VERDIEPING IN DE
THEORETISCHE
ORTHOPEDAGOGIEK
Vier paradigma’s
1. Mens als kennis: empirisch-analytisch model
2. Mens als verhaal: existentieel-fenomenologisch model
3. Mens als rechtvaardigheid: postmodern-kritisch model
4. Mens als totaliteit: holistisch-integratief model
4 PARADIGMA’S (BROEKAERT, 2004)
EXISTENTIEEL – FENOMENOLOGISCH KADER (DE MENS ALS VERHAAL)
= aandacht voor de mens achter de diagnose en rekening houden wat de persoon al heeft meegemaakt
“Het leven heeft a priori geen zin… Het is aan jou om het betekenis te geven en waarde is niets anders dan de
betekenis die jij kiest.” – Sartre
Doelen
- Je kan het existentieel-fenomenologisch paradigma situeren tegenover de 3 andere paradigma’s.
- Je kent de kernconcepten, eigen aan het existentieel-fenomenologisch paradigma en de voornaamste
kritieken erop en kan deze duiden en toepassen op een casus.
- Je kan duiden op welke vlakken de psychoanalyse en psychodynamisch kader passen binnen het
existentieel-fenomenologisch paradigma.
- Je kan het psychoanalytisch en psychodynamisch kader en zijn toepassingen in de orthopedagogische
praktijk duiden, genuanceerd bespreken en toepassen op actuele thema’s of praktijkvoorbeelden.
- Je kan de belangrijkste begrippen en principes duiden, linken aan het beroep van een begeleider (en
illustreren met voorbeelden) en toepassen op een casus.
1
,EXISTENTIEEL
= Aandacht voor de mens, voor wat hij voelt en verlangt
- Existentie = het leven, het bestaan
- Grote levensvragen
- Wie ben ik? Waarom ben ik hier?
Roept moeilijke vragen op en stellen soms uitdagend gedrag om hierop antwoord te krijgen
- Mens met wat hij voelt en werkelijk verlangt
FENOMENOLOGISCH
- Fenomenen = wat zich voordoet
- Ervaring en betekenis die mens eraan geeft als belangrijkste fenomeen
- Waarnemen, zonder oordeel
- We zijn allemaal uniek
- We geven allemaal op een eigen manier betekenis aan zaken
Iedereen zijn ervaring is anders en dus nooit twee keer hetzelfde
- Iedereen ervaart anders, je weet niet wat de ander waarneemt
PSYCHOANALYSE
SIGMUND FREUD VISIE
- Sigmund Freud (1856 -1939)
- Neuroloog uit Wenen
- Grondlegger van de psychologie
- Grote invloed op alle vormen van psychotherapie
- Analyse van het menselijk zijn met aandacht voor het onderbewuste
- Revolutionaire visie: door naar mensen te luisteren kunnen ze geholpen worden
Zo kwam hij in contact met wat er vanbinnen in persoon omging
Beschrijving van de driften
- Driften: levensdrift – doodsdrift – liefdesdrift (libido)
- Es – Ich - Uber-ich
- Oedipuscomplex: losmaken van verlangens van de ouders
- Verdedigingsmechanismen
Verdringen
Regressie
Vlucht, escapism
Rationalisatie
Projectie, sublimatie, introjectie, reactievorming, …
- Behandeling met vrije associatie en droomverheldering
2
, VERTEGENWOORDIGERS VAN PSYCHOANALYSE
- Voornamelijk in Europa
- Aandacht voor vroege levenservaringen, voor het eigen levensverhaal
- Praten met, ontmoeten, speltherapie
- Ruimte voor emoties, voor driften en verlangens, voor conflict
Francoise Dolto
- Praten met kinderen ipv over
- Kinderen begeleiden op hun weg naar autonomie met respect voor hun particulier verlangen
Melanie Klein
- Speltherapie
- Observatie vrij van ethische en morele kritiek
Donald Woods Winnicott
- Good enough parenting
30% van de keren goed afgestemd zijn op het kind
Perfect ouderschap bestaat niet
- Holding = emotioneel ondersteunen
John Bowlby
- Hechtingstheorie
Hechting wordt bepaald in vroege levenservaringen en geven verdere leven vorm
KRITIEKEN
“Veel van Freuds theorieën mogen dan achterhaald zijn, hij was wel de eerste om te luisteren naar wie niet
gehoord werd, schrijft Jeroen Donckers. Dat ontbreekt soms in de psychische zorg.”
(We hebben Freud nog elke dag nodig – Jeroen Donckers)
Psychoanalyse als pseudowetenschap
Kritiek:
- Weinig gevalsstudies en geen wetenschappelijk onderzoek
- Eerlijkheid? Te veel zaken aangedikt in literatuur?
- Omgevingsfactoren? Houdt hij rekening met omgeving en wat daar speelt?
- Lange en dure trajecten
“Praatkuur die mensen teveel tijd en geld kost”
- Alle oorzaken zoeken in het verleden/seksualiteit
- Niet theoretisch onderbouwd
Hersenmodel/wat werkt er net?
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur reineeveraert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.