Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Sociale Ethiek €7,46
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Sociale Ethiek

 5 vues  0 fois vendu

Samenvatting sociale ethiek. Ik behaalde een 15 op 20

Aperçu 4 sur 37  pages

  • 23 mai 2024
  • 37
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
isadekort
SOCIALE ETHIEK
LES 2: CAPITA SELECTA MORAALTYPEN

WAT IS ETHIEK? DEFENITIE

Zie mindmap!

= Juist handelen, discipline van de filosofie die zich buigt over de vraag: wat is juist handelen?
Hoe beoordeeld? Wat is dan het juist? (Door de maatschappij (normen) (niet alles) )
 Antwoord ligt besloten in referentiekaders

REFERENTIEKADERS in twee takken:
1. Moraal = (Latijn: Morus = Gewoonte) geheel van waarden en normen die een persoon belangrijk vindt in zijn of haar
leven, afspraken maken, verantwoorden die ze een geschiedenis hebben afgelegd, hun zijnde en hun context, hun
opvoeding, religie, … → deze bepalen het moraal → Hierbinnen worden types onderscheiden
2. Ethiek
Binnen moraal verschillende types -> uit onderzoek moraalwetenschappen, studies die kijken naar
maatschappij en hun waarden en normen -> wel overeenkomsten in; soort van taxonomie (p. 160)

5 moraaltypes (Jan Verplaetse):
▪ Geweldsmoraal
▪ Hechtingsmoraal
▪ Reinigingsmoraal
▪ Samenwerkingsmoraal
▪ Beginselenmoraal
▪ (6: transhumane moraal)


TYPE 1: EEN GEWELDSMORAAL.
= Dit is een moraal die past bij bedreigende situaties en in tegenstelling tot de hechtingsmoraal wil deze moraal af van te nauwe
banden, omdat ze tot doel heeft de vijand vrees aan te jagen. Het zit niet onder ons beschavingsvernis, maar is gewoon een
andere laag verf. Mettertijd is de overheid ertoe gekomen om zich als een buffer te zetten tussen onderlinge conflicten met
bijbehorende rechtbanken en controlerende instanties. Daarom begrijpen we tegenwoordig niet altijd meer waar deze
oerkrachten vandaan komen. Toch heeft de mens zo lang geleefd en op sommige momenten zelfs in de huidige tijd wordt deze
laag verf opnieuw zichtbaar. Dit heeft een betekenis. Het komt niet voort uit een metafysische strijd tussen goed en kwaad,
maar maakt deel uit van onze biologische natuur zoals wij die altijd al hebben gekend. Verplaetse stelt in dit verband: “De
geweldsmoraal lijkt wel het tegenovergestelde van de hechtingsmoraal. Veel mensen beschouwen geweld ook als het tegendeel
van moraal. Ze zouden die moraal het liefst uit de menselijke morele natuur schrappen. Ik spreek hun niet tegen. Maar hoe
onwenselijk de geweldsmoraal ook is, ze vormt wel een moreel systeem.”
 Voorbeeld: Opkomen voor de mensen die je graag ziet -> aan de hand van ruzie maken en verdedigen.
 Voorbeeld verschillen in culturen: Bijvoorbeeld bij bepaalde Traveller gemeenschappen, knokkel gevechten een redelijk
vrij gegeven zijn. Conflicten zo opgelost. Mannelijk en gewelddadig. OF doodstraf in bepaalde landen.
 Voorbeeld : Bij drugbendes. Hoort tot de moraal van die subcultuur
 DOCU voorbeeld!!

Gypsy Blood (52min)
Mannen vechten elkaar. Altijd. ‘het is als een ziekte, willen het niet leuk vinden maar blijven ze het doen’, hun manier.
Kinderen ook laten vechten. Zit in de familie. Kinderen mogen niet verliezen -> zeggen dat hij dan zoon zou verdrinken (niet echt
maar in hoofd)
Samen met kinderen herten vangen en zelf doden,…
A documentary about the lives off Irish Traveller Hughie Doherty and English Gypsy Fred Butcher. Gypsy Blood examines the
violent culture that some gypsy and Traveller fathers hand on to their children, exploring its impact on two fathers and their
young sons.

