samenvatting embryologie van alle te kennen leerstof uit de lessen en een beetje extra opzoekwerk ter verduidelijking van de lessen. Veel schema's, afbeeldingen en linken naar video's ter verduidelijking, 36 pagina's, leerbaar zonder slides of cursus erbij te nemen.
SAMENVATTING EMBRYOLOGIE
1. Introductie
Embryologie (grieks: ongeboren vrucht)= studie van de vroege groei en ontwikkeling van
organismen
Bestudeert:
- Gametogenese
- Ontwikkeling van bevruchte eicel tot geboorte
- Teratogenese: ontwikkelen van geboorteafwijkingen in een ontwikkelende embryo of foetus
als gevolg van blootstelling aan teratogenen
o Teratogenen= stoffen, organismen, omgevingsfactoren… die tijdens de zwangerschap
schadelijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van een embryo of foetus waardoor
aangeboren afwijkingen of andere gezondheidsproblemen kunnen ontstaan. Ze
werken in op genetisch materiaal en veroorzaken verschillende stoornissen, deze
stoornissen zijn NIET erfelijk
o voorbeelden:
▪ thalidomide/softenon (vroeger tegen ochtendmisselijkheid)
▪ DESS (om miskramen te voorkomen)
▪ Drugs
▪ Virussen (congenitale rubella)
▪ RX stralen
▪ Chemische stoffen (arseen, kwik, cyanide…)
▪ ook een tekort aan bepaalde stoffen zoals foliumzuur is teratogeen
verstoort aanleg zenuwstelsel → neurale buisdefecten
(myelomenigocèle)
o congenitale afwijkingen: niet noodzakelijk erfelijk, vaak ontwikkelingsstoornissen
veroorzaakt door teratogenen.
Ook kankers kunnen ontstaan door teratogenen (bv: Wnt familie signalering
controleert in embryo de specificatie van cell fate, mutaties van deze familie
resulteren in kwaadaardige transformaties)
Op week 5: risico op geboorteafwijkingen door teratogenese= het hoogst (doordat in
de eerste weken de belangrijkste organen en structuren gevormd worden)
Zwangerschapsduur/gestational age: 40 weken (gerekend vanaf 1ste dag laatste menstruatie, bij
regelmatige cyclus)
Ontwikkelingsleeftijd/fertilization age: 38 weken (gerekend vanaf de bevruchting)
Verschillende ontwikkelingsfasen:
1) Pre-organogenese (week 0-2): bevruchting tot bilaminaire kiemschijf
2) Embryonale periode
a. week 3-4: bilaminaire kiemschijf → primitieve lichaamsvorm
b. week 3-8: organogenese
(Deze periode is het meest gevoelig voor teratogenen)
3) foetale periode (week 9-38): voornamelijk groei
Bij teratogenen in deze fase vinden vooral kleinere functionele afwijkingen en
misvormingen plaats aangezien de meeste structuren hier reeds gevormd zijn.
, De wet van Baer: de algemene kenmerken die een soort deelt met andere vertebraten
verschijnen vroeger in het embryo dan de kenmerken die specifiek zijn voor de betreffende soort.
In de eerste ontwikkelingsstadia zijn deze vertebraten heel gelijkaardig en bijna niet te
onderscheiden.
2. Gametogenese
Oögenese en spermatogenese= de differentiatie van de primordiale geslachtscellen (PGC) tot
spermatozoa en rijpe oöcyten
- Ontstaan PGC’s: ca. 4 weken na de bevruchting als groepje cellen in extra-embryonale
mesoderm op het achterste deel van de dooierzak, migreren vervolgens naar de urogenitale
plooi terwijl ze zich meerdere keren delen
- Sacrococcygeale teratomen:
o de meest voorkomende tumoren bij pasgeborenen (4x vaker bij vrouwelijke
pasgeborenen dan bij mannelijke)
o groeien uit PGC’s
Oögenese (bij de vrouw)
Follikelrijping in ovarium (primordiale follikel → graafse follikel)
- Primordiale follikel: reeds aangelegd
tijdens embryonale ontwikkeling, elke
vrouw wordt geboren met een vast
aantal primordiale follikels (bevatten elk
een onrijpe eicel), blijven in rust tot start
van de puberteit
- Primaire follikel= geactiveerde
primordiale follikel
o bestaat uit een primaire oöcyt
met daar rond 1 cellaag van
granulosacellen
- Secundaire follikel/antrale follikel:
o ontstaan zona pellucida
(=gelatineuze laag tussen de
oöcyt en de granulosacellen, betrokken bij bescherming en bevruchting van de eicel)
o groeiend antrum: ruimte gevuld met folliculair vocht tussen granulosacellen
(belangrijke rol bij regulatie van de ovulatie en productie van geslachtshormonen)
o de granulosacellen delen verder en vormen twee lagen:
→ Theca interna: secretorisch, produceren steroïdhormonen (oestrogeen)
→ Theca externa: bindweefsel
- Graafse follikel: volwassen follikel die zal ovuleren: volgroeide oöcyt, groot antrum, groeiende
laag granulosacellen, zona pellucida.
