Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting theorie anatomie en fysiologie medische kennis 1 €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting theorie anatomie en fysiologie medische kennis 1

 17 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

samenvatting van de theorie uit het boek anatomie en fysiologie van het eerste tentamen medische kennis; inleiding medische kennis en circulatie.

Aperçu 3 sur 19  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 1 mai 2024
  • 19
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
H1 Terreinverkenning
Leerdoelen:
 Weet je de wat de doelstelling is van het steunvak anatomie en fysiologie;
 Weet je de definitie van anatomie;
 Weet je de definitie van fysiologie;
 Begrijp je wat functionele anatomie inhoudt;
 Ken je een aantal veel gebruikte onderzoeksmethoden die anatomische en fysiologische
kennis van het menselijk lichaam opleveren;
 Ken je de structuur van en de leerroute in dit leerboek;
 Heb je een beeld van de inhoud en de aard van het vak anatomie en fysiologie;
 Ken je de kenmerken van de standaardmens.


Anatomie (ontleedkunde), houd zich bezig met de bouw van het menselijk lichaam.

Fysiologie (natuurleer), houd zich bezig met het functioneren van een levend organisme.

Functionele anatomie (anatomie en fysiologie), behandelt de bouw van het menselijke lichaam in
directe en lichaamsfunctie.



Onderzoeksmethoden:
Inspectie: systematisch observeren van de buitenkant van het lichaam

Bv. - hoe is de kleur van de huid?

- zijn er putjes of knobbels?

- staat de persoon recht?

Palpatie: door met je handen en vingers het lichaamsoppervlak te tasten kom je meer te weten over
de dieper gelegen structuren

Bv. - zijn er verhardingen in het weefsel te voelen?

- zijn de spieren slap of juist gespannen?

- heeft de lever normale afmetingen?

Percussie: door te kloppen op het lichaam kan je uit de toonhoogte een indruk krijgen van de
toestand van het onderliggende weefsel.

Bv. - is het hart vergoot?

- hoe ontplooien de longen zich tijdens het ademhalen?

Auscultatie: luisteren met je stethoscoop naar geluiden die door het lichaam geproduceerd worden.

Bv. - welke tonen produceert het hart?

- hoe actief zijn de darmen?

,Laboratoriumonderzoek: het onderzoeken van weefsel en vloeistoffen.

Bv. - hoe is de samenstelling van de bloedcellen?

- zitten er bacteriën in het speeksel die een ontsteking kunnen veroorzaken?



Röntgenstraling: maakt een opnamen van de botten in het lichaam. Kalkhoudende botten
absorberen de straling niet, het weefsel wel. Op de foto lichten daardoor de botten wit op.

Computertomografie (CT): zichtbaar maken van de zachtere weefsels door röntgenstraling. Computer
versterkt de verschillende mate waarin weefsel de straling absorbeert.

Angiografie: hiermee kan men afwijkingen in de hartholten en bloedvaten opsporen. Er wordt een
contrastvloeistof in de bloedbaan gespoten, hierdoor kan de röntgenfoto gemaakt worden.

MRI (magnetic resonance imaging): de patiënt wordt in een magnetische tunnel geplaatst. Door de
magneet worden waterstofatoomkernen in het lichaam gemagnetiseerd. Door de uitgezonde
radiogolven gaan de waterstofatoomkernen resoneren (meetrillen). Zodra de radiogolven stoppen
geven de kernen de trillingsenergie af als signalen. Weefsels die geen water bevatten geven geen
signaal af en kleuren zwart op de MRI.

Echografie/echoscopie: beeldvormend onderzoek met ultrageluidtrillingen. Via een sonde worden
hoogfrequentie geluidgolven het lichaam in gezonden. De organen en weefsels weerkaatsen dit.

Doppleronderzoek: door hoogfrequentie geluiden wordt de stoomrichting en stroomsnelheid van het
bloed geregistreerd.

Endoscopie: is een verzamelnaam voor alle onderzoeken waarbij gebruik gemaakt wordt van een .
optische sonde (flexibele staaf met een camera).



ECG (elektrocardiogram) geeft gegevens over de hartactiviteit.

EEG (elektro-encefalogram) geeft gegevens over de hersenactiviteit.

EMG (elektromyogram) geeft gegevens over de spieractiviteit.



Belangrijke afkortingen:
a = arteria (slagader)
v = vena (ader)
n = nervus (zenuw)
m = musculus (spier)


Mensen zijn psychopathische wezens, het lichaam en de ziel worden als een gezien. Bij holistische
benadering wordt er gekeken naar de totaliteit (psychisch, somatisch, sociaal). Kennis en inzicht
worden samengevoegd tot een ondeelbaar geheel.

, H2 Cellen
Leerdoelen:
 begrijp je dat de cel de kleinste stofwisselingeenheid en de kleinste bouwsteen van het lichaam is;
 weet je wat katabole en anabole reacties zijn;
 weet je dat er energie vrijkomt bij de dissimilatie in de cel;
 weet je hoe de vrijgekomen energie wordt opgeslagen in ATP;
 heb je inzicht in de werking en eigenschappen van enzymen;
 heb je inzicht in de algemene bouw van een cel;
 weet je hoe de celmembraan opgebouwd is;
 ken je de belangrijkste transportmechanismen waarmee stoffen in en uit de cel worden gebracht;
 weet je de bouw en functies van de belangrijkste organellen;
 ken je de algemene levenscyclus van de cel;
 weet je hoe de celdeling verloopt;
 weet je wat celdifferentiatie en celspecialisatie zijn en wat die termen betekenen voor de vele
verschillende typen cellen van het menselijk lichaam.


De cel is de kleinste stofwisselingseenheid van het lichaam. Metabolisme worden alle biomedische
reacties die in de cel plaatsvinden bedoeld.

Anabole reactie, kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere. Dit kost energie (assimilatie).

Katabole reactie, grote moleculen worden afgebroken tot kleinere. Dit kost geen energie
(dissimilatie)

Bij verbranding is er altijd zuurstof nodig, er vindt dus aerobe dissimilatie plaats. (Verbranding in de
cel wordt ook vaak celademhaling genoemd)



Glucose + zuurstof -> energie + water + koolstofdioxide


Als er geen glucose beschikbaar is, kunnen cellen ook vetten verbranden.


Vetten + zuurstof -> energie + water + koolstofdioxide + afvalstoffen

Is er geen zuurstof aanwezig in de cel, wordt er gebruik gemaakt van anaerobe dissimilatie. Hierbij is
de energie opbrengst lager en ontstaan er afvalstoffen zoals melkzuur. Dit gebeurd voornamelijk in de
spieren.

Glucose -> energie + melkzuur + water


De stof die energie kan ‘opladen’ heet adenosinedifosfaat (ADP). Als er een derde fosfaat molecuul
wordt gebonden heet de stof adenosinetrifosfaat (ATP).

ADP + P + energie = ATP

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukbosma. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

59325 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter