Duidelijke samenvatting van Historische context 4 (Duitsland) voor het eindexamen 6 VWO geschiedenis.
Bevat alle belangrijke informatie en is makkelijk uitgelegd.
Historische context 4: Duitsland in Europa (1918-1991)
Deelcontext 1: opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
Einde van de Eerste Wereldoorlog:
Duitsland had verloren, de keizer vluchtte en een republiek werd
uitgeroepen (later: Republiek van Weimar).
De sociaaldemocraten vormden een nieuwe regering en ondertekenden de
wapenstilstand met de geallieerden: GB, Frankrijk, Rusland/SU, VS.
Nieuwe grondwet -> Duitsland werd een parlementaire democratie: het
gekozen parlement stelde een regering aan.
De democratie was wankel, doordat:
Veel Duitsers wilden geen democratie:
o Oude adellijke elite: de massa was niet in staat om te regeren.
o Nationalisten: wilden een sterke leider; de democratie verdeelt
Duitsland verder.
o Radicale socialisten (vooral communisten): wilden een 'dictatuur
van het proletariaat', net als de SU.
Veel Duitsers hadden geen vertrouwen in de leiders van de republiek,
omdat zij hen verantwoordelijk stelden voor het verlies ->
dolkstootlegende: Duitsland had makkelijk kunnen winnen, dus de
linkse regering had verraad gepleegd door de wapenstilstand te
ondertekenen.
o De leiders kregen ook de schuld van het Verdrag van Versailles:
Duitsland moest ontwapenen, gebieden afstaan en
herstelbetalingen betalen.
In 1919 afgesloten tussen Duitsland en de geallieerden.
De regeringen van de Republiek konden de economische problemen, door
de herstelbetalingen en doordat Duitsland toegang tot belangrijke
grondstofrijke gebieden had verloren, niet oplossen.
Internationale maatregelen brachten een kort herstel van de economie:
Dawesplan (1924): maakte Amerikaanse leningen mogelijk.
Duitsland kreeg weer toegang tot belangrijke industriegebieden door
Frankrijk.
1929: het economische herstel eindigde als gevolg van de beurskrach: een
plotselinge val van de beurskoersen in de VS. De Amerikanen kwamen in
financiële problemen en wilden hun leningen terug.
Duitsland raakte weer in een economische crisis -> werkloosheid en
politieke onrust.
Adolf Hitler profiteerde met zijn rechtse en antisemitische
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) van de situatie.
Met propaganda en paramilitair machtsvertoon werd de NSDAP een
massaorganisatie. Knokploegen intimideerden politieke tegenstanders.
, De NSDAP won de verkiezingen:
o Hitler werd met steun van de conservatieve elite in 1933 de
rijkskanselier.
Rijksdagbrand: het Duitse parlementsgebouw in Berlijn was afgebrand. Volgens
Hitler was deze aangestoken door communisten, die de macht in Duitsland
wilden overnemen.
Hierdoor nam het parlement de machtigingswet aan: Hitlers regering
kon besluiten nemen zonder dat daarvoor democratische toestemming
nodig was -> einde Republiek van Weimar.
Hitler stelde een totalitair regime in: het dagelijks leven moest volledig in het
teken staan van het nationaalsocialisme.
Nazificatie: nationaalsocialisten wilden de vrije samenleving omvormen
tot een maatschappij die gebaseerd was op het nationaalsocialisme.
o Dit gebeurde met grootschalige propaganda. Ook trad het regime
hard op tegen politieke tegenstanders (vooral sociaaldemocraten en
socialisten).
o Het regime rekende af met iedereen die niet paste binnen de
Volksgemeinschaft: de ideale, harmonieuze en 'raszuivere
samenleving' van de nationaalsocialisten.
''Biologisch minderwaardig'' -> Roma, Sinti, joden,
gehandicapten en homoseksuelen.
De regering kreeg alsnog veel steun vanuit de samenleving, omdat zij de
economie stel herstelde en de werkloosheid verdween.
Hitler eiste dat alle Duitstalige gebieden bij Duitsland zouden komen.
Groot-Brittannië en Frankrijk wilden een oorlog met Duitsland voorkomen en
gaven daarom toe aan de eisen van Hitler -> appeasementpolitiek.
Conferentie in München (1938): Duitsland kreeg toestemming om een
deel van Tsjecho-Slowakije in te nemen.
In 1939 viel Duitsland ook Polen binnen. GB en Frankrijk verklaarden Duitsland
de oorlog -> begin Tweede Wereldoorlog.
Duitsland veroverde in de beginjaren bijna heel Europa.
De Duitsers stelden overal de rechtsstaat buiten werking en ze voerden de
arbeidsdienst in: Europese burgers moesten in de Duitse
oorlogsindustrie werken.
Joden werden overal buitengesloten van het publieke leven. Uiteindelijk
werden miljoenen Joden naar vernietigingskampen in Oost-Europa
getransporteerd, waar de meesten van hen werden vermoord.
Deelcontext 2: Duitsland na de oorlog (1945-1961)
In de beginjaren van de oorlog veroverde Duitsland een groot deel van Europa.
Hitler verklaarde ook de oorlog aan de SU.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amoscotesilva. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.