Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Psychiatrie - Invloeden op de levensloop 2 €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Begrippenlijst Psychiatrie - Invloeden op de levensloop 2

 11 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Begrippen van het boek

Aperçu 3 sur 24  pages

  • Oui
  • 20 mai 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Begrippen

Intramurale zorg: opname voor behandeling of verpleging in een instelling; synoniem =
klinische zorg.

TBS: Terbeschikkingstelling; vorm van gedwongen psychiatrische behandeling opgelegd
door justitie.

Psychopathologie: wetenschap of studie van het psychisch lijden; ook wel gebruikt als
verzamelbegrip voor het geheel van psychische stoornissen.

Semimuraal: tussenvoorziening.

Tussenvoorziening: voor wie ambulante zorg onvoldoende is en volledige opname in een
instelling niet noodzakelijk is; synoniem = semimuraal.

Ambulant: zonder dat de cliënt in een ziekenhuis of andere instelling wordt opgenomen;
synoniem = extramuraal.

Ervaringsdeskundigen: mensen die op basis van hun eigen ervaringen met psychische
problematiek bijdragen aan het herstelproces van anderen met deze problematiek.

Basis-GGZ: sector die zich richt op de behandeling van lichte psychische problematiek door
de huisarts al dan niet in samenwerking met een andere hulpverlener

Generalistische basis-GGZ: sector die zich richt op de behandeling door GGZ-hulpverleners
van goed behandelbare psychische stoornissen.

Specialistische GGZ: sector die zich richt op de behandeling door GGZ-hulpverleners van
complexe psychische stoornissen, zoals bij comorbiditeit.

Matched care: Begeleiding die direct is afgestemd op de ernst en aard van de problematiek.

GGZ: geestelijke gezondheidszorg

WET-BIG: Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, die onder andere registratie en
titelbescherming van een aantal beroepen in de GGZ regelt.

PAAZ: psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis.

WET-BOPZ: Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen, die de procedure
voor onvrijwillige opname en rechtspositie van mensen met psychische problematiek regelt.

Klinische zorg: intramurale zorg.

RIBW: regionale instelling voor beschermd wonen.

Stepped care: aanpak waarbij wordt begonnen met de lichtste vorm van behandeling en als
dat onvoldoende helpt een zwaardere, enz.

Wvggz: Wet verplichte ggz, die de procedure voor onvrijwillige opname en rechtspositie van
mensen met psychische problematiek gaat regelen.

,POH-GGZ: praktijkondersteuner GGZ, die in huisartspraktijken mensen begeleidt bij lichtere
psychische problematiek.

Hoofdstuk 2: Begrippen

ICD: International Classification of Diseases; classificatiesysteem van ziekten en stoornissen
ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie.

Genetisch onderzoek: studie van chromosomen en erfelijke overdracht.

Anamnese: het verzamelen van gegevens over de voorgeschiedenis van cliënten.

Comorbiditeit: het gelijktijdig vóórkomen van verschillende stoornissen bij één cliënt.

DSM-5: vijfde editie van het ‘Diagnostic and statistical manual of mental disorders’, een
veelgebruikt Amerikaans classificatiesysteem voor psychische stoornissen.

Hetero-anamnese: uitvragen van de directe omgeving van de cliënt.

Diagnose: de nauwkeurige vaststelling, onderscheiding (‘differentiële diagnose’) en
omschrijving van stoornissen.

Diagnose Behandeling Combinatie (DBC): beschrijving van iedere stap in de behandeling
van een bepaalde stoornis ten behoeve van declaratie bij de zorgverzekeraar.

Elektro-encefalogram (EEG): een methode waarbij elektrische activiteit in de hersenen wordt
gemeten met behulp van elektroden op het hoofd.

Neurofysiologisch onderzoek: studie van functie en activiteit van hersendelen.

Neuromorfologisch onderzoek: studie van bouw en structuur van het zenuwstelsel.

Neurologie: wetenschap die zich richt op somatische aandoeningen van het zenuwstelsel.

Symptoom: ziekteverschijnsel of teken van een stoornis.

Syndroom: samenhangend geheel van symptomen.

Neurobiochemisch onderzoek: studie van chemische processen in de hersenen.

Zorgclusters: zorgvragen met dezelfde kenmerken, die als basis dienen voor nieuwe manier
van bekostiging in de GGZ.

Gepersonaliseerde zorg: zorg die is toegesneden op de individuele cliënt en zijn omgeving.

Persoonlijke diagnostiek: alternatieve vorm van diagnostiek ter vervanging van het indelen
van stoornissen aan de hand van de DSM-5.

Cliëntgerichte communicatie: benadering waarbij zorgverleners zoveel mogelijk proberen het
perspectief van cliënten te achterhalen.

, Hoofdstuk 3: Begrippen

Neuron: zenuwcel.

Neurotransmitter: chemische stof die zorgt voor de prikkeloverdracht van de ene zenuwcel
naar de andere.

Hersenschors: cortex.

Chromosoom:drager van erfelijke eigenschappen.

Cortex: hersenschors; buitenste laag van de hersenen die vooral betrokken is bij hogere
cognitieve functies als taal en denken.

Noradrenaline:neurotransmitter.

Klassieke conditionering: leerproces (conditionering) waarbij twee gebeurtenissen, die
herhaaldelijk vlak na elkaar gebeuren, aan elkaar worden gekoppeld.

Leertheorie: theorie met als uitgangspunt dat elk aangeleerd gedrag (normaal of abnormaal)
ook weer is af te leren.

Biopsychosociaal: een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren.

Serotonine:neurotransmitter.

Cognitie: denkpatroon; geheel van gedachten en interpretaties.

Conditionering: een leerproces waardoor gedragingen of reacties kunnen optreden nadat ze
aan bepaalde voorwaarden of condities gekoppeld zijn.

Operante conditionering: leerproces (conditionering) waarbij aanvankelijk toevallig
uitgevoerd gedrag door beloning in frequentie toeneemt.

Dopamine: neurotransmitter.

Synaps: ruimte tussen zenuwcellen, waar de overdracht van prikkels met behulp van
neurotransmitters plaatsvindt.

Systeemtheorie: visie op de mens als een systeem of onderdeel van sociale interactie,
waarbij ervan uitgegaan wordt dat psychische problemen samenhangen met verstoorde
interactiepatronen.

Psycho-educatie: uitwisseling van informatie met cliënten en/of hun omgeving over de aard
en behandelopties van hun problematiek en hoe ze daarmee het beste kunnen omgaan.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannecorijn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73918 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter