Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Staatsrecht semester 1 hoorcolleges €6,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Staatsrecht semester 1 hoorcolleges

 30 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Alle hoorcolleges (HC1 t/m 12) van het B2-vak Staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Collegejaar 2018/2019. Docent: Professor Broeksteeg. HC1 Constitutionele uitgangspunten van het politieke staatsrecht HC2 Koning HC3 Ministers en strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid HC4...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 53  pages

  • 9 mai 2019
  • 53
  • 2018/2019
  • Notes de cours
  • Broeksteeg
  • 1-13
avatar-seller
Staatsrecht B2 SEM1 Hoorcolleges
Inhoud:
HC1 Constitutionele uitgangspunten van het politieke staatsrecht
HC2 Koning
HC3 Ministers en strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
HC4 Politieke ministeriële verantwoordelijkheid
HC5 Inlichtingenplichten
HC6 De ministerraad en de staatssecretarissen
HC7 De minister-president
HC8 Vertegenwoordiging, kiesstelsel en tweekamerstelsel
HC9 De rechtspositie van Kamerleden
HC10 De bevoegdheden van de Staten-Generaal
HC11 Kabinetsformatie
HC12 Ontslag van ministers en kamerontbinding
HC13 Parlement en Europa

HC1 Constitutionele uitgangspunten van het politieke staatsrecht
Rechtsbronnen
- Nauwelijks jurisprudentie
- Weinige (gewone) wetgeving
- Internationaal of Europees recht werkt nauwelijks door
- Wel: Grondwet en reglement van orde
- Ongeschreven recht (vertrouwensregel bijv.)
Constitutionele uitgangspunten
- Democratie
- Rechtsstaat
- Grondrechten
Hier vloeit de machtenscheiding (Montesquieu) uit voort
Organisatorische scheiding: wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende macht
Functioneel: wetgever, bestuur, rechter
Machtenscheiding is een waarborg voor de burger, machtsconcentratie tegengaan
Grondwet kent duidelijke organisatorische machtenscheiding (onafhankelijke posities), maar
een absolute machtenscheiding ontbreekt
Uiting machtenscheiding: 11, 44(1), 49, 57, 58, 61, 62, 71, 72, 117 Gw
Noodzaak van checks and balances. Er zijn zowel gedeelde bevoegdheden als controle
tussen de staatsmachten, denk aan: ministeriële verantwoordelijkheid, vertrouwensregel en
Kamerontbinding
Rechter en politiek
- Verkiezingsafspraak Elsloo
- Let op Guldemond-Noordwijkerhout: burgerlijke rechter is bevoegd als eiser stelt in
burgerlijk recht te zijn geschonden
- Golfcrisis: NL zendt fregatten naar Golf in verband met Koeweit-conflict. Rechter gaat
inhoudelijk in op de zaak  uitzonderlijk!
- HR Kernwapens  plaatsing kernwapens in NL, vordering tegen de rechter voor niet-
plaatsing. Burgerlijke rechter moet terughoudend zijn bij geschillen die betrekking hebben
op politieke besluitvorming, het is niet aan de rechter om deze afweging te maken
- HR Afghanistan  inzet van NL troepen voor ondersteuning van USA. Burgers wilden dit
verbieden. Rechter zegt dat het niet aan de burgerlijke rechter is om deze afweging te
maken, en al helemaal niet om de politiek iets te verbieden of gelasten
- HR Srebrenica  lijkt afwijkend, NL staat aansprakelijk voor dood van een aantal
moslims (massamoord). Juridisch verschil met vorige: Srebrenica is achteraf, de rest is

, proactief. Ze willen de politiek niet beperken in hun keuzes, maar achteraf valt te zeggen
dat ze zich niet hebben gehouden aan het internationaal oorlogsrecht
- HR Waterpakt  wetten worden samengesteld door regering en S-G, rechter mag zich
hier niet mee bemoeien. Rechter kan geen bevel tot wetgeving geven
- ESM-zaak  rechter gebruikt Waterpakt om niet in te grijpen in wetsproces. Maar
vervolgens gaat rechter de argumenten wel inhoudelijk behandelen
- Weer uitzondering op de regel: Urgenda zegt ‘NL kan nooit voldoen aan Parijsakkoord’,
ze willen NL verplichten om hiermee aan de slag te gaan. Rechter wijst vordering toe,
vanwege beroep op maatschappelijke zorgvuldigheid (milieu). Veel kritiek, daarom hoger
beroep
- Forum voor Democratie was initiatiefnemers van Oekraïne-referendum. Negatieve
uitslag, en het gebeurde niet zo spoedig mogelijk (toenmalige wet verplichtte dit wel).
Baudet vorderde onrechtmatige overheidsdaad. Rechter gebruikt weer Waterpakt arrest
Recht mag doet, maar doet dit niet bij puur politieke geschillen. Maar wanneer is iets puur
politiek? Beter argument: rechter hoort niet altijd het laatste woord te hebben


