Ethiek in sociaalagogische beroepen Samenvatting Hoofdstuk 1-8
Auteur: Jacqueline Rothfusz
2e druk
ISBN: 978 90 430 2419 8
De inhoudsopgave wil niet goed uploaden, maar het is een samenvatting van hoofstuk 1 t/m 8. Alleen paragraaf 1.3 ontbreekt.
Praktijkdossier voor de opleiding Pedagogiek, afgerond met een 8.7!
Samenvatting ethiek
Tout pour ce livre (45)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Social Work
Ethiek
Tous les documents sur ce sujet (13)
1
vérifier
Par: karen_speekenbrink • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
nynkepost
Avis reçus
Aperçu du contenu
Ethiek in sociaalagogische beroepen
Geschreven door Jacquelien Rothfusz
2e druk
Inhoud
Hoofdstuk 2 Normatieve theorieën........................................................................................................6
Hoofdstuk 3 Aan het werk met morele problemen................................................................................9
Hoofdstuk 1 Moraal en Ethiek (zonder paragraaf 1.3)
1.1 Moraal
Morele vragen gaan over goed en kwaad, over de manier waarop mensen zouden moeten
leven. Een essentiële voorwaarde voor moraal is dat er de vrijheid is om te kiezen en dat
iemand verantwoordelijk is voor zijn keuze. Morele opvattingen zijn een antwoord op de
vraag hoe men zich als mens goed en verantwoordelijk kan gedragen.
Moraal gaat over waarden en normen. Moraal kan gebaseerd zijn op intuïtie, emoties of
rationele overwegingen maar kan ook deel verklaard worden uit biologische processen en
vanuit evolutie. Er zijn verschillende redenen waarom mensen hun eigen gedrag en dat van
,anderen goed- of afkeuren:
-hechtingsmoraal regelt hoe we omgaan met mensen en met wie we verbonden zijn, dit
moraal gaat over hechting en empathie. (inleven/helpen in vrienden zonder er zelf beter van
te worden).
-geweldmoraal regelt hoe we met bedreigende situaties omgaan.
-reinigingsmoraal regelt dat mensen reinheid koppelen aan het goede en besmetting aan het
kwaad.
-samenwerkingsmoraal speel een rol in de manier waarop mensen met elkaar samenwerken
en waarop ze omgaan met mensen die de samenwerking bedreigen. Hierbij is vertrouwen
erg belangrijk. Deze moraal speelt ook een rol bij collectieve samenwerking, door samen te
werken krijgen mensen iets voor elkaar wat ze individueel nooit zouden bereiken.
-beginselenmoraal, hiervan uit zoeken mensen naar redelijke argumenten om te
onderbouwen waarom een handeling goed of fout is (terrein van de ethiek als dit
systematisch gebeurt).
De eerste vier moralen zijn instinctief, ze bepalen ons gedrag en onze opvattingen over goed
en kwaad, maar ze geven geen argumenten. De beginselenmoraal doet dat wel.
Moraal is iets wat altijd kan veranderen en morele opvattingen kunnen variëren afhankelijk
van tijd en plaats.
Morele kwesties spelen op verschillende niveaus:
-op microniveau gaan morele vragen over de manier waarop je van mens tot mens met
elkaar zou moeten omgaan.
- op mesoniveau maken organisaties morele keuzes, deze keuzes zullen terug te vinden zijn
in de visie van de instelling. Hierbij gaat het over opvattingen over de missie van een
instelling en de manier waarop ze daaraan wil werken.
-op macroniveau is de manier waarop de samenleving moet worden ingericht.
1.1.1 Waarden en normen
Waarden en normen zijn onderscheid binnen de moraal.
Waarden zijn begrippen die omschrijven wat mensen waardevol vinden en waarneer zij
streven. Het zijn idealen die belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven.
Normen zijn handelingsvoorschriften die laten zien hoe je moet handelen. Een norm kan
dienen als richtlijn voordat iemand handelt of als maatstaf achteraf.
Een waarde kan op verschillende manieren worden vertaald in een norm. Bv: de waarde
‘naastenliefde’ kan voor de ene persoon concreet worden uitgewerkt in de norm dat hij zijn
zieke vader dagelijks moet bezoeken, terwijl het voor de ander betekent dat hij zorg draagt
voor deskundige hulp.
Als er meningsverschillen ontstaan over normen, kan het nuttig zijn om uit te zoeken wat de
achterliggende waarde is. Soms blijkt dit dezelfde te zijn en wordt het conflict minder scherp
als beide partijen dit van elkaar weten en zo ontstaat er dan ruimte voor wederzijds begrip.
Als mensen zich sterk op normen richten, ontstaat er verstarring. Mensen richten zich dan
op regels en vergeten waarom die regels er zijn.
Normen kunnen zich ontwikkelen en worden vaak aangepast aan veranderende contexten.
In onze multiculturele samenleving staan daarom veel normen opnieuw ter discussie. De
keuze die een persoon maakt, wordt mede bepaald door zijn culturele achtergrond en de
normen die hij vanuit die achtergrond heeft meegekregen.
,Niet alle omgangsnormen zijn morele normen, er zijn ook fatsoensnormen. Binnen
verschillende groepen (culturen) zijn er soms ook andere gedragsregels.
Ook in het social work gaat men uit van fatsoensnormen, bv kleding. Dit noemt men ook wel
‘kleine ethiek/etiquette’. De grens tussen fatsoensnormen en morele normen is niet scherp.
Er zijn vier criteria te onderscheiden:
-ernst: een morele normovertreding is ernstiger.
-straf: de straf voor een morele normovertreding is zwaarder.
-regelcontingentie: morele normen zijn niet/minder afhankelijk van ‘toevallige’ regels.
