Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
TARSP (T&SII), een stap voor stap uitleg, jaar 2, Logopedie €3,99   Ajouter au panier

Manuel

TARSP (T&SII), een stap voor stap uitleg, jaar 2, Logopedie

8 revues
 809 vues  45 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Elke opleiding heeft een 'struikelblok' vak en zo zou je TARSP wel kunnen noemen. Daarom heb ik een 24 pagina tellend document gemaakt dat stap voor stap uitlegt hoe TARSP in elkaar steekt. Van uitleg over het ontleden en de constructies tot hoe de profielkaart werkt en voorbeeldzinnen met toelicht...

[Montrer plus]

Aperçu 9 sur 24  pages

  • 18 avril 2019
  • 24
  • 2018/2019
  • Manuel
  • Inconnu

8  revues

review-writer-avatar

Par: leonnehuiberts • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: corinaschoonveld • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: amal_bouk • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: rosalietolen • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: famkedeboer • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: jasmijnruland • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: masjamaud • 5 année de cela

Traduit par Google

Very clear!

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
TARSP
een stap voor stap uitleg

TARSP is een methode om het grammaticale niveau van de spontane taal van een kind te bepalen.
Je ontvangt op het tentamen een taalsample en deze ga je analyseren, oftewel, je bekijkt en scoort
elke uiting op de TARSP manier. Vervolgens breng je deze gegevens over op de bijbehorende
profielkaart. Met behulp daarvan kom je tot de grammaticale ontwikkelingsfase (de GO fase).
Er komt veel bij kijken en het is veel informatie, maar als je het rustig stap voor stap doorneemt en
uitprobeert zul je het onder de knie krijgen.

Tips
- Zorg dat je eerst begrijpt hoe de profielkaart in elkaar zit
- Probeer niet alles tegelijk te begrijpen
- Probeer de profielkaart per fase te begrijpen
- Gebruik dit document als je niet het hele boek door wil spitten, moeite hebt het te begrijpen
en liever stapje voor stapje oefent
- Print dit document uit, in kleur, zodat je de uitleg van de profielkaart optimaal kunt benutten




1

,Inhoudsopgave

Een globaal overzicht pagina 3
De uitingen A, R, S en VU pagina 4 t/m 6
Eenwoorduiting G fase I pagina 7
Zinsdelen (ZC) pagina 8 t/m 9
Hoe werkt het? pagina 10 t/m 11
Woordgroepen (WG) pagina 12 t/m 13
Verbindingswoorden (VVW) pagina 14
De profielkaart invullen en de GO fase bepalen pagina 15 t/m 18
Leeftijdsequivalent bepalen pagina 19
Voorbeelden met toelichting pagina 20 t/m 24




2

,Een globaal overzicht
Om iets te kunnen zeggen over het taalsample moet je de uitingen kunnen categoriseren.
Hieronder zie je globaal wat er allemaal mogelijk is.
Stap voor stap nemen we alles door en krijg je TARSP onder de knie.

Afvallers (A) Onverstaanbaar
Afwijkend
Niet af
Twijfel
Reacties (R) Adequaat
Herhaling
Niet-adequaat
Spontaan (S) Spontane uitingen (geen reactie)
Zelfherhalingen
Vaste uitdrukkingen (VU) Sociale uitdrukkingen
- Divers
- AangP
- Nee/ja
Stereotiepe uitdrukkingen
- Spreekwoorden en uitdrukkingen
- Opsommingen (1,2,3)
- Zelfherhalingen
Grammaticaal gedeelte Eenwoordzin
Er zijn 7 GO fases en daarbij horen allemaal verschillende Zinsdelen
soorten constructies Mededelende zinnen
Vraagzinnen
Gebiedende wijszinnen
Woordgroepen
Verbindingswoorden
Voornaamwoorden
Woordstructuur
Figuur 1
Een globaal overzicht van alle uitingen die mogelijk zijn




3

,De uitingen A, R, S en VU




Afvallers (A)
Sommige uitingen kun je niet analyseren en daarom scoor je ze bij afvallers bovenin de profielkaart.
De afvallers zijn onder te verdelen in subcategorieën:

Onverstaanbaar
Uitingen die onverstaanbaar zijn.

