De formulering van de instructies is hier een essentiële stap.
Je wilt immers een uniforme administratie procedure.
★ Gedrags sample, er worden in dit geval inferenties (= generalisaties) gemaakt over
het totale domein van gedragingen. Een voorbeeld is dat je bij een test over de
woordenschat van een kind, niet alle woorden die er in een taal bestaat gaat vragen,
maar dat je een kleine sample neemt.
Tests hoeven niet alleen gedrag dat ze proberen te meten te beschrijven. Dit kan
namelijk ook indirect gebeuren.
★ Scores of categorieën, psychologische tests sommen de prestaties op in nummers
of classificaties. Elke test bevat enige mate van error: X = T + e
X = de geobserveerde score
T = de echte score
e = positieve of negatieve error (de error kan dus een positieve of negatieve invloed
hebben op de testresultaten)
Testafnemers moeten voorzichtig zijn met het reïficeren (= het verstoffelijken of een
ding maken van een abstract begrip) van wat wordt gemeten.
★ Normen of standaarden, de scores van een test worden over het algemeen
geïnterpreteerd door de scores te vergelijken met anderen die dezelfde test hebben
gemaakt. Je vergelijkt het dus met een norm (= een samenvatting van testresultaten
van een grote en representatieve groep (ook wel standardization sample →groep
dat representatief is voor de populatie waarvoor de test bedoeld is)).
Normen stellen de tester in staat om te kijken in hoeverre een verkregen score afwijkt
van de verwachtingen.
★ Voorspelling van niet getest gedrag, dit hangt af van de validiteit.
Norm-referenced tests = (de boven genoemde kenmerken zie je vooral in deze tests terug)
de prestatie van de deelnemer wordt bepaald aan de hand van normen. Je vergelijkt het dus
met anderen.
,Criterion-referenced tests = test die meet wat een persoon kan, in plaats van de resultaten
te vergelijken met anderen.
Assessments = het gehele proces van informatie verzamelen en dit gebruiken om
generalisaties te maken van karakteristieken en het voorspellen van gedrag. Informatie van
verschillende bronnen worden in dit geval gecombineerd en vergeleken. Een test is alleen
maar één bron van informatie, dat wordt gebruikt in het assessment proces.
Test zijn onder te verdelen in twee soorten, namelijk:
1. Groep tests, pen en papier testen die in staat is om meerdere mensen tegelijk aan
een bepaalde test te onderwerpen.
2. Individuele tests, in dit geval kun je maar 1 persoon tegelijk meten. De test is 1 op
1, met als voordeel dat je als examinator ook kan letten op bijvoorbeeld de motivatie
voor de deelnemer om iets zo te doen, of andere relevante factoren (impulsiviteit of
angst) die van invloed kunnen zijn op de testresultaten.
Intelligentie test = oorspronkelijk wordt hier een grote hoeveelheid aan vaardigheden
gemeten om op die manier inzicht te krijgen in het intellectuele niveau van een individu. In
de moderne intelligentie testen wordt er ook rekening gehouden met cultuur. De aandacht is
gevestigd op de algehele (overall) score, er wordt dus minder aandacht besteed aan de
subtests scores.
Aptitude test = meten één (single aptitude test) of meer (multiple aptitude test) goed
gedefinieerde onderdelen van vermogen. Het wordt vaak gebruikt om succes te voorspellen
op bijvoorbeeld een studie of een baan. Een goed voorbeeld zijn de SAT testen voor
toelating op de universiteit.
Achievement test = meet de mate van kennis en wat iemand heeft geleerd van een
bepaald onderwerp.
Creativity test = meet in hoeverre een persoon in staat is om nieuwe (originele en
artistieke) ideeën en inzichten te creëren, die een sociale, wetenschappelijke of stijlvolle
waarde hebben.
Personality test = meet de eigenschappen, kwaliteiten of gedragingen van een individu. Dit
is handig om toekomstig gedrag te voorspellen.
,Interest inventories = meten de interesses/preferenties van een individu. Dit kan handig
zijn om bijvoorbeeld je studie- of beroepskeuze te bepalen.
Behavioral procedures = hier wordt gedrag gekarakteriseerd in concrete termen zoals
frequentie, duur antecedent (wat er vooraf ging aan het gedrag) en consequenties.
Neuropsychologische test = een assessment die wordt afgenomen bij mensen waarvan
hersendysfunctie wordt voorspeld.
Psychologische test worden gebruikt voor:
● Maken van beslissingen over personen
● Classificatie, het toewijzen van personen aan categorieën. Er zijn verschillende
varianten van classificatie:
○ Placement = sorteren van personen in verschillende
categorieën/programma’s, gebaseerd op hun behoeftes en skills.
