Samenvatting mediageschiedenis
Les 1: inleiding
In deze cursus media als instelling met communicatietechnologie als belangrijke factor. Media
is een integraal onderdeel van de samenleving en om ze te begrijpen moeten we ze situeren in
de samenleving & de geschiedenis ervan. De rol van media moet in rekening gebracht worden.
Achterliggende assumpties: geschiedenis & contingentie
Media is momenteel contingent. Contingentie: betwisten/afwezigheid van noodzakelijkheid,
het had ook anders kunnen lopen zonder dat dit noodzakelijk zo moest zijn.
→ de toekomst is dus afhankelijk van de beslissingen die we maken, maar geschiedenis heeft
wel grote impact op toekomst (Path Depency: we vertrekken niet van een leeg blad.)
Achterliggende assumpties: complexiteit van geschiedenis en heden
Media gekarakteriseerd door complexe interacties (economisch, politieke, sociale, culturele,
technologische factoren) dus niet 1 bepalende sturende factor. Ook is er geen lineaire
historische ontwikkeling (bv vooruitgang vrijheid, proces amerikanisering) er is continuïteit en
verandering.
Historische ontwikkelingen = complex met spanningen en contradicties.
Naast rechtlijnigheid/doelmatigheid ook andere valkuilen in mediahistoriografie: te grote
klemtoon op feiten zonder te kijken naar processen, geschiedenis van individuen/’great men’,
geschiedenis met eurocentrische blik
Dingen zijn veranderd in het medialandschap sinds dat onze ouders jong waren:
- Meer diversiteit, films op DVD i.p.v. Cassette, gevoeliger publiek, minderheden zijn
minder gestereotypeerd, muziek op meerdere en andere platforms beschikbaar,
globalisering en productie over hele wereld (geen culturele hegemonie)
Plaats in het curriculum
Belangrijke factoren mediageschiedenis: communicatietechnologie & innovatie, inl tot
communicatiewetenschappen, politicologie, sociologie, economie …
- Media, cultuur & journalistiek: filmindustrie, openbare omroep, entertainment
radio/TV, media en nationale identiteit, propaganda
- Technologie & innovatie: ‘nieuwe’ media, globalisering op LT, informatiestromen,
Amerikaanse dominantie op mediamarkt
- Marketing & communicatie: propaganda, rol reclame commerciële omroep, kranten en
bioscoop
1
,Module 1: journalistiek
1. Geschiedenis van journalistiek
1.1 wat is journalistiek? Betekenis is relatief = actualiteit, realiteit & periodiciteit1
- Als product
- Als genre (manier van schrijven, presenteren gegevens)
- Als beroep/discipline (geheel aan normen, procedures, standaarden om journalistiek
als product te produceren, professionalisering en journalistieke professionele
ideologie, in begin brieven schrijven van correspondenten verzamelen in boek,
vandaag wel echte discipline, opleiding, beroep)
1.1.1 Ontstaan journalistiek afhankelijk van:
- Wat wordt als journalistiek gezien?
- Nieuws & verspreiding heeft altijd al bestaan (roddels, praktische dingen)
- Journalistiek is specifieker dan verspreiding van nieuws
- Journalistiek als ‘uitvinding’ van 19e eeuw: pre – journalistieke pers
1.1.2 etymologie (studie naar herkomst van woorden)
Bestaande Belgische kranten: De morgen, HLN, De Standaard, Gazet van Antwerpen, De Tijd,
Het Belang van Limburg,
Verdwenen Belgische kranten: Het algemeen nieuws, Le matin, Gazet van Mechelen, Het
handelsblad, De dag, Volk en Staat
Buitenlandse kranten: The New York Times, Le Parisien, The post, Le Monde, The Times
Coranto = courant (actuele berichten),
Etymologie gazetta = gaza (klein munststuk met
vogel), journal = journaal (dagblad)
Verschijningsmoment Le Soir, Le Matin, De Morgen, Le Monde
Rol krant Observer, Guardian
Politieke kleur krant Le Peuple, Het Volk, Vooruit, Libération
1
Sommige kranten “er is nieuws dus we publiceren” & andere kranten “we moeten publiceren dus we zoeken
nieuws”
2
