FYSIOLOGIE VAN HET KRAAMBED
1. HET LATE POSTPARTUM
1.1 DEFINIËRING
De late postnatale periode omvat ongeveer 5 weken. Het late postpartum start vanaf dag 8 tot en
met 42 dagen (6 weken) na de bevalling.
- De gezondheid van de mama en baby worden niet alleen de eerste dagen maar ook de
eerste weken opgevolgd.
- GVO geven in borstvoeding en flesvoeding, anticonceptie. Temperatuur, gewicht nemen bij
de baby + parameters bij de mama.
1.2 TAAK VAN DE VROEDVROUW
- Vroedvrouw belangrijkste rol in het begeleiden en bewaken van de fysiologie van het
kraambed.
- GVO geven in borstvoeding en flesvoeding, anticonceptie, levensstijl. Temperatuur, gewicht
nemen bij de baby + parameters bij de mama.
- Waar nodig en efficiënt communiceren met andere hulpverleners.
POSTNATAAL ZORGPAD
Vroedvrouw past haar zorg toe aan de hand van een postnataal zorgpad. Binnen dit zorgpad start de
opvolging en zorg door de vroedvrouw zodra moeder en kind het ziekenhuis verlaten.
Opvolging afhankelijk van verblijfsduur in het ziekenhuis.
bij thuisbevalling of poliklinisch bevallen postnatale zorg volledig thuis
bij normaal verblijf in het ziekenhuis deels buiten de muren van de zorginstelling
BEZOEKEN DOOR VROEDVROUW
Vroedvrouw vooorziet minimum aantal bezoeken afhankelijk van noden, behoeften en wensen.
De huisbezoeken worden ingepland op kritische momenten.
Gedurende 6 à 8 weken na bevalling. Indien nodig kan het verstrekt worden tot 1 jaar na de
geboorte.
TIMING HUISBEZOEKEN
Bij thuisbevalling of ontslag uit ziekenhuis binnen 72 na bevalling, dient de vroedvrouw een eerste
huisbezoek te plannen binnen 24u na bevalling of ontslag.
In het onmiddellijke en vroege postpartum: dag 1, 3 en 5. (= bij kraamgezin thuis)
In het late postpartum: dag 7-14, 1 maand en 6 à 8 weken na bevalling. (= zowel thuis als op de
praktijk)
BETALING BEZOEKEN
- Elke bevallen mama: recht op een minimum aantal bezoeken
1
, o Waar nodig uitgebreid op voorschrift van de arts.
- Postnatale bezoeken volledig terugbetaald door de mutualiteit
Rekening houden met andere afspraken arts, behoeften van de zorgvragers
In praktijk rekening houdend met kinderarts en K&G
• Kinderarts: 2
• K&G: 1 à 2 huisbezoeken, gehoortest,
• consultatie 1M – 2M – 3M – 4M – 6M – 9M – 12M – 15M – 2J – 2,5J
Belangrijke informatie
Sinds december 2019 werd het aantal huisbezoeken vanaf de 6e dag postpartum van 7 naar 6
gebracht. Wenst de vroedvrouw meer dan 6 huisbezoeken, kan dit enkel op basis van een grondige
reden.
Extra huisbezoeken kunnen dus enkel met schriftelijke motivering van de vroedvrouw of voorschrift
van de arts.
2. DE KRAAMVROUW
Postnatale zorg = evaluatie van de fysieke en mentale gezondheidstoestand.
2.1 FYSISCH WELZIJN
Observatie lichamelijke aspecten
Herstel van het lichaam naar niet-zwangere status staat centraal in het late postpartum. Realistische
verwachtingen zijn hierbij essentieel. 9 maanden ontzwangeren
Evolutie kan individueel sterk verschillen afhankelijk van de uitgangspositie (pariteit, uitzetting
baarmoeder, wijze van bevalling..)
Bij elk contact volgende zaken bekijken baarmoederinvolutie, bloedverlies, herstel vagina en
bekkenbodem, uitscheiding, pijn/ongemakken.
Na 10 dagen bevindt uterus zich opnieuw volledig in het bekken.
Na 6 à 8 weken is de baarmoeder volledig geïnvolueerd.
Lochia kan optreden tot 6 weken na de bevalling
Vagina en perineum herstellen (= eerste weken na bevalling: weefsels uitgerokken, gekneusd
en gevoelig) Door een goede doorbloeding is erv aak na enkele weken volledig herstel
Bekkenbodem, buikwand en lichaamsgewicht hebben tijd nodig om de normale toestand te
bereiken.
HUID:
– Veranderende hormonenspiegel zorgt voor het ontstaan van puistjes + droge en gevoelige
huid.
