Vraag Antwoord
1. Welke - Vaste vorm: capsules, suppositoria, pillen, poeders
toedieningsvormen van - Halfvaste vorm: zalf, creme, gel
farmaca zijn er - Vloeibare vorm: oplossingen, suspensies, siropen,
emulsies
2. Wat zijn de Lokale toediening
toedieningswijzen van - Het voordeel hier is dat je grote concentraties kan
farmaca toedienen zonder dat er veel in je bloed wordt
geabsorbeerd waardoor de bijwerkingen minimaal zijn
- Voorbeelden zijn: zalf, creme, oogdruppels
Systemische toediening
- Enteraal: via het GI-stelsel
o Oraal: het GM wordt geaborbeerd is de mucosa
van het maag darm kanaal, het komt dan in het
bloed terecht en verdeelt zich over het lichaam
o Sublinguaal en buccaal: het GM wordt in het
mondslijmvlies geabsorbeerd, kan enkel voor
GM die in kleine concentraties werkzaam zijn
o Rectaal: GM wordt opgenomen via slijmvlies
van rectum, het is makkelijk toe te dienen bij
kinderen of bij mensen met slikproblemen, de
absorptie is wel heel verschillend dus het is niet
de eerste keus
- Parenteraal: niet via het GI-stelsel
o Subcutaan en intramusculaire injectie
o Intraveneuze injectie
o Transdermaal toedieningssysteem (pleister of
gel)
3. Zijn morfinepleisters Morfinepleisters worden lokaal aangebracht maar worden door
een voorbeeld van lokale het bloed opgenomen en door heel het lichaam
of systemische getransporteerd, daarom is het een voorbeeld van een
toediening? systemische toediening
4. Wat is het verschil Kinetiek is wat het lichaam doet met het GM
tussen farmacodynamiek Dynamiek is wat het GM doet met het lichaam
en farmacokinetiek
5. Welke stappen zijn er ADME:
in de farmacokinetiek Absorptie
Distributie
Metabolisatie
Excretie
6. De TTM = therapeutisch toxische marge
plasmaconcentratie- Cmax = de hoogste concentratie GM in het bloed
tijdcurve: Tmax = de tijd die nodig is om tot de Cmax te komen
Waarvoor staan deze MTC = maximale toelaatbare concentratie
afkortingen: TTM, Cmax, MEC = minimale effectieve concentratie
Tmax, MTC, MEC, AUC, AUC = area under the curve, toont hoeveel GM in je lichaam zit
onset time Onset time = tijd vanaf het moment dat je aan de MEC zit
7. Absorptie Het meeste in de dunne darm (jejunum)
Waar worden GM
geabsorbeerd
8. Absorptie - Slokdarmpassage
De inname per os wordt - Voedsel in de maag
beïnvloed door - Bloedtoevoer naar het GI-kanaal
- Enzymen in de darmwandcellen
, - pH van de maag
- motiliteit van de darm
9. Absorptie De 100% van het GM dat je inneemt komt niet volledig toe op
Wat is het first pass de plaats waar nodig, door de enzymen in de lever en een stuk
effect? in de darm wordt het GM al voor het zijn werking kan doen
gemetaboliseerd
10. Absorptie F is hoeveel GM er effectief toekomt in je bloed, het wordt
wat is de biologische uitgedrukt in %
beschikbaarheid (F)
11. Absorptie De F is 100%
wat is een intraveneuze Het GM komt direct in je bloedbaan terecht en je hebt direct
inspuiting effect
Een nadeel is wel dat je irritatie kan hebben aan de plaats waar
je injecteert en er is kans op anafylactische reacties
12. Absorptie F is heel onvoorspelbaar, kan wel handig zijn als je misselijk
Wat is rectale inbreng? bent of slikproblemen, absorptie gebeurt in de dikke darm
Bij babys verkies je siroop
13. Absorptie Een gedeeltelijk first pass effect omdat het GM oplost in
Sublinguale en buccale speeksel waar ook enzymen zitten die een klein beetje afbreken
inbreng
14. Absorptie Geen first pass effect
IM en SC Absorptie afh van de doorbloeding van het weefsel
15. Distributie Een fictief volume om aan te duiden hoe graag het GM in onze
wat is het weefsels blijft zitten
verdelingsvolume (Vd) Als het Vd hoog is dan blijft het GM graag in onze weefsels
zitten
Als het Vd laag is dan wil het zsm weg uit ons lichaam
16. Distributie In het bloed zitten veel eiwitten, als het GM bindt aan een eiwit
Wat is de gebonden en kan het niet meer diffunderen naar de organen/weefsels, dit
vrije fractie van een GM zijn de gebonden fracties
in de bloedbaan
17. Distributie Te weining eiwitten
wat is hypoproteïnemie Omdat je te weinig eiwitten hebt in je bloed is er veel meer vrije
fractie van het GM dat naar de organen kan diffunderen.
Dit kan gevaarlijk zijn omdat je misschien te veel in je organen
zou krijgen
18.Distributie Bloed-hersenbarrière: GM kunnen hier niet door, kan ook
wat zijn de verschillende nadelig zijn voor hersenaandoeningen zoals bv parkinson,
barrières alcohol kan er wel door
Placentabarrière: een zwangere vrouw moet opletten met GM
innemen omdat die door de placenta naar de baby kunnen
gaan en kunnen zorgen voor afwijkingen
Moedermelk: vrouwen die borstvoeding geven moeten ook
opletten met het innemen van medicatie, deze kan
doorgegeven worden via de moedermelk, het is minder
gevaarlijk dan de placentabarrière
19. Metabolisatie Het GM zelf is niet werkzaam, maar na metabolisatie is het pas
Wat is een prodrug werkzaam
20. Metabolisatie Ze spelen een belangrijke rol in de lever bij de biotransformatie
wat zijn de CYP-450- van GM, meer bepaald bij de fase 1 reacties
enzymen Ze metaboliseren zowel GM tijdens de eerste passage na orale
inname als GM die al in de bloedbaan circuleren
21. Metabolisatie Cytochroom P450 systeem
Wat zijn de CYP-iso- - CYP1A2
enzymen - CYP2C9