,TYPE 2: EEN HECHTINGSMORAAL.
= Een dergelijke moraal “omvat al onze intuïties, vermogens en reflexen die teruggaan op de intense sociale en sentimentele
ervaringen” van elkaar nodig hebben, ofwel een aangeboren behoefte. We worden immers geboren als weerloze wezens en
vaak sterven we ook zo. Vanuit die optiek is het tegelijkertijd onze allereerste en allerlaatste moraal. Hechtingsprocessen
verklaren waarom we zoveel over hebben voor mensen waarmee we een band hebben. Wederzijdse erkenning is daarbij van
belang, want dan pas is de voedingsbodem optimaal om deze vorm van moraal te beleven. In zulke omstandigheden blijft het
zelfs in geweldsituaties als oorlog en misdaad actief; in zeer vijandige omstandigheden belemmert deze moraal ons om de vijand
zonder mededogen te vernietigen. Verplaetse zegt hierover: “Ze maakt gebruik van aangeboren vermogens als imitatie,
hechting en empathie die voortkomen uit onze enorme afhankelijkheid. Onze persoonlijke ontwikkeling is ondenkbaar zonder
de toewijding van anderen. Een mensenkind is weerloos en afhankelijk. Inleving en hechting leiden tot zorg en onbaatzuchtig
gedrag.”

 Stel je bijvoorbeeld voor -> kinderen in het water gevallen. Eigen kind erbij: welk kind kies je? Belangrijk begrijpen
waarom meeste kiezen voor eigen kind.
 Loyaliteit speelt er ook zeker een rol. Onverbreekbare loyaliteit van kinderen t.o.v. de ouders.

TYPE 3: EEN REINIGINGSMORAAL.
= Goed en kwaad beschrijven we opvallend vaak in hygiënische termen. “Mensen zijn ook geneigd schoonheid (reinheid) met
deugd te associëren. In het Griekse opvoedingsideaal werd dit kalokagathia (Oudgrieks: καλοκἀγαθία) genoemd.” Deze term
gaat terug tot Herodotos (vijfde eeuw v.C.) en was vooral in de vierde eeuw v.C. courant als een aanduiding voor het Griekse
cultuurideaal, dat lichamelijke en morele voortreffelijkheid met elkaar verbindt. Bij het goede en het schone is het fijn
vertoeven, van het lelijke en kwade ontstaat de neiging om afstand te nemen. Verplaetse geeft het voorbeeld van een
onderzoek naar besmettingsweerzin: “Vanaf ons zevende levensjaar ontwikkelen we een weerzin tegenover voorwerpen die in
aanraking zijn geweest met walgelijke stoffen, hoe kortstondig ook. Proefpersonen weigerden een drank waarin een
gesteriliseerde kakkerlak zat. De wetenschap dat de kakkerlak steriel is en daarom ongevaarlijk, heeft geen effect op de weerzin.
Deze besmettingsweerzin vergt rijpere cognitieve ontwikkeling, waarover kinderen jonger dan zeven jaar niet beschikken. Dat
levert de basis voor een denken dat we ook terugvinden in het magische denken bij oude culturen en religieuze riten.” Ook in
onze moderne seculiere tijden zijn uitdrukkingen van die moraal te vinden, bijvoorbeeld wanneer men spreekt over smerige
verkrachters of vuile pedofielen. Verplaetse maakt hierbij de volgende opmerking: “De reinigingsmoraal koppelt goed en kwaad
aan gevoelens van reinheid en besmetting. Die moraal profiteert van een biologisch systeem dat onze contacten met schadelijke
producten bewaakt. Walging alarmeert ons wanneer we ziekteverwekkende stoffen innemen of aanraken. Evolutie leverde die
krachtige emotie. Opvoeding leerde ons welke producten we beter kunnen vermijden. Maar ook immorele daden wekken
walging op. Het aanraken van een moordenaarshand laat ons niet onverschillig.”
 Zuiverheid. = reiniging toepassen
 Xenofobie -> het andere, onbekende, kan onveilig aanvoelen
Met overleven te maken.

Van nature afstand nemen van het vreemde -> oerinstinct
 Halo bias -> eigenschappen toekent aan iemand. Wordt bv. in reclame gebruikt worden: een mooie dame die kleding
promoot, om zo mensen aan te zetten de kleding te kopen
Associëren mooi ook met goed.
 Coronamaatregelen opvolgen? Heeft er zeker met te maken. Willen niet besmet worden en doen er ook alles aan.
Bevestigd oerangst.

