Module Kinderen - Pediatrische
pathologie
1. Het kind: groei en ontwikkeling
1.1. De psychomotore ontwikkeling
1.1.1. Wisselwerking tussen nature en nurture (examen)
50% Nature= overgeërfde informatie, genetische en biologische factoren die een rol spelen
bij ontwikkeling van eigenschappen, kenmerken & gedragingen (genetische vg kind)
50% Nurture= alle invloeden vanuit de omgeving (vb. opvoeding, zorg, stimulatie,
aanmoediging van ouders/school/maatschappij, ervaringen, sociale interacties, …)
1.2. Groei en groeicurven
1.2.1. Groei
Groei= evolutie van de lichaamslengte, lichaamsgewicht en de hoofdomtrek
Verschil lengte en gestalte (kan enkele mm’s verschillen)
Lengte= meting op jonge leeftijd in LIG
Gestalte= meting (> 2 jaar) al STAAND
1.2.2. Groeicurven
Opvolgen van groei= vlaamse groeicurve + aanvullig met gecorrigeerde curven
Nieuwe vlaamse groeicurven:
Weerspiegelen optimale groei
Gebaseerd op kinderen met optimale start (vb. borstvoeding i.p.v. flesvoeding)
Helpen bij vroeg opsporen en aanpakken van mogelijke afwijkingen
1.3. Mondgezondheid bij het jonge kind
Tandontwikkeling
Melkgebit: 20 -> start 7 maanden
Wisselen van tanden -> start 3e kleuterklas
Definitief gebit -> vanaf 6 jaar
o Gebeurd steeds vroeger door aanwezigheid rijkelijke voeding
Fluorgebruik bij kinderen
Geen fluor tot 1e tanddoorbraak
Tot 2 jaar: 1x/dag met laaggedoseerde fluorhoudende tandpasta
Vanaf 2 jaar: 2x/dag
Kindertandpasta gebruiken: bevatten minder fluor (eten dit vaak op)
1
,1.3.1. Tandproblemen
Tandtrauma
Tandmalpositie: open beet, kruisbeet
Cariës= tandbederf: gaatjes
Oorzaken: tandplaque (inname suiker), streptococcus mutans
CAVE zuigflescariës
Risicofactor: kansarmoede
Preventie: mondhygiëne (mechanisch, chemisch), voeding (frequentie van
zuur/zoet/kleverig), duimen vermijden, fopspeen beperken, regelmatige controle bij
tandarts
1.4. Zindelijkheid
Automatische reflex:
Uitzetten blaas prikkel ruggenmerg ruggenmerg stuurt als reflex signaal terug
naar blaas blaas trekt samen
Zindelijkheid:
Uitzetten blaas prikkel ruggenmerg prikkel hersenen beslissing: mag ik nu
plassen? signaal terug naar ruggenmerg signaal naar blaas blaas trekt samen
+ openen sluitspier blaas
Steeds op latere leeftijd zindelijkheid:
Andere gedachtengang ouders, nieuwe pampers (minder snel aanvoelen van nat zijn)
1.4.1. Bedplassen of enuresis nocturna
Frequent: 10% op 6 jaar - 2% op 18 jaar
Mogelijke oorzaken/risicofactoren:
Erfelijkheid
Psychologie (stress, angst, vermoeidheid, …)
Onevenwicht tussen urineproductie tijdens slaap (hoger tijdens slaap)
o ADH= anti-diuretisch hormoon= neemt vocht op uit urine in de nacht ->
minder moeten plassen gedurende de nacht/slaap
Capaciteit tot ontwaken
Instabiliteit van de blaas (niet lang kunnen ophouden, continu moeten plassen, …)
Behandeling:
Plaswekker
Minirin spray
Blaastraining (kine)
2
, 1.5. Vaccinaties
Doel vaccin= opwekken van “geheugen” bij witte bloedcellen: IgG
Immunisatie
Actief: aanmaak lichaamseigen antistoffen
Passief: inspuiten antistoffen directe, maar tijdelijke werking
Waarom willen ouders hun kind niet laten vaccineren?
Argwaan, sceptisch, onvoldoende onderzoek naar nevenwerkingen
Ontwikkelingsland
2 pijlers: kindersterfte & moedersterfte
1.5.1. Poliomyelitis
= Intramedullaire ontsteking bij kinderen (vnl. voorhoorncellen) door enterovirus
Enigste VERPLICHT vaccin in België -> in België uitgeroeid door de vaccins!!
Bewijs binnenbrengen bij gemeentehuis voor dat kind 2 jaar is!
Oorzaak: poliovirus - feco orale besmetting
Symptomen:
Kortdurende infectieus syndroom -> subklinisch, soms meningeaal beeld + spierpijn
en motorische uitval = verlammingsfase
Asymmetrische aantasting: meestal OL / hypotone paralyse / opstijging naar
hersenstam (plotse dood)
Regressiefase, sekwelfase
Behandeling: vaccinatie (enkel symptomatisch)
1.5.2. Tetanus
Oorzaak: wondinfectie met Clostridium tetani (productie van neurotoxines)
Bacteriën en toxines kunnen gewoon blijven bestaan in de aarde
Retrograad axonaal transport: lokale tetanus
Hematogeen naar CZS: veralgemeende tetanus
Navelstreng doorknippen met niet steriele/bevuilde schaar= neonatale tetanus
Symptomen:
Lokale tetanus: spierkrampen rond wonde
Veralgemeende tetanus: pijn, spierstijfheidn tonische spierkrampen (begint in de
kauwspieren): trismus, risus sardonicus, opisthotonus
Sterfte door aantasting ademhalings- & hartspieren + niet kunnen eten/drinken
Behandeling: hospitalisatie, valium, kunstmatige beademing
1.5.3. Difterie of “kroep”
Verwekker: Bacterie die toxines produceert
Overdracht: druppelinfectie (speeksel, hoesten, niezen, …)
Symptomen typische keeldifterie:
Ernstige angina: koorts, slikproblemen, gezwollen halsklieren, nausea, hangerigheid,
soms pseudomembranen gevaar voor asfixie (verstikking)
CAVE aantasting van hart of zenuwstelsels myocarditis of verlamming
CAVE verstikking door pseudomembranen in de keel
Behandeling: AB en antiserum, preventieve vaccinatie
3