Internationale economie in vogelvlucht
Inleiding
Drie economisch relevante entiteiten kunnen internationaal bewegen en geruild worden:
1. Goederen en diensten
2. Productiefactoren: kapitaal en arbeid
3. Kennis en technologie
Waar gaat internationale economie over?
• Input productieproces zijn de productiefactoren arbeid (L) en kapitaal (K)
• Output zijn goederen en diensten
• Arbeid, kapitaal, goederen en diensten gaan over de grenzen:
o Internationale handel
o Internationale factormigratie (BDI’s en arbeidsmigratie)
• Verklaring globaliseringspatroon (handels- & investeringspatroon)
• Welvaartswinst & welvaartsverdeling van globalisering
o Welvaartswinst: iedereen zou er beter van worden (het zijn winnaars en verliezers,
we horen enkel de verliezers)
o Verliezers van de welvaartswinst zijn de mensen die wonen in de periferie,
laaggeschoolden, …
o Niet iedereen kan mee met de internationalisering vb. auto-industrie, deze zijn
allemaal naar het buitenland verhuist en veel mensen zijn dan ook hun job
kwijtgeraakt en dit zijn de verliezers van de welvaartswinst
• Door beleid beïnvloedbaar (internationaal handelsbeleid)?
o Vb: Amerika wel genetisch gemanipuleerde voeding, EU niet
• De interactie tussen landen door handel in goederen en diensten,
kapitaalstromen en investeringen
• Door continue groei van de wereldhandel wordt internationale economie
steeds belangrijker (hoewel oud onderwerp)
• Landen worden steeds meer afhankelijk van de internationale context en verliezen hune
economische onafhankelijkheid
Rotterdam-antwerpen effect: 2 havens
Subsidies geven om in bepaalde regio bedrijven te vinden; meeste bedrijven gaan naar de rand, in
het centrum is slecht te bereiken
Handelspatronen: Wie verkoopt aan wie.
• Klimaat en grondstoffen zijn soms determinerend (locatiegebonden)
• In afgewerkte producten en diensten is het patroon minder duidelijk
Twee types van handel
Interindustry trade steunt op verschillen tussen landen
• Vb. Textiel: export van China naar belgie is enorm omwille van lage prijzen ter plaatse,
omgekeerd is dit ongelooflijk klein
• Gaat vaak naam veranderen: Vb. mitsubishi zijn goedkopere auto’s omdat ze komen uit
China of Japan, gaat om luxe uit te stralen
Intraindustry trade gebeurt tussen meer homogene landen
• Vb: handel tussen Nederland en België, In België zijn er alle soorten bier, en toch importeren
we Heineken, we willen kiezen
,Intrainindustrie handel:
• Blauwe lijn: dipje na 1974 was eerste
recessie, maar we zien een stijgende trend
• Intermediaire goederen: goederen die je
niet ziet in producten vb. een onderdeel in
je gsm, dit wordt ergens anders verwerkt
tot eindgoederen
• Primaire goederen: grondstoffen,nog niet
mee gebeurt
Grafiek:
Blauwe lijn, opkomst globalisering, dieptepunt
omwille van wereld oorlog, en dan terug een piek,
globalisering van vandaag is uniek, enorm recente
piek. Crisis 2008 opnieuw een daling, was rampzalig
voor landen met een minder stereke economie zoals
Griekenland, Italië, Spanje,… wij in België niet zoveel
last van gehad
Als we kijken naar de globaliseringsindex zien we dat
wij een land zijn dat enorm geglobaliseerd is, wij
leven in het buitenland, dit zijn vaak kleine sterke
landen die meer internationale handel doen
Grootte van de handel?
• Regeringen proberen bepaalde sectoren af te schermen van de wereldeconomie
o Quotas (hoeveelheidsbeperkingen om de eigen economie te beschermen),
exportsubsidies, tarieven, reglementen,…
• Debat over kosten en baten van protectionisme
• Afname transportkosten
• Lange versus korte termijn doelstellingen
• Kan tot politieke problemen leiden (zie grondwet EU, opkomst extreem rechts en links in
Europa, Republikeinen in VS, nationalistische partijen in voormalig Oost-Europa,…)
• Internationale instellingen
• IMF, GATT,…
• Handelsbeleid in diverse regio’s
• ZO-Azië, historische evolutie,…
,Hoofdstuk 1: Internationale handel in cijfers
Kenmerk van de globalisering is dat de wereld ‘kleiner’ lijkt te worden:
• Transportkosten dalen
• Handelsbelemmeringen verminderen
• Informatie is toegankelijker
Gevolg is ontstaan van commodity chain: ontstaan van transnational productienetwerk waarbij intra
industrie en intra bedrijvenhandel indicatiren zijn van de geografische dispersie van de
productieprocessen.