,TYPE 4: EEN SAMENWERKINGSMORAAL.
= In vele gevallen bepalen niet de emoties in termen van haat of liefde de omgang met onze medemensen, maar het simpele
principe van nutsoverwegingen. Het onderzoek van gedragseconomen heeft in de voorbije decennia interessante bevindingen
aan het licht gebracht. We zijn geneigd tot samenwerking en lijken van nature daarvoor iets te willen ‘geven’ of ‘delen’. Zelfs
onderzoek bij kinderen liet zien dat niets geven of niets teruggeven ook bij kinderen zeer uitzonderlijk is.524 Er zijn echter ook
grenzen aan deze moraal. Initiële welwillendheid kan uitmonden in naïviteit, communicatie kan ontaarden in een gebrek aan
privacy, sociale cohesie in conformisme en dweepzucht, transparante groepsomvang in verstikkende kleinschaligheid en de
behoefte aan reputatiekennis in roddel en bemoeizucht. Daarna kan het moment aanbreken waarop men de samenwerking
verwerpt en op zoek gaat naar een nieuw collectief om een andersoortige coöperatie uit te bouwen. Verplaetse definieert deze
moraal als volgt: “De samenwerkingsmoraal dient als kompas in het coöperatieve spel van handel en vereniging dat voordelen
biedt maar ook risico’s inhoudt. Mensen bereiken zaken die ze nooit helemaal alleen tot stand kunnen brengen. Helaas wil een
niet gering aantal mensen meegenieten van de voordelen die de samenwerking biedt zonder een eigen bijdrage te leveren.
Gelukkig houdt niemand van valsspelers, profiteurs of ripdeals. Deze moraal levert intuïties om valsspelers te vermijden of te
detecteren en zo de samenwerking hoog te houden.”
 Monkey cooperation and fairness (clip zie toledo) -> ze werkten samen en verdeelden eerlijk, samenwerking beloond,
bewust zijn andere nodig voor zijn -> oermoraal van de mens. Maar hebben de apen echt een gevoel van ‘fair play’
 Freeriders gedrag -> prisoner dilemma, samen werken anders beiden pineut.
Als je zelf niets doet, maar wel mee profiteert met het uiteindelijke project dat de rest gemaakt heeft.
Freeriders uitzonderingen op de samenwerkingsmoraal.

TYPE 1-4 -> te maken met emoties!! Maar het 5de type wortels in de rationaliteit.

TYPE 5: EEN BEGINSELENMORAAL.
= In deze vorm van moraal vloeit de morele beslissing niet automatisch voort uit de onderliggende psychologische processen,
zoals dat het geval is bij de hiervoor besproken moraaltypen. De beslissing wordt met redenen omkleed. Dat betekent dat
rationaliteit de boventoon voert in tegenstelling tot de emoties. Verplaetse onderscheidt de beginselenmoraal van de andere
besproken moraaltypen: “De beginselenmoraal biedt een oplossing voor de nadelen waar de andere moralen mee kampen. Ze
verplichten ons om dingen te doen die we intuïtief oké vinden, zonder dat we argumenteren waarom we ze goed vinden. We
staan er niet bij stil. We rechtvaardigen ons gedrag niet. We ondergaan die moralen maar bouwen geen ethiek op die we
werkelijk willen. Een beginselenmoraal doet dit wel. (…) De beginselenmoraal rechtvaardigt ons gedrag met morele beginselen,
zoals gelijkheid, waardigheid of vrijheid. Gedrag wordt getoetst aan die beginselen met redelijke argumenten, logische
redeneringen en correcte informatie.” Uit het voorgaande blijkt dat vier van de besproken moraalvormen berusten op intuïties
en emoties en dat slechts één moraalvorm rationeel van oorsprong is. Het biedt een antwoord op wat de mens, waar ook ter
wereld en tot welke cultuur hij ook behoort, bezit aan vermogens om met het conflict tussen eigenbelang en hoger belang af te
rekenen. Verplaetse beschreef het ontstaan van de moraal met behulp van hedendaags wetenschappelijk onderzoek (zie de
citaten bij de beschrijving van de vijf bestaande morele systemen, ut supra). Zo ontdekken we hoe langer hoe meer dat onze
moraal een cerebrale gereedschapskist is om een bepaald soort gedrag af te dwingen.
 De dingen die mensen met elkaar afspreken.
 Auto leren rijden-> steeds nadenken. Na zekere tijd sta je er niet meer bij stil en w het automatisch. Zo ook hier.
 Soms wel terug stap voor stap -> beginselnormaal dwingt je ertoe
EN ETHIEK -> eigenlijk is dat één geheel, hetzelfde als ethiek, daar pas het punt ontstaat waarbij dit moet beargumenteren!!

Na zijn uiteenzetting van de vijf moraaltypen besluit Verplaetse: “Ik beweer niet dat er maar vijf moralen zijn. Er kunnen er ook
meer zijn. Ik streef hier geen volledigheid na. Hoewel ik wel geloof dat ik de belangrijkste systemen heb behandeld. In De
Dashboardsamenleving voeg ik daarzelf toch nog één nieuw type aan toe, een hypothetische moraaltype nr. 6: een
transhumane moraal genaamd.

ZIE MINDMAP!

➔ Maak mindmaps met voorbeelden! Vanuit het boek.

