Kinderverpleegkunde
1. Het gezonde kind
1.1. De ontwikkeling van het kind
1.1.1. Inleiding
Verschillende ontwikkelingsfasen:
De pasgeborene: < 8 weken
De baby of zuigeling: 2 maanden - 1,5 jaar
De peuter: 1,5 jaar - 3 jaar
De kleuter: 3 jaar - 6 jaar
Het lagere schoolkind: 6 jaar - 12 jaar
De adolescentie: 12 jaar - 17 jaar
Verschillende ontwikkelingsdomeinen
Lichamelijke ontwikkeling: lichamelijke groei (lengte/gewicht/bouw)
Motorische ontwikkeling: bewegingen, grove en kleine motoriek
Tekenontwikkeling
Zintuigontwikkeling: zintuigen (tast, geur, horen, zien)
Sociaal - emotionele ontwikkeling: personen, contacten, …
Taalontwikkeling: praten, taal begrijpen, zich uitdrukken, …
Spelontwikkeling: spelen
Persoonlijkheidsontwikkeling: identiteit, eigen “ik” leren kennen
1.1.2. De pasgeborene: < 8 weken
Lichamelijke ontwikkeling:
Vernix Caseosa: beschermlaag (soepel & isolatie)(= wit/kaasachtige substantie)
Last van krampen door afvalstoffen waar darmen aan moeten wennen
+/- 16u slaap per dag
2 fontanellen: dient voor een vlottere bevalling te hebben (kunnen over elkaar
gaan)
o 1 grote: sluit voor 18 maanden
o 1 kleine: sluit tussen 6 weken - 6 maand
Niet veel veranderingen in de eerste 8 weken
Groei loopt Asynchroon: lichaamsdelen op verschillende tijdstippen sneller groeien
Motorische ontwikkeling:
Babyreflexen:
o Grijpreflex: vinger in handje leggen baby sluit handje
o Zoekreflex: wrijven over kaak baby draait hoofdje naar de kant van wrijving
= belangrijke reflex bij start borstvoeding
o Draai- en zuigreflex: pink in mond baby begint hierop te zuigen
o Babinski reflex: grote teen beweegt omhoog bij wrijven over voetzool
o Mororeflex of schrikreflex: vasthouden/naar beneden bewegen= schrikreactie
(oogjes sluiten, armen strekken, handen openen, armen langs lichaam terug)
o Primair lopen of stapreflex: baby op voetjes zetten -> automatisch voeten
voorwaarts bewegen. Verdwijnt voor de 5e maand
Zintuigontwikkeling:
1
, Zien aanvankelijk niets= wel lichtgevoelig
o Na 1 week= zicht tot op 25cm afstand
o Voorkeur: menselijk gezicht en contrasten
Horen van voor de geboorte, is wat gedempt door vocht in middenoor
Tastzin: gevoelig voor aanraking, belangrijk communicatiemiddel
Geur= sterk ontwikkeld, herkennen moeder hiermee
Sociaal - emotionele ontwikkeling:
Lacht en “praat” met iedereen die zich positief benadert
“Vroege” communicatie= belangrijke basis voor latere emotionele banden
Vanaf +/- 6 weken= sociale lach
Taalontwikkeling:
Geboortekreet
Huilen= belangrijkste communicatiemiddel
1.1.3. De zuigeling/de baby: 2 maand - 1,5 jaar
Lichamelijke ontwikkeling:
Groei = Asynchroon: verschillende lichaamsdelen groeien in een verschillend tempo
Tandpijn: meer kwijlen, slechter slapen, witte/rozige plekjes t.h.v. tandjes, …
Motorische ontwikkeling:
NIET bij alle kinderen gelijktijdig
5 fasen:
o Kijkstadium (0-3 maand): verkennen wereld, korte volgbewegingen, soms
hoofd meedraaien, hoofd optillen/rechthouden
o Grijpstadium (3-6 maand): wereld verkennen, omgeving onderzoeken,
grijpreflex doelgericht, na 6 maand met handgreep, vanaf 1 jaar
tang/pincetgreep, grove motoriek
o Zitstadium (6-9 maand): zelfstandig zitten, buik -> rug -> kruiphouding -> zit,
veel oefening, oppassen met voorgevormde zitjes!
o Kruipstadium (9-12 maand): stimuleren= op buik leggen, extra alert zijn!
