Materieel Strafrecht
1. Inleiding
A. Begripsbepaling
Kader: ‘inleiding tot het recht’ en ‘recht en criminologie’
SR: wetsbepalingen die bepalen welke gedragingen strafbaar zijn en hoe
SR is publiek recht, legaal recht en sanctierecht
In dit college: ‘technische’ benadering van het SR systeem zijn regels voor bestraffing
SR/ materieel SR: inhoud; wat, hoe, wanneer, wie, waar... SWB en afzonderlijke strafwetten
SPR/ formeel SR/ strafvordering: vorm; opsporen, vaststellen, vervolgen, berechten… WB Sv.
B. Inhoud en indeling van het SR (later)
2. Positief strafrecht
A. De strafwet
Algemene beginselen
Legaliteitsbeginsel
Eén van de (absolute) grondbeginselen: Art. 7 EVRM en Art. 15 IVBPR, Art. 12 en 14 GW, Art. 2 SW
Strafbare gedraging + straf + procedureregels; alleen dor of krachtens de wet
Welke ‘wet’ is bron van het SR?
o (kwantitatief) de belangrijkste bron: federale wetten, decreten van gewest of gemeenschap,
ordonnanties
o ‘krachtens een wet’: strafwet gevende bevoegdheid door de wet doorgeschoven naar de uitvoerende
macht of de lokale overheid (delegatie); KB, MB, provinciale reglementen, gemeentelijke
reglementen en politieverordeningen
o Onrechtstreekse bron: EU richtlijnen en verordeningen kunnen lidstaten verplichtingen opleggen over
strafbaarstelling, straffen en procedure + EVRM en EHRM, GRECO…
Legaliteitsbeginsel heeft belang voor
o Wetgever
‘lex certa’ beginsel: de wet moet duidelijk en nauwkeurig zijn, en strafbaarheid voorspelbaar
Controle (tijdens de totstandkoming) door RvS en (na invoering) door de SR en GH
o Rechter
Moet zich aan de inhoud van de wet houden (trias politica leer)
Wat met interpretatieproblemen? (hierna)
Controle door het HvC
o Rechtsonderhorigen
Rechtszekerheid: goede afspraken, goede vrienden; gedrag afstemmen (SR als
beleidsinstrument) en kennis van de gevolgen bij niet-naleving
Rechtsbeschermingsbeginsel: tegen rechterlijke willekeur
Werking in de tijd: pas strafbaar zodra het in de wet staat; geen terugwerkende kracht (hierna)
Het karakter van de SW (te lezen)
Interpretatie van de SW
Rechter: toepassen van de algemene regel op het concreet geval
Interpreteren van de SW; vaststellen van de werkelijke betekenis van de SW in relatie tot de feiten
1
, Legaliteitsbeginsel; rechter mag de inhoud niet veranderen
Als de SW duidelijk is
o Letterlijke interpretatie: normale, taalkundige betekenis
o Autonomie van het SR: strafrechter is niet gebonden door de invulling van begrippen in andere
rechtstakken; beslist zelf wat de normale, taalkundige betekenis is
Als de SW niet duidelijk is: interpretatietechnieken
o Teleologische interpretatie
Invulling aan de hand van de bedoeling van de WG (ratio legis)
Voorwaarden
Zekerheid over de bedoeling van de WG
Binnen de termen en de geest van de wet
Variant: extensieve interpretatie
Variant: evolutieve interpretatie
o Analogische interpretatie
In malam partem (Vb. verzwarende omstandigheid)
In bonam partem (Vb. verschoningsgrond)
SW en het EHRM (ex-cursus)
Legaliteitsbeginsel >< absolute macht van de WG
EVRM legt grenzen en verplichtingen op onder de vermelding van fundamentele beginselen
Self-executing
o Voor de BE rechter
o EHRM
Verbod van onmenselijke of vernederende behandeling of straf (Art. 3 EVRM)
Recht op vrijheid en veiligheid (Art. 5 EVRM)
Recht op een eerlijk proces (o.a. het vermoeden van onschuld) (Art. 6 EVRM)
Legaliteitsbeginsel (Art. 7 EVRM)
Recht op privacy (Art. 8 EVRM)
Vrijheid van meningsuiting (Art. 10 EVRM)
Toepasselijkheid van de SW in de tijd
Art. 2 lid 1 SW en het legaliteitsbeginsel
Levenscyclus wet: redactie, stemming, bekendmaking…
Gelding van de SW
Aanvang
o Inwerkingtreding van de wet
o Iedereen wordt geacht de wet te kennen
Einde
o Opheffing door de WG; expliciet of impliciet (lex posterior derogat priori)
o Vernietiging door GH
o Niet: onbruik
Rechter moet zich plaatsen op het moment van het feit
Wetsconflict = verschillende SW op het moment van het feit en op het moment van berechting
Art. 2 SW
2
, Geen misdrijf kan worden gestraft met straffen die bij de wet niet waren gesteld voordat het misdrijf werd
gepleegd; strengere SW niet retroactief toepassen
Indien de straf, ten tijde van het vonnis bepaald, verschild van die welke ten tijde van het misdrijf was
bepaald, wordt de minst zware straf toegepast; mildere SW (lex mitior) wel retroactief toepassen
Wat is een zwaarder SW/lex mitior?
