ORGANISATIE
THEORIE
Prof. Dr. Jeroen Huisman
2023 – 2024
Kijk pp voor vragen + te kennen literatuur
1
,Theorie 1: Introductie
Doelstelling vak
“… een globaal beeld geven van de ontwikkeling van het sociologisch denken over organisaties”
• Kernconcepten uit de theorieën kennen en kunnen toepassen
• Verschillen en overeenkomsten tussen theorieën
Voorbeelden & typen organisaties
• UGent, Volvo cars, Aldi, Van Hecke, muntenhandelaar Interphila bvba, loodgieter Vander
Schaeven, Google, Samsung, huisartsenpraktijk …
Dimensies:
• Groot-klein
• Publiek-privaat-non-profit
• Producten-diensten
Twijfelgevallen:
• Familie: geen specifiek doel/output, maar wel een bepaalde rolverdeling + hangen wel
vast aan een bepaalde input (er moet gegeten worden en geleerd)
• Kerk
• Maffia: heeft een netwerk, hebben een doel, staat niet op papier dat ze een organisatie is
Organisatiekenmerken
• Structuur (routines)
• MACHT
• Mensen
• Legitimiteit (officieel)
• Strategie
Ook: de “harde” en “zachte” kenmerken
Definitie
Organisaties: “organizations are goal-directed, boundary-maintaining, and socially-constructed
systems of human activity” (Aldrich & Ruef)
• Vergelijk: Hatch: social structure, culture, physical structure, technology + environment
• Grensbehoudend
o bv. UGent gaat niet opeens volgende week brood verkopen, houdt zich bezig met
onderwijs en onderzoek, je weet wie en wel niet tot de organisatie behoort
• Altijd wel sprake van menselijke inbreng (ook bij robots moet iemand op de knopt duwen)
• Sociaal -geconstrueerd
Waarom (zoveel) organisaties?
België: 1,14 miljoen KMOs in dec 2022 (1-49 medewerkers) → 1 organisatie op 11 inwoners
• Omdat we ze nodig hebben (=functionele verklaringen) → zijn Meyer & Bromley niet mee
eens, dekt niet de volledige lading
2
, • Mensen proberen macht te verwinnen via organisaties → zelfde opmerking
Meyer & Bromley → Culturele rationalisatie (versus verklaring op basis van functionalisme of
macht)
3 factoren die geleid hebben tot zoveel organisaties:
• Verwetenschappelijking (nieuwe ontdekkingen door wetenshap)
o Men wil met die nieuwe kennis iets doen (bv. CD’s uitvinding was revolutionair,
allerlei bedrijven zijn daarop gesprongen, kan je muziek en film opzetten)
• Individualisering van de maatschappij
o Organisaties moeten rekening houden met de individuele wensen
o Hoe meer variëteit in individuele wensen, hoe meer organisaties daarop gaan
inspringen
• (Hoger) onderwijs
o Steeds meer opgeleide en mondige mensen die een redelijk begrip hebben van
hoe de samenleving in elkaar steekt → gaan hun wensen overbrengen naar
organisaties, ze hebben de kennis om bedrijven te starten
Organisatietheorie
Kortste definitie: The study of how organizations work.
In meer detail: Organisatietheorie studies bieden een interdisciplinaire focus op: (Pfeffer)
• Effect van sociale organisaties op het gedrag en de houding van individuen binnen deze
organisaties
• Effecten van individuele kenmerken en acties op organisaties
• Prestaties, het succes en het voortbestaan van organisaties
o Legitimiteit van organisaties
• Wederzijdse effecten van omgevingen, met inbegrip van middelen en taak-, politieke en
culturele omgevingen op organisaties en vice versa
o Hoe verhoudt de organisatie zich tot de omgeving/maatschappij
• Bezorgdheid over zowel de epistemologie als de methodologie die ten grondslag liggen
aan onderzoek over elk van deze onderwerpen”
o Methodologische aspecten van hoe kunnen we nu organisaties onderzoeken
1&2 = komt weinig aan bod in de sociologische benaderingen van organisaties
3
, Evolutie organisatietheorie (Hatch)
Prehistorie organisatiedenken = Weber, Durkheim, Marx
Tijdsbalk
• Verschillende scholen in organisatietheorie herkennen
• Overlapt een beetje met Hatch
• Het is niet zo dat omdat postmoderne theorieën opkomen dat de klassieke theorieën
dan dood zijn, ze leven nog door!
4