COMPLETE samenvatting Insolventierecht en zekerheid!
12 vues 2 fois vendu
Cours
Insolventierecht en zekerheid (3013IZX6VY)
Établissement
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Een complete samenvatting waarin ALLE stof van het vak Insolventierecht en zekerheid aan de UvA wordt uitgelegd per week, aan de hand van dikgedrukte begrippen en stappenplannen. Inclusief uitleg van de arresten. Zie voor meer samenvattingen en/of uitwerkingen van de hoorcolleges en werkgroepen van...
Week 1 Inleiding faillissement, surseance van betaling, WSNP & pre-pack
Insolventierecht: coördineert alle aanspraken/verhaalsacties van schuldeisers. De curator is beheerd
tot verefffening van de boedel, wat wordt verdeeld onder de schuldeisers. Paritas creditorum:
gelijkheid van alle schuldeisers (art. 3:277 BW). Het gehele vermogen geldt als verhaalsobject (art.
3:276 BW). Doelen van het insolventierecht zijn onder meer eerlijk verdelen, reorganiseren,
bescherming tegen agressieve schuldeisers, opsporen van fraude en achterhalen vermogen,
effectueren van bestuurdersaansprakelijkheid en het laag houden van de kosten van krediet.
Insolventieprocedures:
Faillissement (art. 1-213 Fw): algemeen beslag op goederen van schuldenaar tbv
schuldeisers. Met faillissement komen individuele beslagen te vervallen (art. 33 Fw). De
procedure is gericht op liquidatie (ten gelde maken) van het vermogen, voor zowel natuurlijke
personen als rechtspersonen. Een curator wordt benoemd, die is belast met beheer en
vereffening van de failliete boedel (art. 14 jo 23 jo 68 Fw). Beslag wordt gevolgd door het te
gelde maken van activa. De opbrengsten worden verdeeld onder de schuldeisers. Landen
kunnen niet failliet gaan. Gekomen wordt tot een faillissementsprocedure omdat insolventie
een common pool probleem is, iedereen wilt namelijk in een keer tegelijk voldaan worden,
wat leidt tot inefficiëntie en waardevernietiging. Veel mensen willen immers aanspraak
maken op een beperkt aantal goederen. Het is een bron waar veel verschillende mensen
toegang tot hebben, zonder dat het gebruik van andere mensen kan worden beperkt. De
uitkomst is tragedy of the commons: waarde wordt vernietigd zodat niemand er meer iets
aan heeft. Creditors’ Bargain Theory: als crediteuren van tevoren zouden overleggen over
wat te doen indien hun schuldenaar hen niet meer kan betalen, zouden ze tot een collectieve
(insolventie)procedure besluiten:
o Hogere opbrengsten —> een collectie van allerlei goederen in een operationele
onderneming is veelal meer waardevol dan als alle onderdelen los zouden worden
verkocht. Er is meer in faillissement als alle schuldeisers gezamenlijk optreden.
o Minder kosten procedure —> geen strijd van allen tegen allen. De curator weegt alle
aanspraken tegen elkaar af.
o Minder ‘financieringskosten’ —> anders zijn schuldeisers bang dat andere schuldeiser
zijn vordering geheel verhaalt.
Verloop van faillissement:
1. Faillietverklaring —> kan zowel op eigen aangifte als op verzoek van schuldeisers of door het
OM als de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen (art. 1
Fw). De schuldeiser dient dan een verzoekschrift in wat wordt uitgesproken bij vonnis (lid 1).
De schuldeiser kan dit ook via een advocaat doen (art. 5 lid 1 Fw), alleen voor eigen aangifte
van de schuldenaar is dit niet nodig. Pluraliteitsvereiste: er moet sprake zijn van pluraliteit
van schuldeisers (meerdere schuldeisers), dus meer dan een schuldenaar moet een opeisbare
vordering hebben die niet voldaan wordt.
a. Materieel failliet: meer schulden dan bezittingen of ‘negatief eigen vermogen’.
b. Formeel failliet: door de rechter failliet verklaard onder benoeming van een curator.