Toepasselijkheid van de SW naar de plaats
Territorialiteitsbeginsel
Territoriale misdrijven vallen onder BE SW, tenzij uitzondering
Extraterritoriale misdrijven vallen niet onder BE SW, tenzij uitzondering; vele uitzonderingen hier zijn er in
het geval van bepaalde aanknopingspunten
Regels in verband met afbakening van het BE grondgebied (niet te kennen)
Regels in verband met lokalisering van het misdrijf; territoriaal misdrijf zodra een van de constitutieve bestanddelen
op het BE grondgebied
Toepasselijkheid van de SW naar de personen
Algemeen: de SW geldt voor iedereen, MAAR er zijn beschermingsmechanismen voor bepaalde personen (Vb.
waarborg voor onafhankelijkheid)
Koning: immuniteit (onschendbaar)
Ministers en parlementsleden
o Immuniteit voor bepaalde misdrijven
o Voorrecht in verband met andere misdrijven: dagvaarding of aanhouding enkel na een bijzondere
toelating; behalve bij betrapping op heterdaad of (voor parlementsleden) buiten de zittijd
o Dwangmaatregelen soms enkel onder bijzonder voorwaarden
o Enkel vervolging voor HvB van plaats waar het parlement is gevestigd
Internationaal recht: immuniteiten en voorrechten voor vreemde staatshoofden, diplomatieke ambtenaren,
consulair personeel, EU ambtenaren…
B. Het misdrijf
Algemene beginselen
Definitie van een misdrijf
Geen algemene wettelijke definitie
Verschillende definities mogelijk vanuit verschillende politieke, filosofische, maatschappelijke… visies
Technische definitie/essentiële kenmerken
o Door de wet omschreven
o Gedraging
o Waarop een straf is gesteld
Straf?; EHRM heeft het laatste woord
3
, Bestanddelen van een misdrijf en opbouw van de strafbaarheid
Elke delictsomschrijving bevat
o Materieel element: feitelijke gedraging
o Moreel element: subjectieve ingesteldheid
Materieel en moreel bestanddeel: delictstypische gedraging (objectieve structuur)
Delictstypiciteit indiceert strafbaarheid, maar strafbaarheid is niet het automatische en noodzakelijke gevolg,
en met name niet in geval van
o Rechtvaardigingsgrond (niet wederrechtelijk)
o Schulduitsluitingsgrond (niet verwijtbaar)
o Ontoerekeningsvatbaarheid (geen schuldbekwaamheid)
o Verschoningsgrond (geen of een lagere strafwaardigheid)
Misdrijven: waar te vinden in de wet? (HB: nummer 13-21)
Misdrijven in SWB en afzonderlijke wetten: verkeersstrafrecht, fiscaal, economisch en sociaal strafrecht,
verdovende middelen, milieustrafrecht…
SWB
o Boek I (Art. 1-100 SW): algemene spelregels (Vb. legaliteitsbeginsel, straffen, recidive, samenloop,
poging, deelneming…)
o Boek II (Art. 101-566 SW): catalogus van misdrijven, onderverdeeld op basis van het beschermde
rechtsgoed (Vb. de veiligheid van de staat, openbare trouw, orde der familie, openbare zedelijkheid,
personen, eigendommen…)
o Nieuw SW: ook een Boek I en een Boek II
Verhouding Boek I SW en bijzondere strafwetten
o Art. 100 SW: Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en verordeningen,
worden de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de misdrijven die bij die
4