HET VRIJE ONDERSTE LIDMAAT III
1. BEENDEREN
TALUS (sprongbeen)
Aan de bovenzijde (dorsale/voetrug) is er de trochlea tali. Dit is een koepel die
dorsoventraal convex is, laterolateraal lichtjes concaaf, het hoogst fibulair, en het
breedst vooraan. Deze koepel past in de vork gevormd door de tibia en fibula.
Het gewrichtsvlak zet zich lateraal en mediaal verder.
Aan de laterale zijde is er de sulcus tali die verdwijnt aan de onderzijde
van het bot. Een naar boven gerichte punt is de processus lateralis tali.
Eronder bevinden zich ruwheden voor de gewrichtsbanden.
Aan de mediale zijde ziet men het caput, collum en carpus tali. Onderaan zijn er
aanhechtingsplaatsen voor gewrichtsbanden.
De achterkant (proximaal) vertoont de processus posterior tali.
Aan de onderkant (plantair) loopt de sulcus tali verder. Deze verloopt van lateraal, ter hoogte van
het collum naar mediaal, en loopt door in de sulcus tendinis musculi flexoris hallucis longi. Er zijn 3
gewrichtsvlakjes: posterior, media en anterior. Deze maken contact met de calcaneus.
Aan de voorzijde (distaal) is het caput tali, met de facies articularis navicularis en de facies
articularis pro ligamento calcaneonavicular.
CALCANEUS (hielbeen)
Een facies articularis talis anterior bevindt zich aan de meest anterieure (distale),
mediale en craniale (dorsale/voetrug) punt.
Ze wordt door een dunne sulcus gescheiden van de facies articularis
talaris media. Deze is groter, hoger en meer naar voor gericht.
De facies articularis talaris posterior ligt achter en lateraal van de vorige.
De globale oriëntatie is naar voor, mediaal en craniaal.
De tuber calcanei vormt de beenderige ondergrond van de hiel. Deze
knobbel bevindt zich achter en onderaan.
Aan de mediale kant bevindt zich onopvallend het sustentaculum tali met de sulcus tendinis
musculi flexoris hallucis longi.
Aan de laterale zijde bevindt zich de processus trochlearis met de sulcus tendinis musculi peronei
longi eronder.
Onderaan (plantair) is de processus laterale en mediale van het tuber calcanei.
Aan de voorkant (distaal) bevindt zich de facies articularis cuboidea.
OS NAVICULARE (pedis)
Proximaal is er een concave articulaire zijde: de facies articularis talaris.
Distaal is er een articulaire zijde met 3 deeloppervlakken die tegen
elkaar grenzen. Deze facies articuleren elk met een os cuneiforme.
Ze zijn driehoekig en hebben een raakpunt gemeen op de distale
onderrand van het been.
Mediaal bevindt zich de palpabele tuberositas ossis navicularis.
Lateraal is er een kleine oppervlakte voor het os cuboideum.
2.1
, OSSA CUNEÏFORME (wiggenbeentjes)
Er zijn 3 wiggenbeentjes, het medium, intermedium en laterale.
Het os cuneïforme mediale is de grootste van de 3, met een dorsale kam en een
lateraal gewrichtsvlak voor het intermedium. Distaal is er een gewrichtsvlak met
metatarsaal I en II.
Het os cuneïforme intermedium is het kleinste bot, met plantaire kam. Het
articuleert mediaal met het mediale os cuneïforme, lateraal met het laterale os
cuneïforme en distaal met metatarsaal II.
Het os cuneïforme laterale is het midden grootste botje, met plantaire kam. Deze
articuleert mediaal met het intermediare os cuneïforme en distaal met metatarsaal III.
OS CUBOIDEUM
De bovenzijde (voetrug) is ruw, zonder uitspringende verhevenheden.
De laterale zijde vertoont de sulcus tendinis musculi peronei longi.
Dit geeft een idee over de verhouding van dit bot met het is calcaneum en
eveneens een idee over het verloop van de pees die erin ligt.
De onderzijde (plantair) vertoont de tuberositas ossis cuboidei, proximaal van
dezelfde duidelijke sulcus.
Aan de mediale zijde zijn er gewrichtsvlakken voor het is cuneïforme laterale en het os
naviculare.
De achterzijde (proximaal) vertoont een zadelvormig vlak voor de calcaneus.
De voorzijde (distaal) is een in 2 verdeeld gewrichtsvlak voor de metatarsaalbeentjes IV en V.
OSSA METATARSI (middenvoetsbeen)
Ze bezitten alle een proximale basis, die articuleert met de
beenderen van de voetwortel, een corpus en een distale caput dat
vooral naar plantair doorloopt. Zij zijn van de metacarpalia te
onderscheiden doordat ze:
• Langer en slanker zijn.
• Een duidelijk driehoekige facies articularis op hun basis dragen.
• Zo gedraaid zijn dat het caput parasagittaal staat, maar dat hun
mediale zijde naar proximaal toe sterk naar plantair gewend is.
Het metatarsale I is breder en korter dan de andere 4 en niet gedraaid.
Aan de laterale en plantaire zijde bevindt zich het tuberositas ossis metatarsalis I. Ze articuleert
met de os cuneïforme mediale.
Het metatarsale II heeft aan de mediale zijde een articulaire oppervlakte voor het os cuneïforme
mediale. Proximaal is er een articulaire oppervlakte met het os cuneïforme intermedium. De basis
atriculeert met deze van IV.
Het metatarsale III articuleert aan zijn proximale zijde met het os cuneïforme laterale, mediaal met
de basis van metatrsaal II en lateraal met deze van IV.
Het metatarsale IV articuleert proximaal met het os cuboideum. De basis articuleert mediaal met
deze van metatarsaal III en lateraal met deze van metatarsaal V.
Het metatarsaal V articuleert proximaal met het os cuboideum. De basis articuleert met de basis
van metatarsaal IV. Lateraal is er alleen een tuberositas.
PHALANGEN (teenkootjes)
Deze zijn korter en breder dan die van de hand. Ze zijn volledig homoloog, zodat een nieuwe
beschrijving overbodig is.
Sesamoidbeentjes
deze kunnen zeer talrijk zijn: alleen aan de plantaire zijde van het caput van metatarsale I komen
steeds 2 sesamoidebeentjes voor. Alle andere zijn variabel.
Ze spelen een belangrijke rol voor de spierfunctie, als aanhechtingspunten.
2.2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yenthlcleys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.