,→ journalistiek pas echt doorgedrongen als term in 19e eeuw (van het Frans “journalism”), term
journalistiek pas dominant vanaf 19e eeuw, Franse journalistiek verwijst naar
opiniejournalistiek
(→ term in Engels taalgebruik rond 1830 had nog steeds neg connotatie van opiniejournalistiek)
→ term kreeg stilaan positievere connotatie, politiek debat wordt door democratisering meer
positief gezien en kranten hebben daarin cruciale rol
1.2 vroege ontwikkeling journalistiek
1618 Amsterdam → wekelijkse publicatie, volgens sommige historici de eerste krant
Voorwaarden om als krant te definiëren: regelmatig en vast verschijningsritme (wekelijks,
dagelijks), continuïteit & herkenbare identiteit, focus actualiteit, gericht op breed aantal
thema’s
= geen plots ontstaan maar trage ontwikkeling vanuit verschillende voorlopers & door
verschillende brede ontwikkelingen
Van orale naar geschreven communicatie
11e eeuw in het Westen geleidelijke evolutie van orale naar geschreven cultuur, 2 eeuwen
voor uitvinding drukkunst (manuscripten werden steeds meer geschreven) = evolutie richting
schriftcultuur maar orale cultuur zal niet verdwijnen
1.2.1 nieuws & prehistorie van journalistiek
Ontstaan? Afhankelijk van definitie, nieuws heeft altijd bestaan en is omnipresent (elke
samenleving heeft manieren om nieuwheid te monitoren en te delen)
- Orale communicatie lange tijd zeer dominant (zeker voor grote massa)
o Groot belang voor roddels en geruchten
o Nieuws verspreid door marktkramers, kooplieden, bedevaarders, zangers…
o Analfabetisme, ontbreken snel en vertakt transportsysteem, prijs
- Geschreven nieuws
o Eerste vb gekoppeld aan grote rijken vb Romeinse Rijk, Keizer Karel 16e eeuw
o Belang ontwikkeling handel (kapitalisme: nieuws als instrument)
- Eerste gedrukte kranten begin 17e eeuw
o Discussie over 1e titel en exacte datum
o 1605 Straatsburg
o 1618 Amsterdam courante
o 1620 Antwerpen
→ journalistiek als relatief autonome sector/discipline die nieuws produceert
3
, 1.2.2 nieuws en politiek bestuur
Communicatie als beleidinstrument
- Nood aan communicatie binnen grondgebied dat vanuit centraal machtscentrum
wordt geregeerd (vb Chinese of Romeinse Rijk)
- Orale communicatie was te onbetrouwbaar voor efficiënte communicatie
o Romeinse Rijk: correspondentiesysteem met bodes die brieven
transporteerden
o Chinese Rijk: handgeschreven nieuwsbrieven (tipao), bedoelt voor ambtenaren
(in afgelegen gebieden) & soms opgehangen op publieke plaatsen of oraal
gecommuniceerd aan lokale bevolking
Communicatie met het publiek
- Rome: eerst gekende formele communicatie van nieuws aan breed publiek (acta
diurna = dagelijkse handelingen 59VC tot 3e eeuw NC)
o Wie? Staatskrant →officiële mededelingen, meer dan beleidsbeslissingen
o Wat? Politiek en militair nieuws, gerechtelijk nieuws, roddels, natuurrampen,
sensatie, overlijdens & geboortes (in rijke families)
o Hoe? Ophanden op publieke plaatsen (muurkranten gebeiteld in steen of
metaal), op perkament verspreid naar provincies (rol nieuwsschrijvers tegen
betaling nieuws overschrijven en doorsturen via posterijen), voorlezen door
geletterden aan analfabeten
Diurnali (dagelijkse gebeurtenissen vb journal, giornale, journaal)
Later gebruiken vorsten, gedrukte vlugschriften voor communicatie (gedrukte voorloper
krant)
1.2.3 nieuws, handel & voorloper van de krant
Handel als bron en publiek van nieuws
- Nieuws altijd belangrijk geweest voor handel
o Nood aan up-to-date informatie over wat er gebeurt in wereld (vb oorlog,
oogsten)
o Belang ↑ door internationalisering handel vanaf 15e eeuw
- Nieuws verzameld door handelaars
o Nieuws verzameld via correspondenten (vaak handelsvertegenwoordigers)
o Gebundeld in nieuwsbrieven (eerst handgeschreven, na 16e eeuw meer
gedrukt)
o Verspreid via koeriers
o Rijke handelaars & banken hebben eigen nieuwsdiensten met koeriers
4