Toepassing:
= gelijk te stellen aan het ontstaan van de ethiek → toepassing van uw verstand en een eerste opstap naar ethiek

, LES 3: VOOR –EN NADELEN ETHISCHE THEORIE CAPITA SELECTA

SAMENVATTING VAN BELANGRIJKSTE INZICHTEN TOT NU TOE

• Moraaltypen → Moraal en ethiek niet op dezelfde lijn
o Moraal = de manier waarop mensen dingen doen/afspreken → hoe ga je zo goed mogelijk samenleven?
o Door samen te werken (samenwerkingsmoraal) = ze hebben dit nodig om dingen te kunnen verwezenlijken
o Hechtingsmoraal = het verbonden zijn met elkaar (gebeurt al vroeg = bloedband) We hebben een natuurlijke
reactie om mensen die dicht bij ons staan te helpen, …
o Geweldsmoraal = rituelen zitten in onze samenleving en soms moet je hier iets voor doen om dit te behalen
(bv. Jongens stoer zijn dus vechten).
o Reinigingsmoraal = als sinds eeuwen onderdeel geweest van de gemeenschap: manier van samenleven en
bescherming tegen ziektes, …
o Deze hebben allemaal iets gemeen = dat ze heel hard voortkomen uit onze gevoelens, emoties
o Ethiek = de wetenschappelijke studie van het moraal/kritisch nadenken over wat wel en niet goed is
• Normatieve ethische stromingen stromingen
• 3 grote takken in de Ethiek → gebruiken om uit te leggen waarom handelingen goed zijn of niet

DEONTOLOGISCHE ETHIEK

• = De plicht iets wel of niet te doen → een handeling is juist wanneer een vooropgestelde regel gevolgd wordt → De
regels bepalen wat juist is en wat fout is, ongeacht de gevolgen
• = ethische en juridische argumenten door elkaar haspelen, om een handeling te verantwoorden. Dat is een
drogredenering. Het wil niet zeggen als X in de wet staat van een land, dat het ook ethisch is! (Bv. in de WOII-wetgeving
voor het dragen van en gele ster! Je mocht geen handel meer drijven met joodse mensen → stond in de wet maar is
niet ethisch)
• Deon = plicht (Grieks
• rechtsethiek: probleem argumentum ad legis
o Geeft duidelijkheid: maar trekt cesuren (lijnen, grenzen, …) te sterk door, niet alles is in een regel te vatten.
o Bv. discretionaire ruimte = is de ruimte die professionals krijgen of nemen om binnen de grenzen van de wet,
zinvolle handelingen te stellen. Handelingen die afwijken van de procedures en regels voorgeschreven door de
overheid of het beleid van de organisatie waar ze werken.
Bv. huiswerk te laat = 0 = iedereen gelijk voor de wet (regel). Probleem? Gelijke gevallen, moeten gelijk
behandeld worden. Dat is een ander uitgangspunt. Stel dat de leerling de avond ervoor, in een situatie zat,
waarbij er iets ernstig gebeurd.
• Plichtsethiek: plicht uitvoeren kan ook zeer onethische gevolgen hebben (vb. waarheid vertellen, Kantà
• Te weinig oog voor gevolgen = kan probleem zijn voor deontologische ethiek
• Wel goed voor snelle beslissingen (bv. triage ziekenhuis) = eerst de meest erge gevallen behandelen daarna pas de
minder gewonden.
• Computationele benadering mogelijk (opstap naar techno-ethiek, DS)

GEVOLGENETHIEK

• Utilitarisme: Ideaal voor calculeerbare vraagstukken, interessant voor macrobeleid en corroboratie van
beleidsbeslissingen (In het bijzonder militaire beslissingen)
• Een utilitarist = kijkt naar de handeling en die oordeelt over deze handeling wanneer het voor het meeste mensen iets
op levert (Bv. mensen op sporen en de trein→ 1 of 5 mensen)
• Het gevolg is maar een onderdeel van de morele afweging, het heiligt niet de middelen. Zie trolleyprobleem.
- https://www.youtube.com/watch?v=bOpf6KcWYyw en Zie ook act vs. Omissie
• Probleem: misleiding d.m.v. statistiek, fake news
• Gevolgen zijn niet altijd zichtbaar en wat als + en – aan elkaar gelijk zijn? Zie ook pareto-optimaal probleem.
• Gevolgen in termen van goed, geluk, pijn of genot zijn interpersoonlijk discutabel en soms ambivalent. Zie bv. seksuele
ethiek, (BDSM)
• Computationele benadering mogelijk
• Zondebok mechanisme (je hebt ook (deontologische) regels nodig om minderheid te beschermen)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isadekort. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

55628 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,46
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté