In dit document zijn ALLE formules die je uit je hoofd moet leren voor het vak testtheorie uitgewerkt. Elk met een voorbeeld. En wanneer nodig per stap.
Samenvatting Testtheorie - PB1502 Test- en toetstheorie (PB1502)
Samenvatting Testtheorie en Testgebruik (boek)RUG
Oefentoets Test- en toetstheorie (PB1502)
Tout pour ce livre (114)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
SPO
Testtheorie
Tous les documents sur ce sujet (2)
1
vérifier
Par: bavzwol • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
chrnos
Avis reçus
Aperçu du contenu
Formules testtheorie – uitgewerkt
Σxx
1. Gemiddelde: x́= [A.2]
n
∑ ( y− ý )2
2. Variantie: S y 2=
n−1
[A.5]
> SD: Sy = √s 2
x
S x 2= variantie
∑ ( x−x́ )( y − y )
3. Covariantie: s ( x , y )=
n−1
[A.11]
s(x, y)
4. Correlatie: r ( x , y )=
sx sy
De S(x, y) = de covariantie
5. Regressielijn: ^y =a+bx p.
227
Y dakje = voorspelling
A = snijpunt/intercept
B = helling
X = gegeven aantal
Po−Pⅇ
6. Kappa: K =
1−Pⅇ
p. 49
Stap 1: bereken Po: alle overeenstemming opgeteld gedeeld door N.
Voorbeeld: 20 + 50 : 100
Stap 2: bereken Pe: alle totalen van overeenstemming per rij gedeeld door
N.
Voorbeeld: (40 x 30 : 100) + (60 x 70 : 100)
Stap 3: invullen
Voorbeeld:
Antwoord A
k−x
7. Gokcorrecties: x C =x−
A−1
[5.1]
Xc = gecorrigeerd aantal goede items
X = aantal goede items
K = totaal aantal items
A = aantal antwoordalternatieven
, Voorbeeld: Een tentamen bestaat uit 50 vragen met 2-keuze antwoorden.
Er wordt gokcorrectie toegepast. Iemand heeft 30 goed en 20 fout
gehaald. Wat wordt de gecorrigeerde score?
X = 30, K = 50, A =2
50−30
Dus Xc = 30 - = 10
2−1
k−x−x F
8. Gokcorrectie bij onbeantwoorde items: x C =x +
A
[5.2]
Xf = aantal foute items
Overige zie formule 7
Voorbeeld: Een tentamen bestaat uit 50 vragen met 2-keuze antwoorden.
Er wordt gokcorrectie toegepast. Iemand heeft 30 goed en 20 fout
gehaald. Wat wordt de gecorrigeerde score?
X = 30, Xf = 10, K = 50, A =2
50−30−10
Dus Xc = 30 + = 35
2
9. Ratio IQ: IQ = mentale leeftijd/chronologische leeftijd x 100
[5.5]
Voorbeeld: Piet heeft een CL van 10 en soort een ML van 13 op een test.
Zijn IQ is dan: 13/10 x 100 = 130
x−x́
10. Z-scores z x =
sx
[5.6]
X = observatie
x́ = gemiddelde
Sx = SD
Voorbeeld: wat is de ruwe z-score van iemand met een ruwe score van 65
op een test met gemiddelde van 74 en variantie van 9?
Stap 1. Reken variantie om naar SD
65−74
Stap 2. Invullen: = -3
3
11. Geobserveerde testscore: x ij =T i + E ij
[6.1]
Xij = specifieke testscore
Ti = betrouwbare score (systematisch) = gemiddelde, geobserveerde score
van persoon i over zeer groot aantal onafhankelijke replicaties.
Eij = meetfout (toevallig) = error
i = testscore van persoon
j = replicatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chrnos. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
