Comm1
Laurane Vanhove
2. CENTRALE THEMA´S
Centrale en terugkerende thema´s
Deze gaan terugkeren wanneer we verschillende theorieën gaan bekijken. Het is belangrijk om deze ook te
kunnen onderscheiden!
Overzicht mediatheorieën :
1) Pre institutionalisering :
- Massamaatschappijtheorie
- Propagandastudies
2) Mainstream paradigma
- Functionalistische mediatheorie
- Limited effects benaderingen (two-step flow, mediating factors, Uses & Gratifications
- Powerful media reconsidered benaderingen (Agenda-setting, Cultivatie, zwijgspiraal)
3) Kritisch paradigma
- Kritische theorie / Frankfurter Schule
- Politieke economie van communicatie
- Cultural Studies
- Post-benaderingen
4) Medium georiënteerde benaderingen
1ste centraal thema: Macht (HNDB 9)
Wie heeft er macht? Sommigen hebben er meer dan anderen.
Heel vaak zeggen deze theorieën iets over wie wel en wie geen macht heeft in media communicatie
processen.
Macht is een dieperliggend, terugkerend thema. media macht en ongelijkheid.
Er zijn verschillende visies over hoe macht speelt in mediacommunicatie processen. Hoe speelt macht in media
communicatieprocessen?
➔ Deze hebben ambivalente positie t.o.v. andere maatschappelijke machtssectoren.
1) Sommige theorieën zien media als een instrument in handen van enkelingen, van de elite, de
machthebbers.
-> Wie controleert heeft meer macht om zijn boodschap te delen en veel invloed uit oefenen op het publiek.
2) Media maken gaat makkelijker, eenvoudiger, goedkoper in een online wereld.
Maar zeker 100 jaar geleden. De media waren vroeger de kranten, tv, radio,… (deze waren in handen van elite
omwille van de gigantische economische kosten die gepaard gaan met media maken). Media was object van
competitie om te kunnen controleren. (Beslissen wie er wel en wie er niet het woord kreeg, welke
boodschappen wel doorgezonden werden en welke niet,…
, 3) Media zijn niet voor allen op gelijke manier voorradig
Als je CEO bent van mediabedrijf heb je meer voordelen dan een ander individu. Maar ook tussen landen!
Productiecentra in de film business tussen Hollywood en de Vlaamse filmindustrie en de Zuid-Afrikaanse film
industrie zijn er grote ongelijkheden.
En omdat dat macht inhoudt zullen ook anderen proberen, via andere manieren, controle uit te oefenen.
4) Media zijn onderhevig aan politieke, economische en juridische regulering en beleid.
Media kunnen (door de boodschappen die gestuurd worden) echter ook machtsposities ondergraven: macht
en tegenmacht.
->Door kritisch reportage, documentaire, dingen die het beleid bekritiseren over het beleid in een krant,….
Dit keert ook terug in de verschillende theorieën.
Macht: dominante t.o.v. pluralistische media
In de verschillende denkbeelden rond de rol van de media zullen sommigen een dominante media perspectief
hebben, anderen een pluralistische media perspectief. We kunnen deze verder uitsplitsen met een aantal
denkbeelden die daaraan gekoppeld zijn. (deze zien we vaak terug komen in de verschillende theorieën.
Onderscheiden in verschillende thema´s/ aspecten:
- Maatschappelijke bron: verschillende perspectieven over wie heeft er de macht?
- Media : hoe is de media georganiseerd? Welke media-structuren of media industrie bestaat er in een
bepaald regio/land?
- Productie : Hoe gebeuren de productie processen?
- Inhoud en wereldbeeld
- Publiek
- Effecten
2
, Dominante media : heersende klasse, dominante elite
Vanuit de optiek van ‘dominante media’ zijn media een machtsinstrument in handen van machtige
groepen en instellingen. Slechts een klein aantal individuen en groepen met weliswaar machtige
belangen controleert de media(-instellingen en –inhoud).
De media zijn grotendeels gelijkaardig qua type en doel en bieden hun publiek een vrij uniform beeld –
ingegeven door de belangen van wie de media controleert – over de samenleving. In het model van
de dominante media is het publiek beperkt in zijn mogelijkheden om hier tegen in te gaan. Kritieken en
alternatieve ideeën over maatschappelijke organisatie komen niet of nauwelijks aan bod, tenzij in de
marge. Kijkers, luisteraars, lezers, enz. zijn tevens passief en aanvaarden gewillig het door de media
verzonden mens- en wereldbeeld.
Dat proces bevestigt dan ook uiteindelijk heersende machtsstructuren en de status quo.
Vb.: Frankfurter Schule
Pluralistische media : het valt mee met de media, verschillende groepen zijn erbij betrokken
In deze optiek : geen overheersende machtselite die maatschappelijke verandering en democratische
controle via media uitsluit. Publieken zijn ook veel actiever en doorzien de mediaboodschappen die
op hen afkomen. Zij zijn de drijvende kracht achter het media-aanbod en laten zich niet zomaar
overtuigen. In de ‘media- ecologie’ komen er verschillende visies en meningen aan bod die met elkaar
in competitie treden en waarvan de ontvanger van mediaboodschappen zelf gebruik kan maken,
afhankelijk van diens noden en wensen. Die ontvanger heeft dus in feite zelf een zekere macht om
wat door media verspreid wordt al dan niet te aanvaarden en zelf te interpreteren.
2de centraal thema: Sociale integratie en identiteit
In verschillende theorieën wordt er vaak iets gezegd over : Wat doet media met onze identiteit (individueel) en
onze verbonden met anderen (sociale integratie).
Sommige benaderingen kan je als centrifugaal zien. Deze zien dus voornamelijk centrifugale media effecten.
( Van de kern naar buiten toe ) <-> Centripetaal van buiten naar kern (naar het centrum toe gaan).
Media effecten:
Centrifugaal = nadruk op media dragen bij aan verandering, vrijheid van media gebruikers, fragmentatie,
individualisering, van de kern weg.
Centripetaal = naar de kern toe, media dragen bij tot eenheid, orde, cohesie, integratie.
Vb.: warmste week -> Mensen komen samen om geld in te zamelen voor het goede doel. Zij doen iets voor het
bedrijf/ goede doel,… Ze steunen allemaal samen iets, verbondenheid,… mensen evalueren dit positief dus
kunne we zeggen dat het gaat om : “Integratie solidariteit”.
Dit kan je op verschillende manieren evalueren:
Positief/ optimistisch
Negatief/ pessimistisch
3
, Op as kruis kan je verschillende effecten plaatsen, op die manier kan men zien hoe media een invloed plaats
op sociale integratie (zowel positief als negatief).
1. vrijheid, diversiteit : Centrifugaal positief
-> heel makkelijk dingen zien van heel de wereld
2. Normloosheid, verlies van identiteit: Centrifugaal Negatief
-> alles kan op het internet, je kan je identiteit verliezen (cyber bullying),
De barrière om het in real life te doen valt weg. Iedereen durft meer en heeft een ander gedrag in de online
wereld. “Je kan je voor iemand anders voordoen…
3. Integratie, solidariteit: Centripetaal Positief
->Mensen komen samen
4) Dominantie, Uniformiteit: Centripetaal Negatief
-> Manifestaties: Diverse groepen komen samen en manifesteren
Er zijn verschillende theorieën die je in deze vier kwadranten kan plaatsen
4