Afwijkend
Uitingen die niet te ontleden zijn, omdat ze afwijken, bv. door weglatingen, volgorde fouten,
vervangingen en andere fouten die ervoor zorgen dat de uiting niet meer begrijpelijk is.

Niet af
Uitingen die grammaticaal niet af zijn.
Hij is
Even kijken wat
Woon je

Twijfel
Als je het niet zeker weet kun je het scoren bij twijfel.




4

,Reacties en spontane uitingen
Behalve de afvallers, zijn alle uitingen ofwel een reactie ofwel een spontane uiting.
Alle uitingen moet je dus onderverdelen in R of S en dat aantal vul je in bij R totaal en S totaal
bovenin de profielkaart.

Reacties (R)
Een reactie kan bijvoorbeeld een antwoord op een vraag zijn, dus het kind ‘reageert’.
De reacties zijn onder te verdelen in subcategorieën:

o Adequaat
Een verbale reactie die in de situatie past wat ga je kopen?
eten

o Herhaling
Een gehele of gedeeltelijke herhaling van de gesprekspartner. Dat is een boot
Dat is een boot

o Niet-adequaat
Een reactie die niet in de situatie past of er qua inhoud weinig mee te maken heeft.
Wanneer ging je in de auto?
Auto’s

Nu je weet hoeveel R totaal je hebt en je deze ook hebt gecategoriseerd kun je het aantal adequate,
het aantal herhalingen en het aantal niet adequate reacties ook invullen bovenin de profielkaart.

Spontaan (S)
Alle uitingen die geen reactie zijn scoor je bij spontaan.
Ook zelfherhalingen vallen onder spontaan.

R/S
Bij twijfel over wat voor soort reactie of bij twijfel tussen reactie of spontaan scoor je het bij R/S.




5

,Vaste Uitdrukkingen (VU)
Vaste uitdrukkingen maken geen deel uit van een zin, daarom vormen ze telkens aparte uitingen die
een eigen nummer krijgen. Deze vaste uitdrukkingen worden niet grammaticaal geanalyseerd.
De Vaste Uitdrukkingen zijn onder te verdelen in 2 subcategorieën:

Sociale uitdrukkingen

o Divers
Dit zijn de sociale uitdrukkingen zoals
- Hallo/ goedemorgen/ doei
- Au
- Hoepla
- Hoor (die is van mij hoor)
- Kijk (kijk dat is hem)
- Hè
- Kijk eens
- Kijk hier
- Klanknabootsingen zoals boem, tring, etc.
o AangP
Dit zijn aangesproken personen zoals
- Mama
- Papa
- Namen
o Nee/ja

Voorbeeld
‘Mama kijk eens’ bestaat uit 2 vaste uitdrukkingen. Mama = AangP
Kijk eens = divers

Stereotiepe uitdrukkingen

o Spreekwoorden en uitdrukkingen
- liedjes
- regels
- versjes

o Gewone spreektaalzinnen
- zinnen die een kind in het geheel leert, zoals ‘weet ik niet’
- opsommingen (1,2,3)
- zelfherhalingen met precies dezelfde woorden
6

,Eenwoorduiting G fase I




G betekent het ‘grammaticale ontwikkelingsgedeelte’. We gaan nu de eenwoorduiting bespreken.
Dat valt namelijk onder G fase I. De eerste fase dus. De eenwoorduiting analyseer je in het
omcirkelde gedeelte van de profielkaart. De eenwoorduitingen zijn losse woorden.

