➔ Kunnen ook handig zijn
➔ Vaak wel geposeerd
Foto’s op immowebsites
Toont ons ook veel over de inrichting aan, maar soms wel al eens opgelapt
4) Tekstuele bronnen
Archivalia:
1. Archieven van ambachten: rekeningen van aankoop of betaling van ambachtslui,
contracten,…
2. Boedelinventarissen: bij huwelijk, overlijden, verkoop, faillissement, etc. per kamer
opgesomd
3. Egodocumenten: brieven, dagboeken, reisverslagen,..
Voorbeeld boedelinventarissen van Gentse architect J.B Pisson in 1818
Vaak materialen bij vermeld
Ook uitgegeven bronnen belangrijk: bv contemporaine pers → de reclame pagina’s
- Contemporaine kranten & tijdschriften
- Contemporaine handboek, encyclopedieën, traktaten
- Contemporaine verkoopcatalogi
- Romans
- Wetenschappelijke literatuur
Ook in recente romans: bv Edmund de Waal, De haas met de amberkleurige ogen, 2010
Specifieke beschrijvingen van interieur, had het interieur bezocht
Ander voorbeeld: De beschrijving van Charleston Farmhouse in East Sussex, UK, 1916 in de roman
Rindert Kromhout – Soldaten huilen niet, 2011
5) Multimediale bronnen
- In TV series (zoals bv Mad Men en Downtown Abbey die veel research over het interieur
doen)
- Video’s die nu gemaakt worden zullen later ook als bron dienen
- Ook home-video als interessante bron
Les 3: 15de-16de eeuw: middeleeuwen en renaissance
1) Indeling
1.1) Indeling: vroege middeleeuwen
Woonst → 1 grote ruimte (een zaalhuis)
In het midden de stookplaats met een gat in waaruit alle rook verdwijnt door een nest strooi
op het dak
Deuren in het middel van de gevel
Geen verdiepingen
Soms onderverdeeld in beuken → hallenhuis
Vakwerkbouw → een houten skelet met takken en twijgen gevlochten, dan opgevuld met leem
Ca. 12m diep en 6m breed
, Evolutie naar meer stenen huizen → door brandgevaar door het stro en houtengevels
Daardoor verplaatst de stookplaats naar de muur, hierdoor een schouw, vanaf dan kunnen ze
ook meerdere verdiepingen bouwen en huizen makkelijker naast elkaar bouwen
Ook evolutie naar de wenteltrap
1.2) Indeling: Zuidelijke Nederlanden 15de – 16de eeuw
Aristocratische en vorstelijke residenties hadden een grote ontvangstzaal
Steden:
- Vooral smalle diepe rijwoningen in dwarsbouw, dwars op de straat, verschillende kamers die
zich achter elkaar bevinden
- Voorkamer, achterkamer, binnenkamer & gang
- Langshuis/breedhuis = het omgekeerde, langs de weg in de breedte (horizontaal)
1.3) Indeling: Frankrijk 15de – 16de eeuw
Extra onderscheid daar: kasteel (château fort of château de plaisance)
Landhuis → vaak een langshuis
Stadwoonst → vaak dwarshuis in de stad
Twee voorbeelden: Château de Commarque en Château de Biron
➔ Organisch gegroeid, grillige plattegrond
➔ Fort → beter bewaard aangezien bescherming/verdediging het doel was
➔ Maken ook gebruik van de rotsen die er al zijn
➔ Verschillende mensen/gezinnen van verschillende klassen die samenwonen, soort van klein
beschermd dorpje
Château Fort de Bonaguil
➔ Uitkijktorens
➔ Zeer goed gebouwd
➔ Restanten van een huis met twee verdiepingen te zien
➔ Al een eerste primitieve voorbeeld van waterleiding, een waterput belangrijk bij zo een
château, soorten goten om van de waterput water in te gieten
➔ Vroege vorm van riolering → uitwerpselen die buiten de kasteelmuren gegooid worden,
kleine smalle openingen zodat de vijand er niet door kon kruipen
➔ Haard → eten opwarmen, zout werd opgehangen, stoelen konden ernaast gezet worden
Grand maison/l’hôtel de Jacques Cœur
➔ Overal referenties naar zijn achternaam: harten, en zijn voornaam: schelpen
➔ Plan door Viollet Le Duc gemaakt
➔ Gotiek
➔ Invloed van de renaissancepaleizen
➔ Vooral achteraan en op de eerste verdieping geleefd
➔ Privékapel aan de voorkant zodat het zichtbaar was
➔ Grande salle en galerie → als ontvangstplekken om status te tonen
➔ Appartements d’habitations → leefruimtes
Indeling:
- Kamers vaak multifuctioneel