Burgerlijk recht
DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Definitie
Enkele definities: ruim begrippen dat niet enkel gaat over wetten, en hangt af van plaats en tijd
(onze rechten zijn anders dan die in de buurlanden)
1. Recht is een systeem van instellingen en regelingen dat in zijn geheel op een dwingende
wijze de uiterlijke aspecten van het samenleven ordent en bevordert.
2. Het recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip in een bepaalde gemeenschap
gelden en op haar gezag zijn vastgelegd
3. Het recht is een stelsel van dwingende leefregels uitgevaardigd tot beveiliging van menselijke
belangen welke in het contact der samenleving in het gedrang dreigen te komen
Belangrijk een juiste voorstelling te hebben van het rechtsbegrip
Kenmerken van het recht
Het recht is een geheel van regels, regelingen en
instellingen
Het recht wordt gevormd door gedragsregels / 4 elementen
Regels die een gedraging voorschrijven aan individuen opleggen of verbieden hetzij dat zij een
verlofbepaling inhouden
Gebodsbepaling/plichten: voorbeelden: aangifte van geboorte, de opkomstplicht, (vroeger)
dienstplicht, stemplicht, leerplicht iets wat je moet doen
Verbodsbepaling: Voorbeelden: bigamie, oneerlijke handelspraktijken, het strafrecht
Bigamie = het is verboden om met meer dan 1 pers. te trouwen
polygamie komt dan wel veel voor in moslim landen, daar mag een man met 4 vrouwen trouwen,
ook in Afrika de president van Zuid-Afrika heeft door dit concept ontslag moeten nemen
Verlofbepaling/ keuzerecht: het recht bevat regels die niet moeten nageleefd worden, maar waar de
‘mogelijkheden’ bestaat om al dan niet gebruik te maken van rechtsregel. Wetsbepaling die je kan
kiezen of je ze wilt volgen of niet
Voorbeelden: indexering van woninghuur = je moet je domicilie daar hebben bij je woninghuur
De bovenste 3 bepalen ons gedrag // de onderste zorgt ervoor dat ons systeem kan draaien
Louter technische regels: in ons rechtstelsel bestaat ontelbare regels die geen gebod of verbod
inhouden. Het zijn louter technische regels. Ze dienen om het rechtsapparaat te laten draaien.
Voorbeelden: de akten van de Burgerlijke stand, de inhoud van een dagvaarding (= je moet naar de
rechtbank), de regels over de verplichte vermelding op een rijbewijs of identiteitskaart
1
,Het recht omvat het geheel van regelingen en instellingen
Recht bestaat niet alleen uit abstracte normen die algemene draagwijdte hebben en die op iedereen
van toepassing zijn
Het bestaat ook uit regelingen die geen regels of normen zijn
Voorbeelden:
- Beschikkingen die een individuele draagwijdte hebben, zoals benoemingen,…
- De rechtspraak
Het recht bevat ook een aantal regels die betrekkingen hebben op de instellingen van het land: zoals:
- De staatstructuur: de samenstelling, de werking en de bevoegdheid van de wetgevende, de
uitvoerende en de rechterlijke macht
- De gerechtelijke organisatie: de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van de
rechtbanken
Variëren in tijd en plaats (niet in de cursus)
Franse Revolutie (1789) Vrijheid, gelijkheid & broederschap als basis v nieuwe politieke richtingen
Liberté Liberalisme: streven naar een zo groot mogelijke vrijheid voor het individu
- Partijen: Open VLD, LDD, MR, Spirit
- 1831: Hoofdstuk ‘Rechten en Vrijheden in de Grondwet
- Belastingverlaging als stokpaardje doorheen de jaren
Egalité Socialisme: iedereen moet dezelfde mogelijkheden krijgen
≠ Communisme: iedereen moet helemaal gelijk behandeld worden
Partijen: Vooruit, PS & PVDA
Eind 19de eeuw
- Invloed van Karl Marx – tijd van Daens
- Arbeiders verenigen zich > oprichting van Spaarkas en Syndicaat
- 1893: algemeen meervoudig stemrecht voor mannen (afh. Studies)
Begin 20ste eeuw
- Tijdens WOI: groot ongenoegen over de verhouding tussen
Franstalige elite en Vlaamse soldaten in het leger
- 1917: Russische revolutie: Bolsjewieken (communisten) komen aan
de macht, de middeleeuwen waren daar nog niet gestopt
- BE overheid gaan samenzitten met socialisten om een Russisch
scenario te verwijden
- Invoer van algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen
- Eerstkomende verkiezingen: meer socialisten in parlement
- Ontwikkeling van arbeidsrecht en sociaal recht
(max. aantal werkuren/dag, zondagen zijn rustdagen)
Fraternité Christen Democratie: christelijke opvattingen, oog voor gemeenschap en
naastenliefde
Partijen: CD&V, CDh
Onze samenleving is doordrongen van het christendemocratisch
gedachtegoed (verbod op bigamie, echtscheidingsrecht)
1990: kantelpunt abortuskwestie > abortus uit de strafwet halen
- Koning Boudewijn kon de abortuswet niet goedkeuren omwille van
eigen christelijke overtuigingen
- CD&V heeft Koning Boudewijn even aan de kant gezet d.m.v. een
artikel in de grondwet: “als de koning niet in staat is om een wet te
tekenen, mag de regering korttijdig ingrijpen”
Kindergeld invoeren, anticonceptie invoeren, abortus wordt semi geaccepteerd
2
,Andere stromingen:
Nationalisme: Vlaams belang, NV&A
- Jan Jambon: baas van de ministers van de Vlaamse regering = minister president
- Ben Weyts: Minister van onderwijs
- Zuhal Demir: Vlaamse minister van Justitie
Nieuwe ideologie: Ecologisme
- Vertrekt vanuit totaliteit
- Groen en écolo
- Minister Petra de Zutter, minister Tine Vanderstraete (energie)
- Hebben ze impact gehad? Ja
Globalisme verzetten zich tegen de wereldwijde economie die nadelig is voor sommige plaatsen
Bv. Primark die doet aan slavernij en uitbuiten om hier goedkoop te kunnen verkopen
- Geen partijen en geen ministers
- Wel de piratenpartij
Tobin – Taks een land dat failliet is gegaan (Argentinië)
Het doel van het recht is het ordenen van de
samenleving
recht is een instrument om het samenleven in groep mogelijk te
maken
Vanaf men in groep leeft = regels nodig bv. over de jacht en verdeling v/d buit, de voortplanting
Recht is geen doel opzich, maar een middel om bepaalde beleidsopties te realiseren.
