Dit document omvat een combinatie van lesnota's, ppt's en het handboek. Alle elementen werden samengebracht in één document. De belangrijke begrippen staan in vetdruk.
Het internationaal privaatrecht (IPR) is de rechtstak die de verhouding tussen de
verschillende (nationale) rechtssystemen regelt. Het helpt ons te bepalen of we een
antwoord moeten zoeken in het Belgisch rechtssysteem of in een ander (buitenlands)
rechtssysteem).
De ‘I’ van IPR houdt in dat deze rechtstak enkel noodzakelijk is voor internationale
gevallen/rechtsverhoudingen. Er is een grensoverschrijdend (internationaal) element
nodig om het IPR te activeren (woonplaats, nationaliteit, plaats van handeling, ligging
van goederen ….).
Voorbeelden die wijzen op een internationaal element: 2 partijen sluiten een
overeenkomst waarbij de ene partij zijn woonplaats heeft in België en de andere partij in
Nederland. Er is een internationaal element aangezien de partijen hun woonplaats niet in
dezelfde Staat hebben. Ook de nationaliteit kan erop wijzen dat er spraken is van een
internationale rechtsverhouding.
De zaak Ikreal: er waren 2 Slovaakse bedrijven die een overeenkomst hadden gesloten.
Ze hadden bedongen dat het de Tsjechische rechter was die bevoegd zou zijn om van de
zaak kennis te nemen.
De Tsjechische rechter stelde de vraag aan het Europese Hof van Justitie of dit een
internationaal privaatrechtelijke rechtsverhouding was? Is er sprake van een
internationaal element of moet er teruggevallen worden op de nationale regels?
Antwoord advocaat-generaal: het enigste internationale element is dat ze een andere
rechter dat hun eigen rechter aanduiden en dat volstaat niet. Er zouden bijkomende
elementen moeten zijn die aan de zaak een internationaal karakter geven.
Antwoord Hof van Justitie: het HvJ is niet meegegaan in de reactie van de advocaat-
generaal. Alleen al het feit dat 2 partijen die, in dezelfde Staat gevestigd zijn, ervoor
1
,kiezen om hun zaken te laten berechten door een rechter van een andere Staat, zorgt
voor een internationaal element.
De ‘P’ van IPR houdt in dat deze rechtstak enkel rechtsverhoudingen binnen het
privaatrecht regelt. Het gaat dus over de verhoudingen tussen de burgers onderling =
private rechtsverhoudingen.
Voorbeeld: Wat is het internationaal privaatrecht?
Een meisje met de Spaanse nationaliteit wordt in België geboren. De ambtenaar van de
burgerlijke stand maakt een geboorteakte op. Het IPR bepaalt welk recht de ambtenaar
moet toepassen om de naam van het kind in de geboorteakte vast te stellen: het
Spaanse of het Belgische recht?
1.2. Onderdelen van het IPR
Het internationaal privaatrecht bevat 4 luiken:
a) Internationale bevoegdheid
De internationale bevoegdheid behandelt de ‘waar’-vraag. Waar moet een
bepaalde internationale situatie worden geregeld? Waar moet een bepaald geschil
worden beslecht? Welke rechter is internationaal bevoegd om van een geschil
kennis te nemen? Deze onderafdeling van het IPR bevat regels die bepalen in
welke feitelijke omstandigheden de Belgische rechters een internationale zaak
kunnen behandelen. Er wordt soms ook wel gesproken van internationale
rechtsmacht.
De internationale bevoegdheidsregels bepalen ook in welke gevallen de Belgische
ambtenaren (bv. van burgerlijke stand) en de Belgische notarissen mogen
optreden in grensoverschrijdende gevallen.
Voorbeeld: De internationale bevoegdheid van ambtenaren
Kan een Belgische ambtenaar van de burgerlijke stand het huwelijk voltrekken
van 2 Amerikanen die als toeristen in België zijn?
b) Toepasselijk recht (conflictenrecht)
2
, De regels van het toepasselijk recht (soms ook de regels van het conflictenrecht
genoemd) bepalen welk recht een bepaalde internationale situatie zal regelen.