o Zal barsten en eicel zal vrijkomen uit de eierstok
- Gerupteerde follikel: follikel na ovulatie (eicel dus niet meer aanwezig)
- Corpus luteum/gele lichaam: wordt gevormd uit de gerupteerde follikel na ovulatie
o = essentieel voor regulatie van de menstruatiecyclus en ondersteuning van mogelijke
zwangerschap, produceert oestrogeen en progesteron (belangrijk voor bv
veranderingen in de baarmoederwand)
,- Folliculogenese wordt selectief gestimuleerd in slechts enkele follikels per maand (slechts 5-
12 follikels/maand beginnen met rijpen), uiteindelijk blijft er slechts 1 over
o hypothese 1: als follikels zich verder ontwikkelen worden ze progressief gevoeliger
voor de stimulerende effecten van FSH, daarom zouden ze op basis van toeval iets
verder gevorderd zijn, scherper reageren op FSH en worden voorgetrokken
o hypothese 2: het selectieproces wordt gereguleerd door een complex systeem van
feedback tussen hypofyse- en ovariumhormonen en groeifactoren
- Overzicht meiotische gebeurtenissen en follikelontwikkeling
o Vóór de geboorte:
▪ Mitose in oögonium
(stamcel) → primaire oöcyt
(2n)
▪ Groei primaire oöcyt +
ontwikkeling tot primordiale
follikel
o Tijdens kindertijd (inactieve
eierstokken):
▪ Primaire oöcyt vast in
profase 1
o Vanaf puberteit: elke maand (tot
menopauze)
▪ ontwikkeling primaire,
vervolgens secundaire en
dan graafse follikel
▪ primaire oöcyt blijft in
profase 1, tot stimulatie LH-
piek → voltooiing meiose 1
→ secundaire oöcyt + 1ste
poollichaampje
▪ Secundaire oöcyt vast in metafase 2 en vrijgegeven tijdens ovulatie
o Bij bevruchting
▪ Fertilisatie door spermacel → voltooiing meiose 2 → ovum + 2de
poollichaampje
▪ De gescheurde follikel verandert in corpus luteum dat uiteindelijk degradeert
- Ovulatie= het proces waarbij de secundaire oöcyt wordt uitgestoten uit de follikel
wordt vergeleken met een ontstekingsreactie; de cascade van gebeurtenissen die uitmondt in
de ovulatie zou geïnitieerd worden door de afscheiding van histamine en prostaglandinen
(=ontstekingsmediatoren)
- Meiose
o Doel van meiose:
▪ Halveren van het aantal chromosomen en hoeveelheid DNA van een
somatische lichaamscel met vorming van een gameet
▪ Vorming van een uniek genoom
• door cross-over (chromatide segmenten worden uitgewisseld met
vorming van nieuwe chromosomen)
, • door random verdeling van paternale en maternale chromosomen
(223 genetisch verschillende gameten mogelijk)
o non-disjunctie
▪ tijdens 1ste rijpingsdeling (meiose 1): mislukte scheiding van homologe
chromosomenparen
▪ Non-disjunctie tijdens 2de rijpingsdeling (meiose 2): mislukte scheiding van de
zusterchromatiden
• rijpe gameet heeft dan n+1 of n-1 chromosomen
▪ Monosomie van een autosoom NIET levensvatbaar
▪ Sommige trisomieën wel (bv Down-syndroom, Klinefelter syndroom, Turner
syndroom)
Non-disjunctie kan ook optreden tijdens mitose (celdelingen na de bevruchting in
somatische cellen) → kan resulteren in mosaïcisme (sommige cellen van het lichaam
hebben dan een ander chromosomenaantal dan andere)
Naarmate een vrouw ouder wordt, neemt het risico op non-disjunctie toe → grotere
kans op chromosomale afwijkingen in nakomelingen (zoals Down)
Spermatogenese (bij de man)
- Structuur zaadcel:
o Kop: bevat de celkern met genetisch materiaal en een
acrosoomlaagje met lytische enzymen belangrijk bij
fertilisatie
o Middenstuk/hals: bevat veel mitochondriën die de
energie leveren voor de beweging
o Flagel/zweepstaart: bevat microtubuli betrokken bij
beweging. Door te trillen met flagel kan zaadcel zich
voortbewegen om de eicel te bereiken
- 1 spermatogenese cyclus: 64 dagen
o Spermatogoniale mitose: 16 dagen
Vanaf de puberteit differentiatie tot spermatogonia (2n) en mitotische delingen tot
primaire spermatocyten (2n)
o Meiose 1: 8 dagen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jinteongenaet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.