Tijgeren: met handen en benen/knieën op buik verplaatsen
(voorstadium kruipen)
Wordt soms overgeslagen
o Loopstadium
Meestal 13 - 15 maand= eerste stapjes
Mijlpaal in ontwikkeling -> wereld wordt groter
Perceptuele ontwikkeling:
Dieptezicht ontwikkelt
Zintuigontwikkeling:
Reageert verschillend op bitter, zoet, zout en zuur
Voorkeur zoet en melk
Sociaal - emotionele ontwikkeling:
Liefde en aandacht= onontbeerlijk
Baby hecht aan verschillende personen, MAAR mama= hoofdrol
6-8 maand= hechting tot 1 persoon
2
,Taalontwikkeling:
Belangrijke basis= prelinguale periode
2 fasen:
o Vocaliseren (6 weken - 7 maand): allerlei geluidjes
o Brabbelen (8-12 maand): opeenvolging van identieke lettergrepen
Spelontwikkeling:
Verkennen en onderzoeken, betasten en proeven, beweging, kiekeboe,
spiegelspelletjes, handjes klappen, liedjes zingen
Vanaf 4 maand: belangstelling voor resultaat van dingen die hij doet
Vanaf 1 jaar: allerlei voorwerpen benoemen a.d.h.v. leuke boekjes
1.1.4. De peuter: 1,5 jaar - 3 jaar
Lichamelijke ontwikkeling:
Hoofd groeit trager <-> Benen worden langer
Peuter wilt zelf eten
3 jaar= volledig melkgebit
Zindelijkheidstraining
Motorische ontwikkeling:
Wil activiteiten zelfstandig doen: wandelen, eten, aankleden, … -> HEB GEDULD!
Zelfredzaamheid
Ontstaan van fundamentele bewegingsactiviteiten: springen, rennen, …
Slapen heel de nacht door, WEL nog middagdutje
Tekenontwikkeling:
Krabbelstadium
Sociaal - emotionele ontwikkeling:
Bewust van zichzelf en eigen lichaam
Herkennen zichzelf op foto’s en spiegel
Last van scheidingsangst
Peuterperiode= “nee” periode of koppigheidsfase
Taalontwikkeling:
Breidt taalgebruik uit
Verstaat meer dan hij kan zeggen
Peuters leren praten door intimatie
Spelontwikkeling:
‘Doen alsof’ spelletjes (fantasie/prinsessen/…), constructiespelletjes (blokkentorens),
GEEN samenspel
Persoonlijkheidsontwikkeling:
“IK” op voorgrond = peuterpuberteit
o Bekijkt alles vanuit eigen standpunt, heel egocentrisch
3
, 1.1.5. De kleuter: 3 jaar - 6 jaar
Lichamelijke ontwikkeling:
Ziet de verandering van peuter -> kleuter = toename in lengte, worden magerder, …
Motorische ontwikkeling:
Bewegingsactiviteiten worden verfijnd
Evenwicht staat centraal: uitgeprobeerd en eigen gemaakt
Fijne motoriek neemt toe, puzzels, knippen, plakken, …
Tekenontwikkeling:
Kopvoeters
Sociaal - emotionele ontwikkeling:
Naar school gaan: gehechtheidsgedrag neemt geleidelijk af
Vriendschappen zijn niet duurzaam
Andere rollen in de familie (tante, oma, …)
Taalontwikkeling:
Bedmonologen: alles van hun dag beginnen vertellen eens ze in bed liggen
Nog zeer veel fouten in taal (vervoegen werkwoorden: “ik heb geknoopt”)
Wel langere zinnen
Zelfbesef: “ik doen” , eigen naam en/of leeftijd kennen
Spelontwikkeling:
Spelend komen tot leren, doen alsof spelletjes, spelletjes met spelregels, paralelspel
neemt af, samen spelen MAAR winnersmentaliteit!, fietsen/driewieler
Persoonlijkheidsontwikkeling:
Eigen willetje
Koppigheidsfase maar meer op constructieve manier
Meer zelfkennis
1.1.6. Het lager schoolkind: 6 jaar - 12 jaar
Lichamelijke ontwikkeling:
Spurtgroei -> groei van +/- 45 cm
Vervanging babyvet door spieren
Verandering gezicht door tandenwissel
Motorische ontwikkeling:
Evenwicht
Lichaamsbeheersing en oog-handcoördinatie (mikken)
Perfecte beheersing van eigen lichaam
Sociaal - emotionele ontwikkeling:
In groep omgaan met leeftijdsgenootjes
o Beïnvloeden zelfvertrouwen en zelfbeeld!
o Hetzelfde geslacht
o Oudste van 12 jaar: flirterige plagerij en hofmakerij
Vriendschap: geen vrienden = niet normaal
Taalontwikkeling:
Volwassentaal
Start lezen en schrijven
Vele moeilijkheden aan het licht (vb. ADHD)
4