(Bijvoorbeeld, wiskunde studie die test of de studenten beter algebra,
calculus etc kunnen doen).
○ Screening = snelle en makkelijke test om personen te identificeren die
misschien speciale karakteristieken of eisen hebben.
○ Certification = persoon heeft een bepaalde vaardigheid (in een discipline of
activiteit). Selection en certification hebben als overeenkomst dat het beide
kan zorgen voor privileges (het gaat beide om slagen en mislukken).
● Diagnoses en behandelplanning, het bestaat hier uit twee verweven taken
namelijk:
○ bepalen van de natuur/bron van een persoon zijn abnormale gedrag.
○ Classificeren van het gedragspatroon.
○ De diagnose gaat vooraf aan de behandeling en moet informatie bevatten
over de kracht, zwakheid, oorzaken (= etiology) en de
behandelmogelijkheden.
● Zelf-kennis, psychologische tests kunnen een bron van zelfkennis vormen. Je komt
dus door de test meer over jezelf te weten.
● Programma evaluatie, in dit geval kun je evalueren of onderwijzende en sociale
programma’s hun gewenste effect hebben.
● Onderzoek, psychologische tests kunnen naast het helpen van hedendaagse
problemen zoals het vinden van een geschikte baan of een diagnose, ook de
toegepaste en theoretische branches voorzien van informatie.
Gestandaardiseerde procedures van testen:
Er zijn veel verschillende factoren die de uitkomst van psychologische tests kunnen
beïnvloeden. Dit kan enigszins worden tegengegaan door de test te standaardiseren. In dit
geval moet de examinator de instructies voor afname en scoren nauwkeurig volgen om error
te voorkomen (dit is vooral belangrijk bij tests voor mensen met disabilities). Er is wel een
uitzondering:
- In sommige tests is flexibiliteit in de procedure wenselijk of zelfs belangrijk.
Gewenste procedures in testafnames:
Van essentieel belang bij individuele testen:
- Dat de examinator bekend is met de materialen en procedures van de test.
- Er moet aandacht zijn voor de details.
- De examinator moet goed voorbereid zijn op onverwachte zaken.
, - Ook moet de examinator alert zijn voor fysieke beperkingen van de proefpersoon (als
je immers minder goed kan horen, zien of praten kan dat van invloed zijn op de
testresultaten). Een voorbeeld is dat iemand minder goed de vragen kan horen en ze
dus verkeerd beantwoord. Uit de test kan dan blijken dat ze intellectueel achterloopt,
terwijl ze misschien de vragen wel goed had kunnen beantwoorden als ze het beter
had kunnen verstaan.
➔ Sommige beperkte personen, hebben gespecialiseerde tests nodig voor een
valide beoordeling. Soms kan het gedrag van de examinator ook worden
aangepast (bijvoorbeeld harder praten) om valide resultaten te krijgen.
Gewenste procedures van groepstesten:
Ook bij groepstesten is precisie en accuraatheid zeer belangrijk. Errors zouden kunnen zijn
dat er sprake is van:
❖ incorrecte timing (dat je de deelnemers te weinig of te veel tijd geeft).
❖ Gebrek aan duidelijke instructies.
❖ Variaties in de condities (licht/geluid niet op orde).
❖ Het falen om uit te leggen of en wanneer de proefpersoon moet gokken.
Examinatoren mogen geen extra advies over gokken vrijgeven, maar moeten
gewoon de gestandaardiseerde procedure volgen.
Correction for guessing = ervoor zorgen dat je het tentamen niet haalt als je alleen maar
gokt. Een voorbeeld: je hebt een tentamen met 40 meerkeuze vragen. Je hebt 25% kans dat
je het goed gokt, dus je hebt 10 vragen goed. Wanneer je wil corrigeren voor de gokkende
student, kun je dus pas na 10 vragen punten verdienen (bij 10 goede antwoorden heb je dus
nog steeds een 1).
Rapport = een comfortabele, warme atmosfeer die ervoor zorgt dat deelnemers
gemotiveerd worden en dat ze mee willen werken. Dit is cruciaal om valide te kunnen testen
(en dit is vooral belangrijk bij individuele testen).
Over het algemeen heeft geslacht, ervaring en ras van de examinator niet veel invloed op de
testresultaten. Wel zijn er onderzoeken die wel degelijk verschillen aantonen.
Karakteristieken van de proefpersoon (zoals angst, en culturele achtergrond) kunnen van
invloed zijn op de testresultaten. Een voorbeeld is dat een moordenaar misschien wel
probeert mentaal ziek te zijn in een test, zodat zijn straf minder wordt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur judith06dijkstra04. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.