– Huidverkleuringen verdwijnen langzaam
– Huid beschermen tegen invloeden (bv de zon)
– Het lichaam ontdoet zich van het vocht dat tijdens de zws verzameld werd
– In grote mate transpireren (kan tot 6 weken + is nog meer uitgesproken wanneer men
borstvoedig geeft) Veel water drinken!
2
,HAAR:
– Haaruitval = normaal vanwege de drastische hormonendaling
o goede haarverzorging is aangewezen
o krul en stijltangen vermijden
o normaal patroon na 6 maanden
2.2 PSYCHISCH WELZIJN
Elk postnataal contact nagaan.
BABYBLUES:
Fysische en psychische veanderingen leiden tot een emotionele labiliteit bij de kraamvrouw
Normaal verschijnsel
Verdwijnt binnen 10-tal dagen
Belangrijk 10 à 14 dagen na partus de evolutie nagaan
o Symptomen niet verdwenen of vermindert aandacht voor postpartumdepressie
o Symptomen van angst en depressie gaan vaak hand in hand samen. Wanneer de
angst/spanning overweldigend aanvoelt en de dagelijkse activiteit belemmerd wordt
alert zijn voor angststoornis zoals het optreden van psychose.
o Waar nodig doorverwijzen naar bevoegde hulpverleners.
ALGEMENE RAADGEVINGEN:
Stimuleren om oog te hebben voor hun psychisch welzijn door voor zichzelf te zorgen
o op tijd en vaak rusten
o bij de zorg van het kind openstaan voor de hulp van anderen
o durven spreken over de gevoelens
MOEDER-KIND BINDING:
Goed mentaal welzijn bevordeert de moeder-kind binding.
Band tussen moeder en kind: belangrijke invloed op sociale en emotionele ontwikkeling
begeleiden en stimuleren
bij mama’s met langdurig stressniveau wordt een andere ontwikkeling van het kinderbrein
opgemerkt met mogelijke gevolgen op korte en lange termijn zoals prikkelbare baby’s,
ADHD, leerproblemen, depressies,..
2.3 HET MOEDERSCHAP
Bijzondere en belangrijke rol.
Verantwoordelijkheidsgevoel: kan ervoor zorgen dat mama’s de eerste dagen, weken het gevoel
hebben hun identiteit te verliezen en op zoek gaan naar hun nieuwe ik.
Mama heeft echter nog steeds een eigen persoonlijkheid belangrijk voldoende tijd voor zichzelf te
maken
Taak vroedvrouw: realistische informatie geven over mogelijke gevoelens na geboorte, actief
luisteren, hen begeleiden
DE PARTNERRELATIE
Verbondenheid versus spanningen
3
, Conflicten en spanningen: gevolg van vermoeidheid en prikkelbaarheid
o spanningen in de 1e weken = normaal
o wel belangrijk de nodige tijd te besteden zodat men op zoek kan naar een nieuw
evenwicht
o beide ouders hebben nieuwe rol en hebben tijd nodig om te wennen
o tijd maken voor elkaar en open communiceren
OUDERSCHAP EN OPVOEDEN
‘Goed’ opvoeden geen absolute definitie
Elke ouder is uniek, elk kind is uniek
o DUS: elkaar leren aanvoelen, de noden van het kind ontdekken en nagaan op
welke manier je daarmee wil en/of kan omgaan.
Opvoeden = wisselwerking ouder en kind + wisselwerking met omgeving
Oudes en kind = gelijkwaardige partners in de opvoeding
2.4 HET POSTNATAAL ONDERZOEK
focus ligt op de moeder
6 weken na de bevalling: consultatie bij gynaecoloog of vroedvrouw. (door diegene die
zwangerschap, partus en/of kraamperiode begeleid heeft)
DOEL: algemene gezondheidstoestand van mama na zwangerschap en bevalling
onderzoeken
Aanvulling en/of afsluiting verloskundig dossier dat werd bijgehouden.
3 zaken komen aan bod:
o anamnese
o onderzoek
o advies en begeleiding
Anamnese Onderzoek Advies
= nagaan hoe de periode sinds = gericht onderzoek Vraagstelling en
ontslag uit de kraamafdeling algemene gezondheidstoestand gesprek
verlopen is (uitzicht, oedeem, ledematen..) borstvoeding
algemeen verloop postnatale parameters (bloeddruk!) menstruele
periode gewicht cyclus
eventuele fysieke klachten, urineonderzoek vruchtbaarheid
ongemakken bloedonderzoek seksualiteit en
emotioneel evenwicht palpatie baarmoederstand anticonceptie
toestand baby palpatie buikspieren moeder-kind
seksualiteit, menstruele borstonderzoek relatie
cyclus, anticonceptie inspectie genitalia en perineum ..
postnatale oefeningen vaginaal onderzoek
beroepsactiviteiten.. vaginaal speculumonderzoek
2.5 SEKSUALITEIT EN ANTICONCEPTIE
Voorlichting door de vroedvrouw
4