het doel dat men wil bereiken is een politiek gebeuren en is geen wezenlijk kenmerk van het recht
Recht is een afspiegeling van de overheersende maatschappelijke tendensen in de maatschappij, van
de waarden die historisch zijn gegroeid recht is dus tijdsgebonden
Het is het resultaat van versch. ideologische stromingen die onze maatschappij beïnvloeden, tot het
punt dat we er niet meer bij stilstaan
Zaken die ons recht en maatschappij hebben beïnvloedt:
- Joods-christelijke godsdienst
- Gecorrigeerd Kapitalisme
- Nationalisme
- Individualisme
- Franse revolutie
Er is in de samenleving een toenemende ‘juridisering’ merkbaar
Meer en meer de neiging alles te willen regelen
Voorbeeld: de wet van 23.11.1998 betreffende de wettelijke samenwoning, die meer
samenlevingsvormen in onze maatschappij introduceerde, het onderwijs, de medische
aansprakelijkheid
Door die toenemende complexiteit van de samenleving, het recht ook complexer wordt en steeds
meer gediversifieerd wordt.
Het Burgerlijk wetboek bevatte slechts enkele bepalingen over de huur nu zijn er specifieke regels
3
, over woninghuur, landpacht, handelshuur en bestaan er nieuwe aanverwante rechtsfiguren, zoals de
leasing
Er bestaat een binding tussen gezag en recht
Recht was in kleine primitieve gemeenschappen niet anders dan onderlinge afspraken
- In een complexe SL = moeilijk om burger te betrekken i/h maken van rechtsregels
o Ze worden gemaakt door erkend gezag
o Is nodig om de naleving van de rechtsregels af te kunnen dwingen
- Belgische maatschappij = geopteerd voor een constitutionele parlementaire democratie met
een koning aan het hoofd
- Soevereine volkswil wordt vertolkt door de verkozen tegenwoordigs in het parlement
maakt samen met de vorst het hoogste orgaan uit
Het recht heeft een dwingend karakter
Meest wezenlijke kenmerk = het verplichtende karakter dit onderscheid:
- Het recht
- De religieuze of morele regels
Naleving van het regt wordt afgedwongen via strafbepaling zo meer rechtszekerheid verschaffen
Rechterlijke macht: staat in voor de sanctionering van de overtreding van de rechtsregels
- In publiek recht neemt de overheid zelf het initiatief tot sanctioneren
- In het privaat recht moet de burger zelf opkomen voor de handhaving van de rechtsregel
waarbij hij belang heeft rechtsbanksysteem biedt hiertoe de mogelijkheid
Enkele belangrijke begrippen
Objectief en subjectief recht
Objectief recht = geldende rechtsregels
- Gevormd door: rechtsregels op zich
- Uit dit recht put een individu subjectieve rechten
Subjectief recht is de aanspraak die een persoon tegenover een ander kan laten gelden op basis van
het objectief recht
Rechtssubject en rechtsobject
Rechtssubject = is een persoon die via het objectief recht bevoegdheden krijgt
Rechtsobject = datgene wat het rechtssubject dient, wat hij wil het rechtsbelang of de
rechtsverplichting. Het is een object waarop de bevoegdheid wort uitgeoefend
Bv. Een zaak (een auto bij aankoop van een auto), een prestatie (bepaalde schadevergoeding
in het geval van art)
Rechtsfeit en rechtsbehandeling
Rechtsfeit is elke omstandigheid waaraan door het objectief recht rechtsgevolgen worden
gekoppeld. Een voorval waardoor een rechtsregel in werking wordt gesteld
Bv. een gebeurtenis: overlijden, het vallen van een steen
Bv. een handeling: een vechtpartij, een verkeersongeval
Onderscheid: een eenzijdige rechtsbehandeling betreft de wilsuiting van één persoon
Bv. testament
4