Samenvatting literatuur strafrecht en mensenrechten
88 vues 10 fois vendu
Cours
Strafrecht en mensenrechten (670069M6)
Établissement
Tilburg University (UVT)
Alle voorgeschreven literatuur voor het vak strafrecht en mensenrechten (670069-M-6) van de master Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg (2024)
Geen coulance maar recht: de actieve raadsman bij het politieverhoor – Lochs
Aanleiding:
- Klacht bij Hof van Discipline over advocaat die verhoor onderbrak, hij beriep zich op Richtlijn
2013/48/EU waaruit zou blijken dat een raadsman actief mag deelnemen aan een verhoor
- Hof van Discipline oordeelde bij een klacht dat aan een advocaat grote mate van vrijheid toekomt
om belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt
- Beginselen van eerlijk strafproces brengen mee dat advocaat op actieve wijze de rechten van zijn
cliënt mag bewaken en in dat kader een actieve bijdrage mag leveren aan een politieverhoor
- Advocaat mag geen middelen gebruiken die die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die
leiden tot onevenredige verstoring van het politieverhoor zonder dat zij tot voordeel van cliënt
strekken
- Actief optreden van advocaat tijdens politieverhoor, ook wanneer dat inhoudt dat hij meermaals
intervenieert gedurende de ondervraging, krijgt dus de zegen van de hoogste tuchtrechter
Verhoorbijstand in Nederland:
- 2009 EHRM Salduz: HR oordeelde dat iedere verdachte voorafgaand aan zijn politieverhoor in
gelegenheid moet worden gesteld een advocaat te raadplegen
- 2013: Richtlijn 2013/48/EU betreffende het recht op toegang tot advocaat → er werd gesteld dat
daaruit ook recht op verhoorbijstand volgt
- 22 december 2015: HR ging om en nam recht op verhoorbijstand aan
- 2016: consequenties door HR bij uitblijven van verhoorbijstand
- College van procureurs-generaals stelde beleidsregels op
- Raadsman mocht voor en na politieverhoor opmerkingen maken/vragen stellen
- Raadsman moest zich tijdens verhoor afzijdig houden en slechts in specifieke gevallen tot
verhorende ambtenaren wenden
- 2017: implementatie Richtlijn vlg. wettelijke regeling
- art. 28d Sv: verdachten kunnen zich tijdens verhoor laten bijstaan door raadsman
- art. 28d lid 4 Sv: verloop en bijstand tijdens politieverhoor worden geregeld bij Besluit
inrichting en orde politieverhoor
- Besluit inrichting en orde politieverhoor:
- art. 2: verhorend ambtenaar heeft leiding over verhoor
- art. 5 lid 2: raadsman mag voorafgaand aan en na afloop van verhoor opmerkingen
maken/vragen stellen
- art. 5 lid 1: raadsman moet zich tot verhorend ambtenaar richten
- art. 4: raadsman mag geen vragen beantwoorden namens verdachte
- art. 8 lid 1: als raadsman zich niet aan regels houdt kan hij uit verhoorruimte worden
verwijderd (na ten minste 1 waarschuwing door verhorend ambtenaar)
- Art. 28d lid 1 Sv: raadsman mag verzoeken om onderbreking van verhoor voor onderling overleg
→ verzoek mag 1e keer niet geweigerd worden, herhaalde verzoeken wel
- Leidraad politieverhoor en Protocol raadsman bij politieverhoor door NOvA opgesteld
- HR: gebruik van verklaringen die voor 22 december 2015 zonder verhoorbijstand zijn afgelegd
kunnen in strijd komen met recht op eerlijk proces
Europeesrechtelijke normering van verhoorbijstand:
- Art. 3 lid 3 sub b Richtlijn: ‘de lidstaten zorgen ervoor dat de verdachten of beklaagden het recht
hebben dat hun advocaat bij het verhoor aanwezig is en daaraan daadwerkelijk kan deelnemen. Deze
deelname geschiedt overeenkomstig procedures in het nationale recht, mits die procedures de
,daadwerkelijke uitoefening en de essentie van het desbetreffende recht onverlet laten. Wanneer een
advocaat aan het verhoor deelneemt, wordt het feit dat dergelijke deelname heeft plaatsgevonden,
geregistreerd door gebruik te maken van de registratieprocedure overeenkomstig het recht van de
betrokken lidstaat.’