-autoriteit: morele normen zijn niet/minder afhankelijk van de goedkeuring door een
autoriteit.
Naast morele normen en omgangsnormen zijn er juridische normen. Juridische regels
sluiten meestal aan op opvattingen over wat een goede maatschappij is en op morele regels
die veel mensen delen. Het is ook mogelijk dat een handeling tegen de wet ingaat, maar wel
door veel mensen als moreel juist wordt gezien.
1.1.2 Deugden
We kunnen de juistheid van het moreel handelen afmeten aan de waarden en normen die
daarbij zijn gevolgd. We kunnen ook kijken naar de persoonlijke eigenschappen van waaruit
de persoon heeft gehandeld. Een deugd is een min om meer vaste, goede eigenschap van
een persoon, die ertoe leidt dat hij moreel juist handelt.
Veel deugden komen overeen met waarden of zijn aan waarden te koppelen. Het verschil is
dat waarden abstracte cognitieve begrippen zijn, terwijl deugden aan een specifieke persoon
zijn gekoppeld.
Begrip Definitie Voorbeeld
Waarde Ideaal, dat wezenlijk is voor Rechtvaardigheid
de kwaliteit van leven
Norm Handelingsvoorschrift Geef mensen gelijke kansen
Deugd Goede eigenschap die de Integriteit
handelwijze van de mens
bepaalt.
1.2 Ethiek
Ethiek is een plaats waar gemeenschappelijke mores gelden en geleerd worden.
Oorspronkelijk: hetzelfde als moraal.
Tegenwoordig: een systematische reflectie op morele vragen, op basis van rationele
argumenten.
Er zijn verschillende manieren om systematisch na te denken over morele vragen:
Begrip Definitie Voorbeeld
Descriptieve ethiek Beschrijvende ethiek Beschrijving van de
opvattingen van psychologen
over het beroepsgeheim.
Prescriptieve of normatieve Voorschrijvende ethiek Beroepscode Utilisme
ethiek
Meta-ethiek Ethiek die fundamentele Zijn waarden universeel of
morele vraagstukken cultuurgebonden?
, bestudeert
Descriptieve ethiek beschrijft de moraal in een gemeenschap. Het gaat over feiten: hoe
gedragen mensen zich in morele kwesties en welke argumenten gebruiken ze hierbij. Er
kunnen situaties feitelijk worden beschreven, zonder er zelf een mening over te geven.
Prescriptieve of normatieve ethiek: het gaat er niet om hoe mensen zich feitelijk gedragen
of hoe ze feitelijk denken, maar hoe mensen zich zouden moeten gedragen.
Beroepsethiek: spreken we van als er voor bepaalde beroepsgroepen specifieke morele
regels voor te schrijven. Een beschrijving van morele opvattingen en keuzes van een
beroepsgroep gaat over feitelijk gedrag en is dus descriptief.
-Beschrijvende beroepsethiek: als een onderzoeker beschrijft hoe social workers omgaan
met het beroepsgeheim.
-Prescriptieve beroepsethiek: als de beroepsethiek voorschrijft hoe een beroepsgroep
moreel verantwoord moet handelen. Bv bij de beroepscode. De beroepscode schrijft een
beroepsvereniging aan haar leden voor hoe zij zich in hun beroep moten gedragen. De leden
blijven zelf altijd verantwoordelijk voor hun morele beslissingen.
Metha-etiek gaat over morele vraagstukken van een hoger abstractieniveau. Meta-ethiek
reflecteert op betekenis, herkomst en geldigheid van visies op goed en kwaad.
1.2.1 Cultureel relativisme of universele waarden
De universele verklaring voor de rechten van de mens is in 1948 opgesteld en ondertekent
door alle leden van de Verenigde Naties. De verklaring is gebaseerd op de gedachte dat
bepaalde rechten voor alle wereldburgers gelden, dat betekent nog niet dat alle mensen
krijgen waar ze recht op hebben. Het is wel zo dat de overheid erop kan worden
aangesproken als de condities niet overeenstemmen met deze recht. Het is niet
vanzelfsprekend dat rechten voor iedereen op dezelfde manier gelden.
Cultuur relativisme gaat uit van het standpunt dat er geen algemene universele principes
zijn in de moraal. Het standpunt dat wat moreel juist of onjuist is, wordt volledig bepaald
door de culturele achtergrond. Het cultuur relativisme is ontstaan binnen de cultureel
antropologie als kritiek op het evolutionisme.
-Evolutionisme= ontwikkeling van andere culturen zijn niet alleen anders, maar ook minder
goed.
-Cultureel relativisme= normen en waarden van de ene cultuur zijn niet beter dan die van
een ander.
-Subjectivisme= de opvatting dat morele principes individueel zijn en dat een morele
handeling juist is als de persoon deze zelf goedkeurt. Dit is een nog verdergaande vorm van
ethisch relativisme.
Aantal kritiekpunten op het cultuur relativisme:
-het leidt tot morele verlamming of apathie (ongevoeligheid), omdat het geen basis geeft
van waaruit morele praktijken bekritiseerd kunnen worden (tweede wereld oorlog).
-het keurt hervorming af, omdat het ingaat tegen de culturele opvattingen die op dat
moment heersen.
-relativisten roemen vaak hun eigen tolerantie voor andere culturele gebruiken, maar als
alles relatief is, kan tolerantie ook geen universele waarde zijn.
Universalisme staat tegenover het cultureel relativisme. Het zijn waarden die een absolute
standaard zijn, die voor iedereen in alle situaties gelden. Net als bij cultureel relativisme is er
verschil tussen een beschrijvend universalisme en een normatief universalisme.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nynkepost. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.