Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 4 en 5 van verbintenissenrecht €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Hoofdstuk 4 en 5 van verbintenissenrecht

Hoofdstuk 4 van verbintenissenrecht bespreekt de regels gemeenschappelijk aan de verschillende verbintenissen. Hoofdstuk 5 bespreekt de Bijzondere contracten.

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 13 mai 2024
  • 40
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (18)
avatar-seller
ellendupon
VERBINTENISSENRECHT - ELLEN DUPON 2023-2024 SEM1



HOOFDSTUK 4. REGELS
GEMEENSCHAPPELIJK AAN DE
VERSCHILLENDE
VERBINTENISSEN
1. BEWIJS VAN VERBINTENISSEN


1.1 HET BEWIJS VAN VERBINTENISSEN – INLEIDING

Contractuele aansprakelijkheid

 SE moet bewijzen dat SA een contractuele wanprestatie heeft begaan, die schade heeft veroorzaakt
o Onderscheid resultaat – en middelenverbintenissen
o Eventueel schadebeding in overeenkomst, zodat de schade niet moet worden bewezen
 Hierbij kwam aan bod:
o Rechtshandelingen (aanbod en aanvaarding, contract tussen de partijen, betaling, opzeg,
ingebrekestelling,…)
o Rechtsfeiten (wilsgebreken, overmacht, niet-nakoming van het contract,…)

Buitencontractuele aansprakelijkheid

 Aansprakelijkheid voor eigen daad (art. 1382 en 1383 oud BW)
o Benadeelde moet bewijzen dat schadeveroorzaker een onrechtmatige daad heeft begaan die schade
heeft veroorzaakt
o Rechtsfeiten (onrechtmatige daad, schade, oorzakelijk verband,…)
 Kwalitatieve aansprakelijkheid (art. 1384, 1385, 1386 oud BW)
o Benadeelde moet het bewijs leveren van de aansprakelijkheidsfactoren (bv. bewaarder van een
gebrekkige zaak), de geleden schade en het oorzakelijk verband!
o Rechtsfeiten (aansprakelijkheidsfactoren, schade, oorzakelijk verband)
o Bewijslast: benadeelde
o Soms tegenbewijs mogelijk door wie aangesproken wordt (vreemde oorzaak), soms niet (objectieve
aansprakelijkheid)!

1.2 ALGEMENE REGELS EN BASISBEGRIPPEN VAN HET BEWIJSRECHT

Art. 8.3 BW

A. Aanvullend karakter van de bewijsregels

 Meeste regels van materieel bewijsrecht: aanvullend recht (art. 8.2 BW); sommige van dwingend recht
(bv. consumentenzaken)
 Bewijsovereenkomsten

B. Voorwerp van het bewijs

 Enkel betwiste rechtshandelingen en feiten moeten worden bewezen


56

,VERBINTENISSENRECHT - ELLEN DUPON 2023-2024 SEM1


 Algemeen bekende feiten en ervaringsregels moet niet worden bewezen
 (binnenlands en buitenlands) recht moet niet worden bewezen

C. Bewijslast(verdeling), medewerkingsplicht en bewijsrisico

Art. 8.4 BW

 De partij op wie de bewijslast van een rechtshandeling of een feit rust, draagt de last om in een procedure
ten aanzien van de rechter het bewijs daarvan leveren
o Wie meent een andere in rechte te kunnen aanspreken, moet de rechtshandelingen en feiten
bewijzen die aan zijn vordering ten grondslag liggen
o Hij die beweert bevrijd te zijn, moet de rechtshandelingen en feiten bewijzen die zijn bewering
ondersteunen.

 Medewerkingsplicht: alle partijen moeten meewerken aan de bewijsvoering
o Ook als de bewijslast op een andere partij rust!
o Sanctie? Niet in de wet
 Feitelijk vermoeden dat stelling van de andere partij juist is
 Procesrechtsmisbruik (art. 780bis Ger.W.)
 Dwangsom wanneer de rechter een onderzoeksmaatregel beveelt (bv. overlegging stukken)

 Bewijsrisico wie de bewijslast draagt wordt bij twijfel in het ongelijk gesteld

 Heel uitzonderlijk kan de wettelijke bewijslast door de rechter omgekeerd worden
o Wanneer toepassing gewone bewijsregels kennelijk onredelijk is (bewijsproblemen door toedoen
van de verweerder, de rechter weegt de belangen van de partijen af)
o Alle nuttige onderzoeksmaatregelen werden bevolen
o Er werd gewaakt over de medewerking van alle partijen aan de bewijsvoering
o De beslissing van de rechter moet bijzonder gemotiveerd zijn

Bv. bewijsobstructie, vluchtmisdrijf, verloren gegaan bewijsmateriaal door toedoen van de arts bij
medische aansprakelijkheid,…

D. Bewijsstandaard

Art. 8.5 en 8.6 BW

= vanaf welk ogenblik is de rechter voldoende overtuigd om iets als bewezen te nemen?

