Ziektemechanismen
PROF. VANGOITSENHOVEN – PATHOLOGISCHE FYSIOLOGIE
Inleiding
1. Situering van de discipline pathologische fysiologie
• Tussen normale fysiologie en ziektenleer
• Ziektenleer
o Beschrijft per orgaan alle gekende aandoeningen met ethiologie, pathogenese,
symptomen, diagnose, differentieel-diagnose, evolutie, behandeling en prognose
• Pathologische fysiologie
o Probeert wetenschappelijke verklaring te vinden voor empirische gegevens uit
ziektenleer
• Uitdagingen om wetenschappelijke benadering te geven aan ziekteverschijnsel
o Verder gaan dan constateren van feiten → hypothesen en theorieën opbouwen
▪ Moeten continu herdacht en aangepast worden
o Wetenschappelijke benadering moet multidisciplinair zijn
o Ziekte heeft te maken met gehele organisme → 1 slecht functionerend orgaan heeft
gevolgen op andere
o Pathologie is geïndividualiseerd
o Interesse vooral naar menselijke pathologie → experimenteren is strak beperkt door
ethische en praktische redenen
2. Definities
• Ziekte = abnormale of pathologische activiteit van en in het organisme
Het begrip: Activiteit
• Stoornis impliceert evolutie die acuut of chronisch is
o Kan leiden tot genezing of dood
▪ Genezing = nieuw precair evenwicht
• Evolutie door 2 factoren bepaald
o Schadelijke agens
▪ Fysisch, chemisch, biologisch
▪ Kan schade veroorzaken aan mechanismen
o Terrein
▪ Resultante van omgevingsfactoren en genetische constitutie
• Natuurlijke evolutie kan beïnvloed worden door bepaalde therapie
o Indijken schadelijke agens
o Ondersteuning van terrein
• Doel therapie = evolutie gunstig beïnvloeden
Wat is pathologisch?
• Bij bepaalde parameters is het makkelijk af te lijnen wat pathologisch is en normaal
• Meeste biologische parameters wel multifactorieel beïnvloed
• Pathologisch = alle waarden die negatief effect hebben op de levensexpectantie → verhoging
van mortaliteit + alle waarden die morbiditeit meebrengen → vermindering levenskwaliteit
, 3. Huidige doodsoorzaken
• Soort ziekteprocessen voorbije eeuw opmerkelijke evolutie
o Vroeger vooral acute vormen van pathologie
o Nu eerder chronische vormen
o Levensexpectantie is toegenomen (ca. 79 man en 84 vrouw)
4. Levenesexpectantie
• Anderhalve eeuw toename levensexpectantie met 2,5 jaren per decade
➔ betekent niet dat immortaliteit mogelijk wordt
• Verklaring:
o Verbetering omgevingscondities (voeding, hygiëne, medische vooruitgang)
• We blijven wel verouderen zelf in optimale omstandigheden → verliezen onze reserves
5. Veroudering
• Progressieve, algemene afname van eerst functionele reserve en nadien in functie van
organisme
• Geen ziekte, maar risico op ziekte wordt groter
Meten van ‘veroudering’
• Probleem om effect op veroudering te onderzoeken → onderzoek leeft minder lang dan
onderzoeksobjecten
o Oplossing: crossectionele studie → groepen in bepaalde leeftijdscategorie
onderzoeken
o Probleem: meestal zijn verschillende groepen blootgesteld aan totaal andere
leefomgeving + selectie kan al opgetreden zijn
• Momenteel nog geen gevalideerde ‘biomerkers’ voor veroudering
Veroudering vs leeftijds-gebonden ziektes
• Ziektes die alleen op oudere leeftijd leiden tot morbiditeit en mortaliteit
• Meestal chronisch
• Niet inherent verbonden aan proces van veroudering
Cellulaire en moleculaire oorzaken van veroudering
• Ongeveer 30% van variatie in levensduur komt door genetische factoren
• Waarschijnlijk langdurend evenwicht tussen schade en herstel → op volwassen leeftijd
uiteindelijk meer schade dan herstel
• Schade aan macromoleculen
o Oxidatieve stress
▪ ROS = reactive oxygen species (waterstofperoxide, hydroxylradikaal,…)
• Erg onstabiel
• Brengen schade toe aan biologische moleculen (eiwitten, lipiden,
DNA)
• Ook fysiologische functie:
o Aanmaak schildklierhormoon
o Vernietiging van bacterieën
• Belangrijkste bron = verbruik van O2 in mitochondriale
electronentransportketen
▪ Lichaam 2 mechanismen ter bescherming
, • Antioxidatieve enzymes (superoxide dismutase SOD, catalase,
glutathione peroxidase en antioxidantia)
▪ Accumulatie oxidatieve schade aan DNA, eiwitten en lipiden interfereert met
normale functie macromoleculen
o Glycatie en glycoxidatie
▪ Glycatie = niet-enzymatische reactie tussen suiker en macromolecule
→ vorming AGES
▪ Vooral impact op langlevende eiwitten (structuur + functieverandering) →
vertroebeling ooglens,…
o Mitochondriale schade
▪ In mitochondriën meeste schade (bron ROS)
▪ Mitochondriaal DNA niet beschermd door histonen → capaciteit om ATP te
genereren vermindert → verlies van celfunctie
o Somatische mutaties
▪ DNA schade gevolg van omgevingsfactoren + oxidatieve stress
▪ DNA schade interfereert met DNA replicatie en transcriptie en
compromiteert celfunctie
• Inadequaat herstel van schade
o DNA herstel
▪ Herstelmechanismes minder fuctioneel met leeftijd → toename DNA schade
▪ Wordt ook gezien bij premature veroudering
o Turnover van eiwitten
▪ Verandering secundaire of tertiaire structuur → proteolytisch afgebroken +
vervangen door nieuwe
▪ Ombouw vermindert met de leeftijd → schade in langlevende eiwitten in
extracellulaire matrix neemt toe
• Indirect gevolg op proliferatie en migratie van cellen ingebed in
matrix
o Membraanbeschadiging
▪ Oxidatieve processen vormen poly-onverzadigde vetzuren om
→ zorgen voor schade aan eiwitten in membraan
▪ Beschadigde membraanlipiden worden vervangen, maar door ander soort
→ ratio van cholesterol vs fosfolipiden neemt toe
→ fluiditeit membraan daalt + transport, signalisatie en barrière functie van
membranen compromiteren
• Ontregeling van homeostase en celaantal
▪ Limiet aan celderlingen
• Humane fibroblasten kunnen maar aantal keer delen
= cellulaire senescentie
• Cellen van oudere personen ondergaan minder celdelingen dan van
jongere personen ➔ weefsel/orgaanfunctie vermindert
• Pro-veroudering mechanismen hebben kankerprotectieve rol →
senescentie in tumorcellen blokkeert tumorprogressie vanaf het
beginstadium
• Telomeren verkorten bij elke mitotische deling, maar niet in
kiemcellen en somatische cellen (bevatten telomerase)
▪ Verwijderen van cellen
• Apoptose speelt rol in organogenese en bij weefselherstel
, • 3 pathways leiden tot apoptose:
o Extrinsieke pathway (extracellulaire signalen)
o Schade aan mitochondria
o DNA schade
• Overdreven toename van apoptose leidt tot abnormale vermindering
celaantal
Kenmerken van veroudering
• Veroudering = heterogeen (verschilt tussen personen en organen)
• Bij veroudering nemen verschillen tussen individuen toe
• Homeostatische mechanismen vertraging na stressoren
• Verschil tussen normale waarden bij veroudering en pathologie
Kan men veroudering vertragen?
• Toename levensexpectantie komt door preventie van jong overlijden t.g.v. infecties en
omgevingsfactoren
• Nog niet duidelijk of bij mens verouderingsproces kan vertragen → bij andere species wel al
gelukt
o Beperken van voedselaanbod verlengde levensduur
o Calorie restrictie zou zorgen voor vertraging
o Voedeslbeperking → minder oxidatieve stress (hypothese)
Deel I: capita selecta uit Algemene Fysiopathologie
Hoofdstuk 1: Het ‘local adaptation syndrome’: de acute ontsteking
Inleiding
• Ontstekingsreactie = niet-specifieke verdedigingsreflex van organisme tegen lokale
beschadiging
o Reactie kan door verschillende vormen van schade ontstaan
o Chemische, fysische, infectieuze,… oorzaken
o Wordt lokaal aangepakt
• Doel = cellulaire schade beperken en normale functie weefsel herstellen
• Acute ontsteking = zelf-initiërend
• Inflammatie heeft werking van diverse systemen en substanties nodig
• Uiteindelijk kan inflammatoire schade optreden
o Sepsis (wanneer inflammatie over heel het lichaam verspreid)
o Fibrose → littekenweefsel
o Metaplasie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur klarabukasa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.