4. Discours als cognitieve representatie
1. Cognitie en cognitieve taalkunde
Cognitie: definitie
(4) Cognitie, een interdisciplinaire studie, verkent de structuren van de hersenen, de representaties
binnen onze geest en de functies van de menselijke geest, zowel op individueel als sociaal niveau.
Neurologen, hersenwetenschappers en biologen richten zich op de fysieke structuur van de hersenen,
terwijl cognitiewetenschappers zich richten op representaties in de geest, wat als de 'inhoud van de
blubber' wordt beschouwd. Deze 'blubber' vormt de basis voor de software van onze geest, waarin
taal een belangrijke rol speelt als een van de instrumenten om de wereld te kennen.
Cognitieve taalkunde (Cogling) bekijkt taal als een integraal onderdeel van de algehele cognitieve
vermogens van de mens. Het onderzoekt diverse aspecten van taal, zoals de structurele kenmerken
van natuurlijke taal, categorisatie, de relatie tussen syntaxis en semantiek, en de pragmatische
achtergronden van taalgebruik. Ook wordt onderzocht hoe taal en denken met elkaar verbonden zijn,
inclusief vraagstukken over taalrelativisme en conceptuele universalen.
Binnen cognitieve taalkunde worden verbanden gelegd met andere disciplines zoals beschrijvende
taalkunde, psycholinguïstiek, pragmatiek, discourse studies en interactieanalyse. Het doel is niet
alleen om woordenschat en syntaxis te bestuderen, maar ook om interacties tussen individuen en
diverse vormen van discours te onderzoeken m.b.v. de instrumenten van de cognitieve taalkunde.
Taal fungeert als een bril waardoor we de wereld percipiëren en ordenen. Het stelt ons in staat om de
visuele informatie die we ontvangen te structureren in begrippen en volgordes. Bovendien zijn onze
individuele doelen en sociale interacties van invloed op hoe we de wereld waarnemen en selecteren.
Taal en cultuur beïnvloeden de manier waarop we de wereld percipiëren, waardoor verschillen in
begrip ontstaan tussen verschillende talen en culturen.
Al met al onderzoekt cognitie en cognitieve taalkunde de diepe verwevenheid tussen taal, denken en
de structuur van onze ervaringen, wat inzichten oplevert over hoe mensen de wereld kennen en
begrijpen.
Cognitie: product en proces
(5) Cognitie omvat het geheel van menselijke kennis, variërend van de laagste niveaus van
waarneming en hoe we informatie ontvangen door zintuiglijke waarneming, zoals zicht, gehoor,
reukzin en tastzin tot de hoogste niveaus van conceptvorming, kennisverwerking, aandacht,
geheugen, bewustzijn en het vermogen om concepten te vormen en te gebruiken.
De benadering van cognitie kan worden verdeeld in twee aspecten: de productkant en de proceskant.
Aan de productkant beschouwen we teksten als statische manifestaties van dynamische cognitieve
processen. Het zijn de geconsolideerde resultaten van denkprocessen, zoals een antwoord op een
examenvraag. Aan de andere kant benadrukt de proceskant de dynamiek van cognitieve processen
tijdens de productie en receptie van teksten, zoals het schrijven en begrijpen van een tekst.
Cognitie omvat niet alleen zintuiglijke waarneming, maar ook het begrip van concepten en artefacten.
Bijvoorbeeld, hoe we de wereld waarnemen en categoriseren, zoals het verschil tussen een
'nachtegaal' en een 'vogel'. Daarnaast worden culturele contexten en frames gebruikt om onze
perceptie van woorden en objecten te vormen, zoals de associaties die we hebben met een 'sleutel'
in verschillende situaties.
,Het begrijpen van cognitie onthult hoe taal en denken met elkaar verweven zijn. Cognitieve
processen tijdens het leren, begrijpen en gebruiken van taal zijn complex en omvatten verschillende
stappen, van het lezen van teksten tot het schrijven van papers en het tonen van kennis tijdens
examens. Cognitie is dynamisch en evolueert naarmate het proces van het schrijven en ontwikkelen
van een tekst vordert door interactie, onderzoek en feedback.
Cognitiewetenschap
(8) Cognitiewetenschap is een interdisciplinair vakgebied dat zich richt op het begrijpen van
menselijke kennis en cognitieve processen. Het maakt gebruik van convergerend bewijs vanuit
diverse disciplines om inzicht te krijgen in hoe onze hersenen, cognitieve representaties en processen
functioneren.
Binnen de cognitiewetenschap komen verschillende disciplines samen. Zo zijn er de linguïstiek met
cognitieve taalkunde, filosofie met philosophy of mind en fenomenologie, enaction en
bewustzijnsstudies. In de psychologie gaat het om cognitieve en experimentele psychologie, terwijl in
de kunstmatige intelligentie disciplines zoals computerwetenschappen, kunstmatige intelligentie,
engineering, wiskunde, systeemtheorie en data mining worden betrokken.
Deze disciplines werken vaak samen en vullen elkaar aan. Bijvoorbeeld, psychologen en linguïsten
kunnen samenwerken om het proces van woordenschatverwerking te onderzoeken. Kunstmatige
intelligentie tracht menselijke kennis te modelleren, zoals het leren van taal of beweging voor robots
of computers. Data mining, zoals toegepast in chatbots, gebruikt statistische verbanden in teksten om
geautomatiseerd tekst te genereren of vragen te beantwoorden.
Biologie, geneeskunde en hersenwetenschap richten zich op hersenbeeldvorming om te begrijpen
wat er gebeurt in de hersenen wanneer we taal gebruiken of horen. In het domein van taalonderwijs
is het begrijpen van informatieverwerking essentieel. Maar ook minder voor de hand liggende
gebieden, zoals sociologie en musicologie, zijn relevant. Er bestaan interdisciplinaire samenwerkingen
tussen bijvoorbeeld linguïsten en musicologen die kijken naar communicatie tussen muzikanten
tijdens het uitvoeren van muziekstukken, niet alleen vanuit een partituur, maar vooral vanuit de
praktijk van de uitvoering.
2. Conceptuele metaforen
Conceptuele metafoor: definitie
(17) Een conceptuele metafoor is een cognitief mechanisme dat wordt gebruikt om een deel van de
menselijke ervaring te begrijpen en te verklaren in termen van een ander ervaringsdomein. Technisch
gezien houdt het in dat er een cognitieve mapping plaatsvindt tussen een abstract doeldomein
(target) en een concreet brondomein (source). Een klassiek voorbeeld is de metafoor "liefde is een
reis" (love is a journey). De metafoor helpt ons om het abstracte begrip van liefde beter te begrijpen
door het te conceptualiseren als een reis waar een liefdespaar doorheen gaat. Het 'doeldomein'
vertegenwoordigt dus het abstracte concept, terwijl het 'brondomein' het concretere element is dat
wordt gebruikt om het abstracte begrip te verduidelijken. In sommige contexten spreekt men in
plaats van target en source ook over tenor en vehicle.
De relatie tussen deze domeinen wordt conventioneel weergegeven als "DOELDOMEIN – IS –
BRONDOMEIN" of "TARGET (tenor) – IS – SOURCE (donor, vehicle)". In deze relatie verbindt de
metafoor het abstracte doeldomein, zoals liefde, met een concreet brondomein, zoals een reis.
, George Lakoff en Mark Johnson (1981 en 1997)
(18) George Lakoff en Mark Johnson, prominente onderzoekers op het gebied van cognitieve
taalkunde, hebben in hun werken uit 1981 en 1997 benadrukt dat conceptuele metaforen onbewuste
cognitieve mechanismen zijn die diep geworteld zijn in ons denken. Deze metaforen opereren op een
dieper, conceptueel niveau en zijn niet direct aanwezig in de taal zelf. Taal bevat geen expliciete
verwijzing naar metaforen, maar we gebruiken ze onbewust in onze dagelijkse taaluitingen.
Abstract denken, volgens Lakoff en Johnson, is gebaseerd op concrete ervaringsgerichte schema's,
vaak gekoppeld aan ruimtelijke waarneming of haptische gebruiksschema's waarin ons lichaam
betrokken is via beweging of manipulatie van objecten. Dit idee komt voort uit het feit dat onze
abstracte concepten en denkwijzen geworteld zijn in concrete ervaringen die we in ons dagelijks
leven opdoen.
De metafoor "liefde is een reis" illustreert dit. Mensen gebruiken deze metafoor onbewust omdat
onze ervaring van bewegen door de wereld ons in staat stelt om abstracte domeinen, zoals liefde, te
begrijpen in termen van concrete ervaringen. De relatie tussen onze lichamelijke ervaringen en de
manier waarop we praten over abstracte concepten is diep verweven, en daarom projecteren we
vaak onze concrete ervaringen en handelingen op abstracte concepten.
Het idee dat concepten als 'ideeën' bewogen kunnen worden door de ruimte is opnieuw een
voorbeeld van hoe we abstracte concepten begrijpen door ze te conceptualiseren in termen van
concrete ervaringen, zoals het manipuleren van objecten in de ruimte. Dit toont aan hoe sterk ons
denken en taalgebruik geworteld zijn in onze fysieke ervaringen en handelingen in de wereld om ons
heen.
Conceptuele metafoor – love is a journey
(19) De conceptuele metafoor "life is a journey" illustreert hoe we delen van het brondomein, 'reis',
projecteren op de liefde, wat ons in staat stelt om aspecten van onze liefdesrelaties te begrijpen en te
beschrijven. In deze metafoor worden geliefden gezien als reizigers die samen een pad bewandelen,
en wordt de liefdesrelatie zelf beschouwd als het voertuig waarmee deze reizigers zich
voortbewegen.
In taalkundige uitdrukkingen zie je dit terugkomen. Bijvoorbeeld: "Een paar jaar geleden beslisten we
samen verder te gaan." Hier wordt de relatie voorgesteld als een reis waarbij een keuze wordt
gemaakt om door te gaan. "Ons pad liep niet over rozen." Dit refereert aan de moeilijkheden en
obstakels die in de relatie zijn ontstaan. "We stonden op een tweesprong: uiteengaan of doorgaan?"
Dit toont de keuzes en de besluitvorming die vergelijkbaar zijn met een splitsing in een pad tijdens
een reis.
De doelen van geliefden worden gelinkt aan hun gedeelde reisdoel, wat in dit geval het bereiken van
een diepere liefdesband is. Tegelijkertijd kunnen obstakels, zoals familiale tegenstand, worden
beschouwd als blokkades of hindernissen op deze reis.
Deze conceptuele metafoor toont aan hoe we onze liefdeservaringen en -problemen begrijpen en
beschrijven door ze te relateren aan een meer concrete ervaring van reizen. Het laat zien hoe onze
taal en denkwijzen sterk beïnvloed worden door deze metaforische manier van begrijpen, zelfs
zonder dat we ons hier altijd bewust van zijn.