 Normale bewijsstandaard: zeker bewijs: redelijke mate van zekerheid vereist
 Uitzondering: verlaagde bewijsstandaard: waarschijnlijkheid
o Bewijs van een negatief feit (bv. ik ben niet geïnformeerd door de arts over de risico’s van de
ingreep)
o Bewijs van een positief feit dat door de aard zelf van dat “quasi-onbewijsbaar” is (bv. diefstal
voertuig, inhoud kluis, dodelijk ongeval zonder getuigen door de staat van de weg)
“waarschijnlijk” = voldoende ernstige elementen voorhanden

Let op: bij bewijsmiddelen met een wettelijke bewijswaarde (bv. akte, bekentenis, eed): wet regelt werlk
gevolg de rechter eraan moet hechten




57

,VERBINTENISSENRECHT - ELLEN DUPON 2023-2024 SEM1




E. Wettelijke vermoedens

Art. 8.7 BW

 Vermoeden: uit een bekend feit leidt de wet of de rechter een ander feit af (gevolgtrekking)
 Twee soorten vermoedens:
o Wettelijke vermoedens
o Feitelijke vermoedens

1. Wettelijke vermoedens

 De wet verbindt aan een zeker feit een welbepaald gevolg
o Weerlegbare vermoedens
o Onweerlegbare vermoedens
 De rechter heeft geen beoordelingsvrijheid

2. Feitelijke (=rechterlijke) vermoedens

= bewijsmiddel

 De rechter leidt uit bekend feit het bestaan van 1 of meerdere onbekende feiten af
 Slechts toegelaten in de gevallen waarin alle bewijsmiddelen zijn toegelaten

F. Bewijsmiddel

= methode om bewijs te leveren

 Bewijsmiddelen in burgerlijke zaken
o Het ondertekend geschrift
o De getuigenis
o Het feitelijk vermoeden
o De bekentenis
o De eed
 Bijzondere bewijsmiddelen in ondernemingszaken
o De boekhouding
o De door de onderneming aanvaarde factuur

 Bewijsrecht bepaalt onder welke voorwaarden welke bewijsmiddelen toegelaten zijn

G. Bewijswaarde

= de mate waarin een bewijselement de rechter overtuigt

 Sommige bewijsmiddelen hebben een wettelijke (of bindende) bewijswaarde
o De wet bepaalt dat het bewijsmiddel een bepaalde overtuigingskracht heeft
o Bewijsmiddelen met afdoende bewijswaarde vs. bewijsmiddelen met een bepaalde bewijswaarde
 Bv. de bekentenis en de eed (= volmaakte bewijsmiddelen, geen tegenbewijs mogelijk)
 Bv. de akte (= bepaalde bewijswaarde, maar tegenbewijs mogelijk op wijze die de wet
bepaalt)


58

, VERBINTENISSENRECHT - ELLEN DUPON 2023-2024 SEM1


 Sommige bewijsmiddelen hebben een vrije bewijswaarde
o De rechter bepaalt vrij de overtuigingskracht van
 Bv. getuigenis en feitelijk vermoeden (de rechter beslist zelf of hij die overtuigend acht en
tegenbewijs is altijd mogelijk)

H. Bewijskracht

= de rechter mag aan een geschrift geen uitlegging geven die met de bewoording ervan onverenigbaar is

 Het Hof van Cassatie kan hierop controle uitoefenen

Bv. huurovereenkomst vermeldt huurprijs van 650 euro; rechter kan niet zeggen:
‘huurovereenkomst vermeldt huurprijs van 700 euro’
= schending van de bewijskracht van dit bewijsstuk

I. Ongeoorloofd bewijs (niet in BW geregeld)

 Ongeoorloofd uit zijn aard
Bv. valse stukken of gegevens gedekt door het beroepsgeheim
 Onrechtmatig verkregen
Bv. verkregen door een misdrijf, door bedrog, door schenking van het recht op privacy
Bv. opzettelijke onderschepping en gebruik van elektronische communicatie zonder toestemming
Bv. privédetective die gebruik maakt van onrechtmatige middelen of uitlokking

 Bewijsuitsluiting van ongeoorloofd bewijs?
o Niet automatisch wering uit debatten (want “recht op bewijs” en belang materiële waarheid)
o Afweging door rechter
o Maar wanneer betrouwbaarheid bewijs aangetast of schending recht op eerlijk proces: uitsluiting
van het ongeoorloofd bewijs
 Staat los van de vraag naar de toelaatbaarheid van bewijs: vrij of gereglementeerd bewijsstelsel

1.3 TOELAATBAARHEID VAN DE BEWIJSMIDDELEN

1.3.1 ALGEMEEN

Bewijsstelsels

 Vrij bewijsstelsel versus gereglementeerd bewijsstelsel (met uitzonderingen)
 Hiërarchie van de bewijsmiddelen
o Voorrang van de bekentenis en de beslissende eed
o In sommige gevallen verplichting om te bewijzen met een ondertekend geschrift
o Grotere bewijswaarde van het ondertekend geschrift dan getuigenis of feitelijk vermoeden

1.3.2 HET VRIJ BEWIJSSTELSEL

Art. 8.8 BW

 Algemene regel!
 Vrij bewijsstelsel is van toepassing
1. Voor het bewijs van feiten
2. Voor het bewijs tussen en tegen ondernemingen
3. Voor het bewijs van rechtshandelingen met betrekking tot een som of een waarde die lager is dan
€3.500,00

59

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellendupon. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62799 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99
  • (0)
  Ajouter