Réponse: Sarcopenie is het verlies van spiermassa en spierfunctie.
7.
Met hoeveel procent per jaar daalt de spiermassa boven de 70 jaar?
Réponse: 15 procent
8.
Wat is het verschil tussen pre-sarcopenie en sarcopenie?
Réponse: Bij pre-sarcopenie is er geen verminderd fysiek functioneren of spierkrachtverlies. Dit is bij sarcopenie wel het geval.
9.
Stelling: de osteoclast is de maker van het bot.
Réponse: Onjuist, de osteoblast is de maker van het bot.
10.
Waaruit bestaat een botstuk dat wordt belast met compressie?
Réponse: Spongiosa
Aperçu du contenu
Veroudering
Bij veroudering is over het algemeen eerst een afname van het lichamelijke prestatie vermogen en
daarna van het geestelijk prestatievermogen. Veroudering is een samenspel van erfelijkheid, milieu-
en leefstijlfactoren.
Oorzaken
Erfelijkheid
Oorzaken van veroudering kunnen zijn:
Hormonale veranderingen. Vanaf ongeveer het 30 e jaar verminderd de afgifte van
geslachtshormonen. Dit is oestrogeen en progesteron bij een vrouw en testosteron bij de
man. Daling van het oestrogeenspiegel leidt tot verminderde kalkafzetting in het bot.
Vrouwen hebben na de menopauze verhoogd risico op osteoporose. Testosteron behoort tot
de anabole steroïden wat de opbouw van spierweefsel stimuleert. Daling van de
testosteronspiegel bij mannen vermindert de spieropbouw en kan leiden tot extra
krachtsverlies.
Antagonistische pleiotropie. Dit betekent dat een gen zowel positieve als negatieve effecten
heeft. De term wordt vooral gebruikt voor genen die positieve effecten hebben als je jong
bent, maar negatieve als je ouder wordt. Een voorbeeld hiervan is het gen dat testosteron
productie regelt.
Beperkt delingsvermogen van cellen. Lichaamscellen kunnen zich slechts een beperkt aantal
keren delen. Dit komt omdat bij elke deling de telomeren (uiteinden van chromosomen) een
stukje korter worden. Wanneer de telomeren tot een bepaald niveau zijn verkort, is er geen
celdeling meer. Wanneer de cellen richting deze grens gaan, zal het groei- en
herstelvermogen van weefsels steeds verder afnemen. Hoeveel korter telomeren per deling
worden, hangt af van celtype en erfelijkheid en milieu. Telomeren worden sneller korter door
roken, obesitas en chronische stress.
Apoptose. Dit is geprogrammeerde celdood van cellen. Cellen die niet meer functioneel zijn
worden opgeruimd.
Milieu
Onder het milieu vallen omgevingsfactoren, inclusief leefstijl en gedrag. Oorzaken van veroudering
kunnen zijn:
Milieu en leefstijlfactoren:
Mechanische slijtage. Dit is gebruiksbeschadigingen en afnemend adaptief vermogen.
Straling. UV-straling, röntgen- en radioactieve straling.
Schade op moleculair niveau, verandering structuur macromoleculen als eiwitten en DNA als gevolg
van:
Overvoeding. Hoge bloedsuikerspiegel, gifstoffen en oxidanten, voeding, roken,
luchtvervuiling.
Toxische stoffen.
Fysieke en psychische stress.
AGE’s en bindweefsel
AGE staat voor Advanced Glycation Endproducts in verouderde weefsels.
, Glucose bindt zich aan de uit de collagene vezels stekende aminogroepen. Dit proces heet glycering.
De vorming van AGE’s leidt tot crosslinking tussen collagene fibrillen. Dit ongewenste proces leidt tot
micro- en macro-vasculaire schade.
Invloed
De orgaanstelsels van het volwassen lichaam hebben een aanzienlijke functionele reserve. Vanaf het
20e tot 30e levensjaar begint deze reserve af te nemen. Er zijn echter grote verschillen tussen afname
van orgaanstelsels en individuen als gevolg van erfelijkheid en omgevingsfactoren en leefstijl.
Bewegingsapparaat
De maximale kracht neemt af op 80-jarige leeftijd tot wel 50%. Er vindt een verschuiving plaats van
snelle witte spiervezels type IIb of IIx naar intermediair, type IIa. Afname van kracht is deels op basis
van sarcopenie, verminderd aantal spiervezels en (inactiviteits)atrofie.
Er treedt ook verlies op van alfa motorneuronen op de voorhoorn waardoor niet geïnnerveerde
spiercellen verloren gaan (apoptose). Spiervezels die hun innervatie verloren hebben kunnen worden
geïnnerveerd door naburige motorneuronen. Er ontstaan dan ‘giant motorunits’. Dit zijn
toegenomen motorunits met verlies van coördinatie en verminderde doorbloeding bij aanspanning.
De grondsubstantie van het bindweefsel verliest bij veroudering waterbinding en wordt minder
belastbaar en vervormbaar. Er treedt meer crosslinking op tussen de collagene vezels. Met name ook
door glycering, de vorming van AGE’s. Hierdoor nemen de smerende en voedende eigenschappen
van de gewrichtsvloeistof af.
Proprioceptieve en reflexactiviteit is verminderd en vertraagd wat leidt tot verlies van coördinatie en
evenwicht. Er wordt meer aandacht gevraagd aan het NEO-niveau voor de bewegingsfuncties.
Proprioceptie en exteroceptie: gezichtsvermogen, gehoor en reuk- en smaak vermogen gaan
achteruit en kunnen minder goede input leveren voor waarneming van het zelf en de omgeving en
het daarin gericht motorisch handelen. Vermindering van mentale functies als snelheid van
informatie verwerking, filteren van prikkels, geheugenfunctie en gedragsorganisatie.
De maximale hartfrequentie bij inspanning neemt af met de leeftijd.
De arteriën worden minder rekbaar doordat de hoeveelheid collageen toeneemt en de hoeveelheid
elastine van de vaatwand afneemt. Verandering van het bindweefsel vindt vooral plaats in de media,
de middelste laag van de vaatwand. Daarnaast treedt atherosclerose op, verandering neerslag van
vetten en andere bloed bestanddelen in de intima, de binnenbekleding van de vaatwand.
Vooral de aorta en de grote arteriën worden minder rekbaar, waardoor met name de bovendruk, de
systolische bloeddruk, geleidelijk toeneemt met de leeftijd. Op 80-jarige leeftijd is die gemiddeld
gestegen van 120 naar 140/ 150 Hg.
De gevoeligheid van B-adrenerge receptoren in he hart neemt af. Daardoor stijgt bij inspanning de
hartfrequentie en hartvolume minder sterk, HMV daalt. Vertraging van de bloeddrukregulatie via de
baroreceptoren en B-adrenerge receptoren. Bij ouderen leidt snel opstaan soms tot orthostatische
hypertensie met als gevolg duizeligheid en valrisico.
Door afname van elasticiteit van het longweefsel neemt de drukopbouw voor de uitademing af. De
diameter van de kleine bronchiën neemt af. Ook wordt het ribkraakbeen en de costovertebrale
gewrichten stugger en neemt de ademexcursie af. Door een flexiehouding neemt de ademexcursie
nog verder af. Het residuale volume neemt toe en vitale capaciteit neemt af.
Gemiddeld is de diffusiecapaciteit van de longen bij 80-jarige met 40% afgenomen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isabellaboris. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.