2. Verificatievergadering —> alle schuldeisers melden zich.
3. Liquidatie van activa —> curator gaat spullen verkopen.
4. Uitdeling aan schuldeisers.
1
, Surseance van betaling (art. 214-283 Fw): een tijdelijke maatregel (gericht op
voortgang/continuiteit; art. 223 jo 242 lid 5 Fw) voor rechtspersonen en alleen natuurlijke
personen die zelfstandig een beroep of bedrijf uitoefenen (art. 214 lid 4 Fw) waarbij sprake is
van de sanering en opschorting van aanspraken. De surseance wordt meteen toegewezen en
een bewindvoerder wordt benoemd (art. 215 lid 2 Fw) die samen met de schuldenaar het
beheer voert (art. 228 Fw). Individuele schuldeisers kunnen tijdelijk geen verhaal nemen. Het
is uitstel van betaling waardoor de schuldenaar de kans krijgt om orde op zaken te stellen, evt
door het aanbieden van een ‘akkoord’, waarbij schuldeisers stemmen over een alternatief
plan en de gedachte is dat zij meer krijgen dan bij liquidatie. Als surseance niet lukt, wordt
veelal het faillissement aangevraagd. Probleem van surseance is dat het vaak te laat wordt
aangevraagd, het niet werkt tegen preferente schuldeisers en schuldeisers met zekerheden
(art. 232 Fw) en reorganisatie makkelijker is door faillissement dan door surseance. Met een
doorstart door faillissement kun je makkelijker van personeel af komen en is mogelijk met
een zittende aandeelhouder. Phoenixing: dezelfde personen zitten achter de nieuwe als oude
rechtspersoon bij overname activa uit faillissement. Indien zowel een verzoek tot
faillietverklaring als surseanceverzoek is neergelegd, dient de Rb eerst het surseanceverzoek
te beoordelen (art. 218 lid 6 Fw).
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) (art. 284-362 Fw): een regeling om
natuurlijke personen (art. 284 Fw) weer mee te laten doen. Een bewindvoerder wordt
benoemd (art. 287 lid 3 Fw). Aan het einde van de WSNP begin je aan een schone lei (art. 358
Fw), dit geldt niet voor studieschulden en strafrechtelijke veroordelingen! Het verzoek wordt
slechts toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat voldaan is aan art. 288 lid 1 sub a
t/m c Fw). Gedurende 18 maanden (was 3 jaar) dient zoveel mogelijk terug betaald te
worden. De termijn zal gaan lopen vanaf de eerste aflossing, ook indien gedaan in
voortraject. De schuldenaar houdt inkomen ten belope van beslagvrije voet. De goede trouw-
toets uit sub b gaat van 5 naar 3 jaar.
Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) (art. 369-387 Fw): voor rechtspersonen en
natuurlijke personen die zelfstandig een beroep of bedrijf uitoefent wordt dmv een akkoord
met gezamenlijke schuldeisers de schuldenlast weer dragelijk gemaakt (art. 369 lid 1 Fw). Evt
benoeming van een herstructureringsdeskundige of een observator. Schuldeisers kunnen ook
bij tegenstemmen gedwongen worden aan een akkoord, met checks en balances. De
rechtspersoon blijft bestaan. Het is een preventieve procedure, dus juist om te voorkomen
failliet te gaan. De schuldenaar blijft exclusief beschikkingsbevoegd, er komt geen curator of
bewindvoerder. Aannemelijk moet zijn dat de schuldenaar niet met het betalen van zijn
schulden zal kunnen voortgaan (art. 370 lid 1 Fw). Als sprake is van zowel een
faillissementsverzoek als WHOA-verzoek, dan wordt eerst de WHOA behandeld (art. 3d Fw).
Pre-pack: een goed voorbereide verkoop, uitgevoerd door de curator, met als doel
waardebehoud en mogelijk werkgelegenheid. De rechtspersoon gaat werkelijk failliet, de
onderneming draait door. Het is een activa-passiva transactie die zowel met gerelateerde als
externe partijen kan. Het is een goed voorbereid faillissement, waardoor in aanloop
ernaartoe al een curator wordt benoemd.
Daarnaast kan een insolvente rechtspersoon worden ontbonden via boek 2 BW of via turboliquidatie.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur soofssamenvattingen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.