HC2 Koning

Terminologie
 Oude GW sterk monarchaal: Alles werd vanuit de Koning beschreven. De Koning had
de uitvoerende macht, bevoegdheid AMvB’s vast te stellen, oorlog te verklaren,
bevoegd tot rechtspraak. Vanaf 1840 kent de Nederlandse GW het idee van het
contraseign dus dit kon eigenlijk allemaal niet. Het kwam erop neer dat de regering
bevoegd was. De lezer werd dus op het verkeerde been gezet.
 Grondwet 1983
- Koning = de koning persoonlijk
- Regering = de regering
- Koninklijk besluit = besluit van de regering
 Maar: Deze nieuwe indeling is niet consistent toegepast. Als je kijkt in het
hoofdstuk van de Koning, dan ligt het voor de hand dat het gaat om de Koning
persoonlijk.
- Art. 29 lid GW: Het wetsvoorstel daartoe wordt voor of vanwege de
Koning ingediend. → Hiermee wordt de regering bedoeld.
- Art. 36 GW: … vanwege hem ingediend. → hem is de regering ook al
verwijst het terug naar de koning persoonlijk.
- Art. 82 lid 1 GW: Voorstellen ingediend door of vanwege de Koning.
- Art. 87 GW: door de Koning is bekrachtigd.

De twee functies van de Koning
 Staatshoofd
- Grondwetsherziening 1983: De Koning is in de eerste plaats
staatshoofd en dan pas lid van de regering. Dat staat nergens in de
grondwet. Dat de Koning staatshoofd is zou zo vanzelfsprekend zijn,
dat dat niet vermeld hoeft te worden. Sommige juristen lezen dit in art.
24 GW, maar dat staat er niet: alleen welke familie wettelijk opvolger
kan zijn.
 Lid van de regering
- Dit is niet vanzelfsprekend, dit staat dus nadrukkelijk in de GW
vastgelegd: Art. 42 lid 1 GW (regering wordt gevormd door koning en
ministers) en 47 GW (alle wetten en KB’s worden door de Koning en
door één of meer ministers of staatssecretarissen ondertekend). De
GW gaat uit van een nevenschikking, dat veronderstelt een

, wederzijdse afhankelijkheid. Koning kan niet handelen zonder
ministers, ministers kunnen niet handelen zonder Koning.

Koning is geen hoofd van de regering (min-pres ook niet).
Als staatshoofd besluit de Koning zelfstandig, als lid van de regering kan de Koning niet
handelen zonder contraseign.

Koninklijke onschendbaarheid
 Zie art. 42 lid 2 GW (behandelt verhouding koning-ministers): Koning is
onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijkheid. De Koning moet zijn ambt
waardig kunnen vervullen dus we gaan ervan uit dat hij onschendbaar is.
 “King can do no wrong.”
 Ergens in de staat moet het hoogste gezag liggen, dit lag vroeger bij de Koning. Je
moet de staatsrechtelijke fictie voorhouden dat hij geen fouten maakt. Sinds 1814
gaat die theorie niet meer op: Koning heeft niet meer het laatste woord. Parlement
werd in de tijd ook steeds machtiger.
 Koninklijke onschendbaarheid: Koning hoeft geen verantwoording af te leggen over
wat hij doet of nalaat. Geen enkel ambt kan gezag over de Koning uitoefenen. Koning
is geen verantwoording schuldig aan ministers, Staten-Generaal of de rechter.
 Koning kan in civiele gedingen wel aansprakelijk zijn, hij handelt nooit zelf in civiele
zaken, maar laat mensen machtigen.
 Iedereen op Nederlands grondgebied is onderworpen aan Nederlandse wet en
regelgeving, ook de Koning. Art. 32 GW: hij zweert of belooft trouw aan de GW,
daarmee aanvaard je de Nederlandse regels. Art. 35 GW: als koning buiten staat is
gezag uit te oefenen → Bijvoorbeeld als Koning wetten grondig gaat overtreden. Dan
wordt hij dus buiten staat van regeren verklaard. Dit is een constitutionele crisis
omdat het voortbestaan van de monarchie in het geding komt.
 Koning is onschendbaar in al zijn gedaantes: staatshoofd, regeringslid of persoonlijk.
 Als Koning als privé-persoon een luxe villa koopt dan worden daarover Kamervragen
gesteld omdat de minister verantwoording af moet leggen.

 Ministeriële verantwoordelijkheid: Koning is onschendbaar; Ministers zijn
verantwoordelijk.
 Zie in het licht van de contraseign: De macht van de Koning wordt ook beperkt omdat
hij handtekening nodig heeft van een minister.
 Bij leden van het koninklijk huis wordt veel vaker verantwoording afgelegd

Staatshoofd
 In beginsel geen contraseign nodig
 Inrichting huis (art. 41 GW): Hiermee wordt de hofhouding bedoeld, er is dus geen
contraseign nodig als hij de hofhouding wil reorganisering. Wel ministeriële
verantwoordelijkheid.
 Art. 74 GW, vice-vz RvS? Koning is (ceremonieel) voorzitter van de RvS. Het is raar
dat een lid van de regering voorzitter is van een belangrijk adviesorgaan van die
regering. Hij hoort ook niet deel te nemen aan de rechtspraak van de RvS. Hij
overlegt één keer per jaar met de leden van de RvS om bij te praten.
- Het is niet duidelijk of dit als staatshoofd of als lid van regering is
- Er is geen contraseign nodig omdat hij geen besluiten neemt
- De werkelijke macht van de RvS ligt bij de vice-voorzitter van de Raad
van State
 Voorheen: kabinetsformatie → Koning had een grote rol
- Eerst de dag na de verkiezingen ontving de koning alle
fractievoorzitters van de politieke partijen. Hij overwoog alle adviezen

, en benoemde een informateur. Informateur rapporteerde aan de
Koning. Als het niet lukte, een nieuwe informateur benoemen en als
het lukt een formateur benoemen.
- In 2012 werd in de Kamer gezegd dat ze zelf de onderhandelingen
gingen vormgeven. Kamer wijst verkenner aan: Alle fractievoorzitters
horen en informateur vertellen. Hij rapporteert aan de Kamer, niet aan
de Koning.
 Koning heeft een symboolfunctie als staatshoofd
- Symbool voor eenheid in het land
- Denk aan Koningsdag, bezoeken aan rampen
- De kerstboodschap die de Koning uitspreekt doet hij als staatshoofd
dus daar is geen contraseign voor nodig. Het is een persoonlijke
boodschap van de Koning. Wel ministeriële verantwoordelijkheid.

Koning als lid van de regering
 Zie art. 42 en 47 GW → Nevenschikking: Koning en ministers zijn gezamenlijk lid en
hebben elkaar nodig.
 Is koning verplicht te tekenen? Nee, dat kun je afleiden uit de nevenschikking uit art.
42 en 47 GW.
- Er zijn juristen die uit art. 45 GW afleidt dat Koning nooit mag
weigeren: Ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen
regeringsbeleid. Het is dus niet aan de Koning om dat nog eens over
te doen. Art. 45 GW zegt echter niets over de verhouding minister-
koning, slechts iets over de interne competentie van de ministerraad.
De Koning heeft in dat opzicht dus de vrijheid om niet te ondertekenen.
- Uit het Briste staatsrecht halen juristen: The King has the right to be
consulted, to encourage and to warn. Hierdoor kan de Koning niet echt
besluiten nemen. Deze benadering staat op gespannen voet met art.
42 en 47 GW waarin staat dat de koning een medebeslissende rol
heeft.
- De inhoud van gesprekken van Koning met ministers is niet te
achterhalen. Dus we weten niet of hij zich houdt aan het Britse
adagium, hij zich heel terughoudend opstelt of dat hij zich inlaat met
allerlei politieke gebeurtenissen. Het geheim van paleis
Noordeinde/Het geheim van de Kroon.
 De opvattingen van de Koning zijn daardoor ook juridisch
gezien de opvattingen van de ministers. Dit wordt
problematisch als mensen het Geheim van paleis Noordeinde
niet goed kennen en daarmee naar buiten treden.
 Kamerleden gingen naar Koningin die zei dat ze wilde dat
agenten wel eens pepperspray bij moesten hebben, maar dit
was niet formeel het standpunt van de regering. Regering moet
dit dan oplossen met uitspraken als ‘Koningin bedoelt te
zeggen dat…’. Hetzelfde gebeurde toen Koningin zei tegen het
plaatsen van kruisraketten te zijn.

Conclusie: De Koning kan dus weigeren te tekenen. Als hij niet kan tekenen omdat het tegen
zijn geweten zou zijn? In België deed de situatie zich voor: De Koning Boudewijn (katholiek)
kon niet met zijn geweten verenigen dat abortus werd toegestaan, maar hij wilde niet de
invoering van de wet in de weg staan. Koning werd een paar dagen buiten staat van regeren
geplaatst.

Democratische legitimatie?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur puckkomrij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter