CRIMINOLOGIE EN INLEIDING TOT HET
STRAFRECHT
Begin met strafrecht, daarna criminologie
Examen hoofdzakelijk theorie: definities, begrippen uitleggen, … af en toe een
toepassing
MATERIEEL STRAFRECHT
INLEIDING
Er bestaat een strafrecht om mensen in het gareel te houden, iedereen komt ook ooit
wel eens in aanmerking tot het krijgen van een straf.
Strafrecht is er om de escalatie van situaties te vermijden en niet wenselijk gedrag in
te perken. We willen de geweldsescalatie tot halt roepen.
- Wil niet zeggen dat er geen straf moet kunnen gegeven worden.
- Er moet nog altijd iets zijn: iemand heeft iets gedaan krijgt een straf we
gaan verder
- Strafrecht wil een vermelding vermijden (we gaan verder na die straf). De
vermelding is gelijk aan een gedragsbeheersing bijvoorbeeld hand afhakken
wanneer iemand iets heeft gestolen
Strafrecht dient dus voor:
- Vergeldingsacties en geweldsescalaties tegen te gaan en een gereguleerd
stafmechanisme te creëren.
- Non-conform gedrag te realiseren (?)
DEFINITIE
Strafrecht is het geheel van rechtsregels die bepalen: …
Welke handeling en onthoudingen misdrijven uitmaken,
- Handelingen: dingen nemen die niet van jou zijn, ...
- Onthoudingen: Schuldig verzuim (iemand is in nood en jij kan hulp bieden
maar doet het niet)
Met welke sancties of maatregelen daarop kan gereageerd worden en
- Maatregelen: internering (geesteszieken), jeugddelinquenten (opname in
instelling), …
- Sancties: dit zijn de straffen
In welke omstandigheden (plaats, tijd…) en …
- Wettelijke zelfverdediging of niet?
Ten aanzien van welke personen deze misdrijven kunnen bestraft worden met de
voorziene sancties.”
- Ene persoon is niet de andere persoon.
- Immuniteiten of niet? Meerderjarig of minderjarige dader/ slachtoffer?
TWEE SOORTEN STRAFRECHT
Eerste is het materieel strafrecht
“Dit is het geheel van rechtsregels waardoor bepaalde menselijke
gedragingen strafbaar worden gesteld en gesanctioneerd”.
Dit is gelijk aan de inhoud van het recht en valt samen met het strafrechtboek. Hier
gaat het over het berechten van de schuldige.
,Het tweede is het formeel strafrecht
“Dit is het geheel van de procedurele spelregels volgens welke het
materieel strafrecht moet toegepast worden.”
Dit is de vorm waarin het materieel strafrecht moet worden toegepast. Wetboek van
strafvordering. Bij het formeel strafrecht ligt de focus op het ontdekken van de
waarheid.
KENMERKEN VAN HET STRAFRECHT
We hebben vier kenmerken:
Publiek recht: de verhouding tussen particulieren en de overheid, de regels die de
overheid oplegt naar de particulieren toe. We kijken hierbij echt naar de overheid.
- Wanneer er een misdrijf gebeurt, gaat dat het algemeen belang aan. Het
wordt dan opgevolgd door het openbaar ministerie (overheidsorgaan). Daarom
zien we dit niet onder het privaat recht.
- De schade van je misdaad is burgerlijk recht, dit gaat puur over
schadevergoedingen.
Openbare orde: je kan er niet van afwijken, het is verplicht en is dus van dwingend
karakter. Je kan hier ook geen overeenkomst over sluiten.
- Wat als het slachtoffer toestemming geeft? Dan nog is het strafbaar (zie
voorbeeld sm-rechter of vragen om persoon zelf te doden want bang voor
zelfmoord).
Legaal recht: het is een wettelijk recht, de wetgever moet optreden om een
gedragsvorm strafbaar te stellen. De wetgever bepaald wat strafbaar is of niet. Zelf
al vinden we iets moreel niet goed, zolang de wetgever het niet als strafbaar ziet en
geen straf voorzien, kunnen we het niet strafbaar maken.
- Op deze manier kunnen we de stafmaat inperken en zorgen we ervoor dat niet
iedereen zomaar straffen en sancties kan geven.
Sanctierecht: preventieve functie en een lepretieve (?) functie (straffen zodat je het
niet meer opnieuw doet/ zou durven doen)
DE STRAFWET
ALGEMEEN
1804: Code Napoléon
- Eerste die regels en een code heeft gemaakt
- Sommige zaken gebruiken we nog steeds
1830: Code Pénal
- Eerst Code Napoléon verdergezet, daarna, beginnen werken aan een eigen
boek in Belgische context
1867: Belgisch Strafwetboek
- Het is nog altijd (ongeveer, de basisstructuur) redelijk hetzelfde
- De code napoléon zit nog steeds in de basis van het strafwetboek vermengd.
Algemeen strafrecht:
Dit is een strafrecht met op alle misdrijven toepasselijke regels. Deze staan
beschreven in boek I van de strafwetboeken. Boek I gaat over zaken zoals:
misdrijven, herhaling, …
,We hebben ook complementaire wetten. Deze wetten staan niet is het strafwetboek,
maar worden geacht er een logisch en integraal deel van uit te maken. Ze behoren
tot de algemene basis van de wetten.
- Wet voorlopige hechtenis
- Wet voorwaardelijke invrijheidsstelling
- Wet opschorting, uitstel en probatie
Bijzonder strafrecht:
Binnen het bijzonder strafrecht worden verschillende misdrijven afzonderlijk
beschouwd, we zien deze binnen boek II van de strafwetboeken. Volgende zaken
komen daar aan bod:
- Gaat over de misdrijven zelf en de sancties die erbij zitten
- Diefstal misdaden en wandbedrijven tegen eigendommen
- Doodslag misdaden en wandbedrijven tegen personen
Bijzondere wetgeving
We hebben ook complementaire wetten. Deze wetten staan niet is het strafwetboek,
maar worden geacht er een logisch en integraal deel van uit te maken. Ze behoren
tot de algemene basis van de wetten.
- Wet voorlopige hechtenis
- Wet voorwaardelijke invrijheidsstelling
- Wet opschorting, uitstel en probatie
Als laatste zien we ook de bijzondere strafwetten, dit zijn bijzondere materies of
categorieën van personen. Hieronder vallen de: drugswet, wapenwet en
hormonenwet.
HET LEGALITEITSBEGINSEL
‘Nullum cimen sine lege’ = geen misdrijf zonder wet
‘Nulla poena sine lege’ = geen straf zonder wet
Wanneer het (de sancties, wetgeving, ...) in het grondwetboek zit, is het heel moeilijk
om ertegenin te gaan. Ze probeerden zekerheid te scheppen, zo weet je wat wel/ wat
niet strafbaar is.
- ‘Ik wist dat niet’, is geen geldig excuus. Je wordt geacht dit te weten.
Binnen het principe van het legaliteitsbeginsel, kunnen enkel gedragingen die
volgens de wet als strafbaar gezien worden (waarbij de straf ook beschreven staat),
effectief strafbaar geacht worden. Als er geen wet bestaat kunnen de gestelde
handelingen geen misdrijf zijn.
Uit het legaliteitsbeginsel vloeien ook twee andere beginselen:
Strikte interpretatie van de strafwet. (Rechter moet eerst kijken naar de strikte zin van de
straf en deze uitleggen)
- Niet-retroactieve werking van de strafwet
INTERPREATIE VAN DE STRAFWET
Welke stappen zijn er voor interpretatie/ hoe moet je zaken interpreteren. De rechter
is toegelaten om te zoeken naar de wil van de wetgever doormiddel van
interpretatie. We zien vier soorten interpretaties van de wet:
, Letterlijke interpretatie van de strafwet taalkundig en grammaticaal. Ze kijken
naar de letterlijke tekst en gaan deze gaan analyseren. (Een komma kan een groot
verschil maken voor een straf). De echte letterlijke interpretatie
- Bijvoorbeeld: woorden opzoeken in een woordenboek, want ze kijken naar de letterlijke
betekenis van woorden.
Teleologische interpretatie van de strafwet dit mag enkel wanneer de tekst niet
duidelijk genoeg is.
Ze zoeken naar: wat is het doel, wat is het doel van de wet, wat wou de wetgever
hiermee bedoelen? Waarom heeft de wetgever deze wet geschreven? Op deze
manier kan je de wet flexibel en relevant houden (bv cyber en de GDPR)
- Er gaat vaak parlementaire voorbereiding vooraf bij het invoeren van een wet.
Hier discussiëren ze ook over het doel etc.
- Er moet steeds voldoende zekerheid zijn over we wil van de wetgever en het
feit moet onder de wettelijke definitie kunnen worden overgebracht.
- De rechter mag de maatschappelijke ontwikkelingen in rekening brengen (!)
Evolutieve interpretatie van de wet dingen die de wetgever nog niet kon voorzien
op het moment dat de wetgever de wet schreef.
- Bijvoorbeeld: inbraak met namaaksleutels, momenteel mag je de magnetische kaart hier
ook onder interpreteren (hotel).
- Bijvoorbeeld: zedenschennis nu of 100 jaar geleden, is een groot verschil. 100jaar geleden
kon je opgepakt worden om in bikini rond te lopen, momenteel zal er daar niet veel volk op
komen.
- Bijvoorbeeld: diefstal van zaak momenteel ook voor nutsvoorzieningen,
computergegevens, ….
Analogische interpretatie rechter mag de strafwet niet uitbreiden door zaken toe
te passen op vergelijkbare gevallen die door de wetgever niet geviseerd waren.
Hierdoor zegt de rechter de ene keer dit en de andere keer iets anders, hij kan het
naar zijn zit zetten. Daarom is het verboden, in bescherming van de burgers. Staat
haakt op het legaliteitsbeginsel.
- Bijvoorbeeld: bij een diefstaf met geweld, als je een motorvoertuig gebruikt is dat een
verzwarende omstandigheid. Dit kan de rechter niet toepassen bij een gewone diefstal
zonder geweld.
TOEPASSING VAN DE STRAFWET IN DE TIJD
Een gedraging mag slechts gestraft worden indien deze gedraging wettelijk strafbaar
was op het ogenblik dat zij plaatsvond. Het gevolg hiervan is het principe van de niet-
terugkerende kracht van de (strengere) strafwet.
- Een jaar later kunnen ze jou niet meer straffen voor een misdrijf dat nu
strafbaar is en toen nog niet.
VOORBEELD
Wanneer er vandaag een moord aan het licht komt, gedateerd van 1995, dan moet
de rechter zich verplaatsen naar 1995. Dit heeft als gevolg dat de moordenaar de
straf moet krijgen die hij in ’95 zou gekregen hebben voor moord. Wanneer deze feit
niet zou bestraft worden in ’95, kan hij in 2024 hier ook niet voor gestraft worden.
Dit noemen we ook wel de non-retroactiviteit. Dit betekent dat strafrecht niet met
terugwerkende kracht kan worden toegepast op gedragingen die toen ze gepleegd
waren niet strafbaar waren.
Er is wel een uitzondering. Dit is het beginsel van de retroactiviteit (terugwerkende
kracht) van de mildere strafwetten. Wanneer een straf milder is dan de tijde dat hij is