Voordelen van handel
• Koper en verkoper verhandelen een product uit vrije keuze en maken winst
o Door handel hebben we in ons land bv bananen die we moeilijk zelf kunnen
produceren.
o De producent van bananen krijgt een inkomen die hij vrij kan besteden
• Hoe kan een land winnen uit handel?
o Met een beperkte hoeveelheid aan PF kunnen landen ze aanwenden om te
produceren waar ze (in vergelijking met andere productiemogelijkheden) de hoogste
productiviteit in hebben. Deze goederen/diensten kunnen ze verhandelen voor
andere gewilde goederen/diensten.
• Handel zou de productie efficiënter maken. Export best de veel voorkomende PF en Import
de goederen waarvan PF in het land schaars zijn.
• Specialiseren kan tot schaaleconomieën leiden.
• Handel zou landen op zich te goed komen maar kan bepaalde groepen binnen het land
schaden.
o IH kan de industrieën die moeten concurreren met de import beïnvloeden.
o IH kan effect hebben op de inkomensverdeling in een land.
o KT doelstellingen kunnen dit proces afremmen door lobbygroepen die hun
“bedreigde industrie” verdedigen bij politieke overheden
Data en situering in de wereld
Bevolking en oppervlakte
Land Oppervlakte Land Bevolking
(x 1.000 km²) (x 1 miljoen)
Rusland 17.075,2 China 1.357,4
Canada 9.976,1 India 1.276,5
VS 9.629,1 VS 316,2
China 9.597,0 Indonesië 248,5
Brazilië 8.512,0 Brazilië 195,5
Australië 7.686,9 Pakistan 190,7
India 3.287,6 Nigeria 173,6
Argentinië 2.766,9 Bangladesh 156,6
Kazakstan 2.717,3 Rusland 143,5
Soedan 2.505,8 Japan 127,3
Algerije 2.381,7 Mexico 117,6
Congo (Dem Rep) 2.345,4 Filippijnen 96,2
Mexico 1.972,6 Vietnam 89,7
Saoedi-Arabië 1.960,6 Ethiopië 89,2
Indonesië 1.919,4 Egypte 84,7
, Oppervlakte: kan indicator zijn van potentiele grondstoffen, landbouwgebied of
strategisch gelegen havens of andere knooppunten voor de wereldhandel
Bevolking: kan duiden op economisch belang
Besluit tabel:
• BRIC landen scoren hoog
• EU komt niet voor in de top
• China opvallend hoog bevolkingsaantal
• In internationale statistieken zijn het meestal landen met hoge bevolkingsaantallen, grote
oppervlakte, hoog BBP (/capita) die in de top verschijnen toch moet je kritisch zijn!
o Vb: soms geen data beschikbaar, bevolking van Afrika??
• Opgelet niet altijd link tussen bevolking en oppervlakte
o Vb: grote oppervlakte, maar veel woestijnen, bevolkingsgraad is laag, andere
variabelen bepalen
Inkomen en koopkracht
De totale waarde van de geproduceerde goederen en diensten in een land/regio in een bepaalde
periode is een goede indicator voor de economische kracht.
Top 20 BBP, PPP (Purchasing Power Parity)
Er worden 2 correcties gemaakt om tot deze cijfers te komen: omwisseling van munteenheid en het
berekenen van de PPP
• De diverse landen transformeren hun BBP naar één bepaalde munt met de
wisselkoers van een bepaald jaar (meestal US$) om het te kunnen
vergelijken met andere landen
o Maar: indien we enkel deze bewerking zouden uitvoeren
zou dit voor een overschatting zorgen in hoge
inkomenslanden en een onderschatting in lage
Inkomenslanden
• PPP of koopkrachtpriteitwisselkoers berekenen wat een betere indictiewaarde in een land is