Zelfstandig naamwoord (Zn)
Hieronder vallen de zelfstandige naamwoorden, eigen namen en getalsnamen die zelfstandig
gebruikt worden, dus als los woord.
Veelgebruikte zelfstandige naamwoorden zijn

Auto Oma
Mama Pop
Papa Paard
Poes Hond
Opa Jas
Koekje

Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden (Bv/ B)
In fase I kun je deze nog niet van elkaar onderscheiden en daarom horen ze bij elkaar.
Veelgebruikte Bv/B’s zijn

uit open
op daar
buiten

Werkwoorden (W)
Veelgebruikte werkwoorden zijn

eten poepen
zitten drinken
slapen
7

,Zinsdelen (ZC)
De eenwoorduiting bestond uit 1 woord. Wanneer er twee of meer zindelen zijn spreek je van een
zin. De zinnen ontleed je telkens de zinsdelen. Welke zinsdelen dat zijn gaan we nu doornemen.

Onderwerp (Ond)
De persoon die de handeling van het werkwoord uitvoert.
- Ik ga fietsen
- Het regent
- Dat zien ze wel

Werkwoord (W)
Onder W vallen alle werkwoorden tezamen. Elke zin telt dus maar één W.
De W kan ook een koppelwerkwoord zijn en wordt dan gescoord als W-kop.
- Dat moet hier
- Gisteren heeft hij me opgebeld

Bijwoordelijke bepaling (B)
De B zegt iets over de hele inhoud van de zin of over het werkwoord, bijwoord of bijvoeglijk
naamwoord. Een zin kan meer dan 1 bijwoordelijke bepaling hebben.
- Gisteren heeft ze ook appeltaart gebakken (2 B’s)
- Ik ga vanmiddag niet naar Amsterdam (3 B’s)
- Ik woon hier al heel lang (3 B’s)

Lijdend voorwerp (V)
Het lijdend voorwerp vind je door een vraag te stellen met ‘wat’ betreft het Ond en W.
bv. Dat meisje heeft die schaar gekocht
Wat heeft dat meisje gekocht? > die schaar

Meewerkend voorwerp (V)
Het meewerkend voorwerp kan bijna altijd voorafgegaan worden door ‘aan’ of ‘voor’.
Het meewerkend voorwerp komt niet heel veel voor.
Het wordt gebruikt bij werkwoorden als geven en kopen en schrijven of mededelen.
- Zij schrijft een brief aan haar zusje
- Hij kocht een ijsje voor de kinderen




8

, Voorzetselvoorwerp (V)
Als een werkwoord begint met een vast voorzetsel is het zinsdeel dat begint met dat voorzetsel het
voorzetselvoorwerp.
bv. Zij zorgt voor haar moeder
Bij het werkwoord zorgt hoort een vast voorzetsel zorgt (zorgen voor).
dus; voor haar moeder = voorzetselvoorwerp

denken aan boos zijn op
zin hebben in praten/ denken over
spelen met houden van
kijken naar bang zijn voor

Complement (C)
Een complement is een aanvulling van het gezegde.

1. Naamwoordelijk deel
Een koppelwerkwoord en meestal een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord
- Zij is mijn zusje
- Ben je moe?
- Dat is van hem

2. Bepaling van gesteldheid
Zegt iets over het werkwoord en het lijdend voorwerp of onderwerp.
- Die ga ik groen kleuren
- Dat vind ik lekker
- Hij heeft het kapot gemaakt
- Ik dan dat alleen

Lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en voorzetselvoorwerp worden alle drie afgekort tot V.
Alle 3 worden dus onder V gescoord.
Voorwerpen (V) en Complementen (C) worden bij de analyse allebei VC genoemd.

Als je de zin moet ontleden kun je dus kiezen uit 4 dingen:
1. Onderwerp (Ond)
2. Werkwoord (W)
3. Bijwoordelijke bepaling (B)
4. Voorwerpen en Complementen (VC)




9

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Anoniems. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79373 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  45x  vendu
  • (8)
  Ajouter