- ‘deelnemen’ = tijdens een politieverhoor kan een advocaat onder meer vragen stellen,
verduidelijking vragen en verklaringen afleggen, die dienen te worden geregistreerd overeenkomstig
het nationale recht
- Toetsingskader ontwikkeld door EHRM in Ibrahim e.a. t. VK:
- Beoordelen of sprake is van dwingende redenen om recht op rechtsbijstand te beperken
- Beoordelen of kan worden gesproken van overall fairness van procedure in haar geheel
- Deelrechten van art. 6 lid 3 EVRM moeten als minimumvereisten worden beschouwd
→ strekken ertoe eerlijkheid van proces te waarborgen
- EHRM laat aan lidstaten over hoe toegang tot advocaat in nationale procedures wordt geregeld
- EHRM Soytemiz t. Turkije: verdachte kan gebruikmaken van rechtsbijstand over hele fase van
politieverhoor tot en met moment dat verklaring wordt vastgesteld en ondertekend
→ actieve deelname van advocaat: ‘to intervene to ensire respect for suspect’s rights’
Noodzaak tot herziening van de regeling van verhoorbijstand:
- Nederlandse regeling geeft blijk van een te restrictieve opvatting van de rol van de raadsman tijdens
het politieverhoor
- Er zal pas een schending worden aangenomen als advocaat daadwerkelijk is beperkt in verlenen van
bijstand en verdachte belastende verklaringen heeft afgelegd die ook voor bewijs zijn gebruikt
- Lidstaten van EU/EVRM hebben zich verplicht tot naleven van Unierechtelijke en mensenrechtelijke
normen → ze zijn verplicht te voorzien in passende en doeltreffende maatregelen om Unierechtelijke
verplichtingen te waarborgen
- Grote mate van terughoudendheid en zuinigheid loopt als rode draad door totstandkoming van NL
regeling van rechtsbijstand rondom het politieverhoor → NL heeft zich lange tijd verzet tegen
erkenning van recht op verhoorbijstand
- Tot slot werkt de keuze voor een beperkte implementatie in de hand dat discussies over de
reikwijdte van de toelaatbare bijstand ontstaan en er, afhankelijk van de ‘coulance’ van de
verhoorders en de opstelling van de advocaat, grote verschillen kunnen zijn in de wijze waarop de
verhoorbijstand gestalte krijgt
Conclusie:
- Aanpassing van wettelijke regeling kan niet uitblijven gelet op ontwikkelingen in Straatsburgse
jurisprudentie waar het recht op aanwezigheid en actieve bijstand van advocaat tijdens verhoor deel
uitmaakt van algemene uitgangspunten van het door het Hof aan te leggen toetsingskader
- De beperkingen die voortvloeien uit artikel 28d Sv en het Besluit inrichting en orde politieverhoor
staan aan daadwerkelijke deelname door de raadsman als bedoeld in Richtlijn 2013/48/EU in de weg,
en werken onnodige discussies en rechtsongelijkheid in de hand
,De betekenis van het grondwettelijk recht op een eerlijk proces voor het huidige en toekomstige
strafprocesrecht – Timmerman
Inleiding:
- Sinds 30 augustus 2022 bevat art. 17 lid 1 Gw het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke
termijn: ‘Ieder heeft bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de
gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging recht op een eerlijk proces binnen een
redelijke termijn voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter’
- Meerwaarde van opneming van dit recht in de Grondwet is juridische en symbolisch
- Toegevoegde waarde doordat grondwettelijke codificatie de dialoog tussen internationale en
nationale rechterlijke instanties bij uitleg van recht op eerlijk proces kan verbeteren