Welk recht zal de bevoegde internationale rechter moeten gaan toepassen?
Het is niet omdat een Belgische rechter internationaal bevoegd is om een geschil
te behandelen dat deze rechter ook het Belgische recht zal toepassen. Het is
mogelijk dat de regels van internationale bevoegdheid bepalen dat een Belgische
rechter een geschil mag horen, maar dat de regels van het toepasselijk recht aan
die rechter voorschrijven om het Deense recht toe te passen.
c) Erkenning en uitvoerbaarheid van buitenlandse rechterlijke beslissingen en
authentieke akten
De regels over de erkenning en uitvoerbaarheid hebben te maken met het effect
dat een buitenlandse rechterlijke beslissing of een buitenlandse authentieke akte
in België zal hebben.
o Erkenning houdt in dat de feiten of de rechtsverhoudingen die vastgesteld
zijn in een buitenlands vonnis of een buitenlandse akte ook in België
kunnen gelden.
o Uitvoerbaarheid gaat een stapje verder: een buitenlandse rechterlijke
beslissing krijgt dezelfde werking in België als in het land van oorsprong.
De beslissing kan dan ook in België uitgevoerd worden.
d) Administratieve en gerechtelijke samenwerking
Administratieve samenwerking houdt in dat de overheidsorganen van
verschillende landen met elkaar in verbinding treden om de burger bij te staan in
internationale zaken. Sommige internationale verdragen en Europese
verordeningen stellen ‘centrale autoriteiten’ aan. Deze spelen een faciliterende rol
tussen de burger en de rechterlijke en administratieve instanties bv. de
uitwisseling van documenten, het vinden van bepaalde personen …
Ook rechters van verschillende landen moeten steeds meer rechtstreeks met
elkaar in contact treden. Zo vereisen de toegang tot het buitenlandse recht, het
verkrijgen van bewijs en het voorkomen van parallelle procedures nauwere
samenwerking tussen gerechten.
3
, Werk- en denkmethode
o Eerst bepalen of het gaat om
1. Internationale bevoegdheid
2. Toepasselijk recht
3. Erkenning en uitvoerbaarheid
4. Administratieve/gerechtelijke samenwerking
o Dan opletten voor rechtsbronnen op verschillende niveaus
Internationale verdragen
Europese regels
Nationale wetgeving
Hoofdstuk 2: bronnen van het internationaal privaatrecht
2.1. Algemeen
We vinden de bronnen van het IPR op 3 niveaus: recht van de Europese Unie,
internationaal recht en nationaal (Belgisch) recht.
België heeft een Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR). Het gaat om een eerste
volledige codificatie van het Belgische IPR dat in werking is getreden op 1 oktober 2004.
Het is belangrijk op te merken dat je niet altijd zomaar naar deze bron mag teruggrijpen,
maar dat er rekening moet worden gehouden met de hiërarchie der rechtsnormen.
Hiërarchie:
Zo hebben het Europees recht en het internationaal recht, voorrang op het nationaal
recht. Uit art. 2 WIPR blijkt dat internationale verdragen en EU-wetgeving voorrang
hebben op het WIPR. De eerste stap is dus nagaan of er een EU- of internationaal
instrument is. Wanneer dat niet het geval is, wordt het nationaal IPR (voor België
voornamelijk het WIPR) relevant.
Het WIPR verwijst soms zelf naar bepaalde verdragen en Europese verordeningen, maar
niet altijd! Er moet dus altijd worden nagegaan of er verdragen/EU-regels bestaan,
ongeacht of het WIPR er melding van maakt.
Voorbeeld voor contracten: art. 98, §1 WIPR verwijst naar de Rome I-Verordening.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mjfranssens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.