Beoogde functies van art. 17 lid 1 Gw vlg. MvT:
- Juridische meerwaarde in reikwijdte: art. 17 lid 1 Gw ziet toe dat recht op eerlijk proces toekomt
aan ieder ten aanzien van wie sprake is van het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen of het
bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vordering
→ toepassingsbereik is ruimer dan EVRM → dichten van lacune in waarborg van
rechtsbescherming van individuele burgers en rechtspersonen in de verdragsbepalingen
→ recht op eerlijk proces is van toepassing op alle juridische procedures
- Juridische meerwaarde door handvat voor wetgever en rechter om tot nadere invulling te komen
van grondwettelijke recht op eerlijk proces: wetgever zal conceptwetgeving moeten toetsen aan
grondwettelijke norm maar kan ook aan die norm ‘nadere uitwerking geven’ → rechter kan ook tot
nadere invulling van nationale grondrecht komen (hij mag niet rechterlijk toetsen van wet in formele
zin aan Grondwet en art 17 lid 1 Gw mag niet in strijd met art. 6 EVRM worden uitgelegd)
- Juridische meerwaarde voor rechtsvormende/interpretatieve activiteiten NL wetgever en rechter
- Art. 17 lid 1 Gw geeft burger bepaalde aanspraak jegens wetgever en rechter (rechter heeft functie
van rechtsvorming)
- Symbolische meerwaarde: stellen van norm op constitutioneel niveau drukt belang van norm uit en
dit heeft stabiliserende werking in politieke praktijk in sterk veranderende wereld
- Mogelijk effect van codificatie = betere constitutionele dialoog tussen NL rechter en internationale
rechterlijke colleges bij concrete uitwerking van waarborgen van eerlijk proces
Wetenschappelijke inzichten:
- Er wordt erkend dat een nationaal grondrecht een juridisch belang heeft voor de rechtsvorming en
ontwikkeling door de Nederlandse rechter en wetgever
- Expliciete grondwettelijke legitimatie kan praktisch kracht worden bijgezet als in het
wetgevingsproces dat heeft geleid tot de toevoeging van artikel 17 lid 1 aan de Grondwet duidelijke
handvatten voor de (ruimere) invulling van een nationaal recht op een eerlijk proces worden gegeven
- Vergrote interactie tussen internationale en nationale actoren bij de uitleg van het recht op een
eerlijk proces kan ertoe bijdragen dat veroordelingen van Nederland in Straatsburg worden
voorkomen en zodoende de werklast van het EHRM verminderen
→ ze kunnen Nederland meer ruimte laten om eerlijk proces op eigen, bij NL situatie
passende, wijze vorm te geven
→ NL vormgeving kan weer inspiratie bieden voor invulling van rechten die in EVRM en
Handvest zijn neergelegd
- Opneming van recht op eerlijk proces in Gw kan veiligheidsgarantie bieden voor het geval NL geen
partij meer zou zijn bij het EVRM of geen lid meer zou zijn van EU
- Praktische meerwaarde: soms lastig om sommige aspecten van art. 6 EVRM te vertalen naar NL
rechtspraktijk, dit zal niet zo zijn als er in NL al over wordt geoordeeld; daarnaast moet er soms lang
,gewacht worden op uitspraken van het EHRM en het HvJ EU
→ nationaal grondrecht kan sneller worden aangegrepen om sneller, duidelijker en
consequenter toesnijden op NL situatie
Gebruik van art. 17 lid 1 Gw door moderniseringswetgever:
- Hoofddoelstelling van nieuw WvSv houdt in dat strafprocesrecht zoveel mogelijk moet bevorderen
dat enerzijds degenen die de strafwet hebben overtreden volgens de regels van het materiële
strafrecht worden bestraft en, anderzijds, dat door eerbiediging van de rechten en vrijheden van de
verdachte zoveel mogelijk wordt voorkomen dat onschuldigen worden vervolgd en bestraft
- In het nieuwe wetboek dient zo goed mogelijk gewaarborgd te zijn dat het onderzoek in een
strafzaak vanaf het begin zowel zorgvuldig als voortvarend plaatsvindt, met inachtneming van de
(grond)rechten van burgers, waaronder het recht op een eerlijk proces’
- Bij vormgeven van nieuwe wetboek is naar regeling gestreefd die verhouding tot EVRM
optimaliseert
- Gekozen voor open formulering van recht op eerlijk proces om rekening te houden met
mogelijkheid van rechtsontwikkeling waardoor gelijke tred kan worden gehouden met ontwikkelingen
in rechtspraak van EHRM
- Aan het recht op een eerlijk proces (van art. 17 lid 1 Gw en 1.1.2 Sv) moet geen nieuwe/andere
betekenis worden toegekend dan aan de in art. 6 EVRM, 47 HGEU en 14 IVBPR neergelegde rechten
- Naast de aanhangige modernisering van het Wetboek van Strafvordering is sinds de
inwerkingtreding van artikel 17 lid 1 Grondwet nog één wetsvoorstel gepubliceerd waarin het
grondwettelijk recht op eerlijk proces een kenbare rol speelt
→ betreft 6 juni 2023 wetsvoorstel tot Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in
verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie
Worden de beoogde functies van art. 17 lid 1 Gw in de strafprocesrechtelijke praktijk verwerkelijkt?
- In wetsvoorstellen wordt door verwijzing naar grondwettelijke codificatie constitutioneel belang
van recht op eerlijk proces benadrukt waardoor codificatie daadwerkelijk een symbolische waarde
heeft
- Art. 17 lid 1 Gw vorm effectief een veiligheidsgarantie doordat impliciet wordt bevestigd dat het
recht op eerlijk proces ook geld als NL niet langer gebonden is aan internationale bepalingen die dat
recht bevatten
- Andere 3 voorziene functies van art. 17 lid 1 Gw komen in wetsvoorstellen niet naar voren
- Juridische meerwaarde: art. 17 lid 1 Gw heeft wetgever nog geen aanleiding gegeven tot kenbare
reflectie op implicaties van ruimer toepassingsbereik van het recht op een eerlijk proces enerzijds, en
de mogelijkheid om een ruimere inhoudelijke invulling aan dat recht te geven anderzijds
- Reikwijdte: waarborgen van art. 6 EVRM, 47 HGEU en 14 IVBPR hebben al bredere reikwijdte en die
zou ook verder kunnen worden vergroot
- Inhoud: reflectie op betekenis van art. 17 lid 1 Gw is wenselijk in licht van invulling van NL recht op
eerlijk proces die qua inhoud ruimer is ten opzichte van de in EVRM/Handvest neergelegde
equivalenten
- NL strafrechter heeft internationale rechter wat te vertellen over invulling van recht op eerlijk
proces in nationale strafprocesrecht
→ kan leiden tot praktische voordelen: uitspraken van internationale rechters kunnen worden
voorkomen waarin wordt vastgesteld dat de NL rechtspraktijk in strijd is/schijnt te zijn met
vereisten van art. 6 EVRM; nationale rechtsontwikkeling kan op basis van art. 17 lid 1 Gw
bijdragen aan spoedige, duidelijke en goed bij NL strafprocesrecht passende invulling van
recht op eerlijk proces
, Aanbevelingen voor verwerkelijken van beoogde functies van art. 17 lid 1 Gw in het huidige en
toekomstige strafprocesrecht
Bekijken hoe voorziene juridische functie van art. 17 lid 1 Gw voor strafprocesrecht duidelijker kan
worden gerealiseerd
Reikwijdte grondwettelijk recht op een eerlijk proces:
- Juridische functie wordt gezien in vergrote reikwijdte van art. 17 lid 1 Gw ten opzichte van
internationale equivalenten van die bepaling
- Er valt te betogen dat verdedigingsrechten op basis van grondwettelijk recht op eerlijk proces
toepasselijk zijn op alle juridische procedures in strafrechtelijke sfeer
- HR oordeelt dat enkel art. 6 lid 1 EVRM van toepassing is op ontnemingsprocedure
→ toepasselijkheid van verschillende bij strafvervolging geldende eerlijk proces waarborgen
zou met beroep op vergrote reikwijdte van art. 17 lid 1 Gw evenwel nadrukkelijker en
algemener kunnen worden gerechtvaardigd voor ontnemingszaken
- Er zijn bepaalde strafvorderlijke procedures waar bepaalde eerlijk proces waarborgen volgens het
EVRM niet toe dwingen maar wel van toepassing kunnen zijn, de Gw kan daarvoor een nadere
legitimatie vormen (ruimere reikwijdte)
- Er kan worden beargumenteerd dat in een beklagprocedure waar enkel een voorlopig oordeel
wordt gegeven over inbeslagneming van een goed niet dezelfde eerlijk proces waarborgen behoeven
te gelden als tijdens strafvervolging stricto sensu
- Rechter moet nagaan wat het verruimde toepassingsbereik van art. 17 lid 1 Gw betekent voor
regulering van strafvorderlijke procedures waarvan tot nu toe gesteld is dat deze niet door art. 6
EVRM of art. 47 HGEU worden bestreken als de verdediging een standpunt inneemt dat inhoudt dat
aan waarborg uit art. 6 EVRM of art. 47 HGEU tekort is gedaan in een strafvorderlijke procedure
waarin niet evident sprake is van vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen, strafvervolging
of het ten uitvoer brengen van Unierecht
Inhoud grondwettelijk recht op een eerlijk proces:
- Wetgever moet conceptwetgeving in overeenstemming brengen met minimale positiefrechtelijke
vereisten die uit internationale recht op eerlijk proces volgen EN ook kenbaar beoordelen of met
inrichting van wetgeving conform die internationale minimumvereisten voldoende recht wordt
gedaan aan het recht op een eerlijk proces of dat aanleiding bestaat om verdergaande bescherming
te bieden (reflectie op reikwijdte van internationale eerlijk proces waarborgen EN reflectie op
positiefrechtelijke inhoud daarvan)
- Strafrechter kan bijdragen aan rechtsvorming op gebied van eerlijk strafproces bij toepassing en
interpretatie van bestaande wetten doordat hij door grondwetgever uitdrukkelijk wordt aangezet tot
nadere uitwerking van nationale recht op een eerlijk proces
- Voorbeelden van Keskin (ondervraginsrecht) en nemo tenetur-beginsel (verbod op zelfincirminatie)
Afsluiting:
- Beoogde functies van art. 17 lid 1 Gw worden nog niet kenbaar verwerkelijkt in het huidige en
toekomstige strafprocesrecht (relatief korte periode sinds opneming van bepaling in Gw)
- Door te reflecteren op de vraag wat art. 17 lid 1 Gw qua reikwijdte en inhoud heeft toe te voegen
aan internationale bescherming van recht op een eerlijk proces, kan met name de beoogde juridische
functie van art. 17 lid 1 Gw worden verwerkelijkt in het huidige en toekomstige strafprocesrecht
→ grondwettelijke codificatie zal positiefrechtelijke betekenis verkrijgen
- Om art. 17 lid 1 Gw en totstandkoming daarvan serieus te nemen, zal wetgever blik minder op
Straatsburg en Luxemburg moeten richten, maar bij vormgeving van toekomstig strafprocesrecht in
overeenstemming met het recht op een eerlijk proces ook gebruik moeten maken van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur irisvanrooij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.