VMV 5
HOOFDSTUK 1: ONCOLOGIE
INLEIDING
Kanker is 1 v/d meest voorkomende aandoeningen. Na cardiovasculaire aandoeningen is kanker de belangrijkste oorzaak van
morbiditeit en mortaliteit.
STICHTING KANKERREGISTER
= is een instelling die gegevens over alle nieuwe kankerdiagnoses in België (Vlaanderen, Brussel en Wallonië), en de follow-up
ervan, verzamelt en registreert.
Ook verzamelt men anatomopathologische testresultaten in het kader van vroegtijdige opsporing van bepaalde kankers en
creëert ze daarmee een centraal cyto-histopathologisch register.
BELANGRIJKE CIJFERS EN TENDENZEN
- Kanker komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen
- Meest voorkomende kanker bij mannen = prostaatkanker, longkanker en colon- en rectumkanker
- Bij vrouwen = borstkanker, colon- en rectumkanker en longkanker
- Treft vooral ouderen (rond de leeftijd van 60) hierdoor vaak ouderdomsziekte genoemd
- Bij mannen vaak vanaf 55 jaar, vrouwen vaak 40 jaar verschil is te wijten aan de borst- en gynaecologische tumoren
- Minder dan 1% van alle kankers doet zich voor op kinder- of adolescentenleeftijd (0-19)
- Als er bij kinderen toch kanker optreedt = leukemie en nier- en hersentumoren
- Bij adolescenten = testiskanker (jongens) en melanomen (meisjes)
Reden dat kanker % zal blijven stijgen
- Toenemende vergrijzing
- Groei v/d bevolking
- Bij vrouwen verwacht men sterke toename van tumoren zoals long-, mond- en keelholtetumoren die met roken te
maken hebben, doordat vrouwen meer zijn gaan roken
Waarom is overlevingskans groter?
- Vroegtijdige detectie
- Betere behandelingsmogelijkheden
PROGNOSE
Uitgedrukt in een vijfjaars- of tienjaarsoverleving!
Uitgedrukt met een percentage, X % wat betekent dat er na 5 of respectievelijk 10 jaar, statisch gezien nog x% kans is om in
leven te zijn.
bv. Een gemiddelde 5-jaarsoverleving van 71% betekent dat er na 5jaar nog gemiddeld 71% kans is op overleving of anders
uitgedrukt, dat er van de 100 PT die gediagnosticeerd worden, na 5 jaar nog gemiddeld 71 PT in leven zullen zijn.
5-jaarsoverleving verschilt sterk naar het type kanker. Laagste cijfers stelt men vast bij long(vlies)-, pancreas-, lever- en
slokdarmkanker. De kankers met de beste 5-jaarsoverleving zijn prostaat-,borst-, teelbal-, en schildklierkanker.
Prognose wordt ook stek beïnvloed door tijdstip van diagnose: hoe vroeger het moment van diagnose en start behandeling, hoe
hoger de kans op overleving.
Verschilt dus ook sterk naargelang het stadium op het moment v/d diagnose. Hoe lager het stadium, hoe beter de 5-
jaarsoverleving voor de PT.
1
,GENEZING?
- Complete remissie: alle tekens v/d ziekte zijn verdwenen (wilt niet zeggen dat men genezen is)
- Partiële remissie: de oncologische aandoening (tumor, woekerende maligne cellen…) vermindert
- Recidief: kanker keert terug na een periode van remissie (herval)
- Progressie: verergering of evolutie v/d ziekte (tumor is gegroeid, nieuwe tumoren zijn ontstaan of kanker is uitgezaaid)
WAT IS KANKER
ONCOGENESE
= proces v/h ontstaan van kwaadaardige tumoren
Specifieke vorm van oncogenese is carcinogenese die het ontstaan van maligne epitheliale gezwellen aanduidt.
Groei en differentiatie van cellen zijn sterk gereguleerd. Het menselijk lichaam bestaat uit miljarden cellen die zich constant
vernieuwen door celdeling of mitose. Dankzij dit mechanisme kunnen beschadigde of verouderde cellen vervangen worden. In
normaal weefsel is de aanmaak van nieuwe cellen door celdeling (mitose) in evenwicht met het verlies van cellen door
geprogrammeerde celdood (apoptose). Deze reguleringsmechanismen liggen vast geprogrammeerd in de genen (DNA) van
iedere cel. De genen bepalen dus wanneer een cel moet delen en wanneer niet.
Bij tumoren is de balans tussen celaanmaak en celverlies ontregeld, er worden meer cellen gevormd dan afgebroken worden.
Kanker ontstaat dus door afwijkingen (mutaties) in die genen. Deze mutaties of ‘schade’ kunnen door toeval, of als gevolg van
schadelijke omgevingsfactoren (carcinogenen) ontstaan. Een kleiner aantal is gevolg van erfelijke afwijkingen in die genen.
Doorgaans zorgen ‘reparatiegenen’ voor het herstel van mogelijke schade, maar soms faalt het beschermingssysteem. Dan gaan
die genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel reguleren fouten vertonen. Hierdoor kan de cel zich ongecontroleerd
verder gaan delen en ontstaat kanker.
Door mutaties kan een enkele cel zich veranderen tot een tumor(stam)cel. Opdat een enkele getransformeerde cel zich tot een
tumor kan ontwikkelen is er vaak een accumulatie van meerder gendefecten nodig en spelen allerlei individuele factoren een rol
(immunologische en hormonale factoren). De termijn waarop dit gebeurt, hangt af v/d deelsnelheid v/d cel. De ontwikkeling van
een kankercel tot een klinische zichtbare tumor kan 5-10J duren of meer.
DUS:
- Necrose (cel gaat voorzien ‘kapot’)
o Waarom:
Te weinig voedingsbestanddelen
Te weinig zuurstof
Externe factoren (straling, T)
- Apoptose (geprogrammeerde celdood)
o Zelfmood v/d cel door p-53 eiwit
o Wanneer?
Bij beschadiging genetisch materiaal
Therapeutisch
- Controlemechanismen
o Door de cel zelf
Correctie of celvernietiging wanneer genetisch materiaal beschadigd is of wanneer celdeling niet
correct verliep
Angiogenese
o Vanuit de onmiddellijke omgeving of van op afstand (‘groeifactoren’)
Verhoogde aanmaak bij bloedverlies, infectie, wondheling, gedeeltelijke leverresectie
Groeifactoren: hormonen, hematopoïetische groeifactoren (Epo bij bloeding, G-CSF bij neutropenie)
2
,BETROKKENHEID VAN GENEN
4 soorten genen spelen een belangrijke rol bij het reguleren v/d celgroei, en dus ook in oncogenese:
1. Proto-oncogenen
o Zijn genen die coderen voor eiwit dat celdeling en celgroei stimuleert
o Mutatie extra activiteit v/h proto-oncogen de cel gaat abnormaal delen en groeien excessieve
vermeerdering ° in de kankercel groei stimuleren
o Vb. oncogen: HER2/neu of RAS
o Oncogen (gen dat kanker veroorzaakt)
2. Tumorsuppressorgenen
o Omgekeerde werking
o Coderen voor een eiwit dat celcyclus stillegt als er fout is opgetreden bij DNA-duplicatie OF dat cel met
teveel/onherstelbare schade overgaat tot apoptose
o Mutatie geen rem op de celcyclus ongecontroleerde groei °kanker
o Vb. P-53 of APC
3. DNA-repairgenen
o Proberen de beschadiging v/h DNA te herstellen, zodat de cel na herstel nog in volgende fase van celdeling kan
komen, of indien onherstelbare schade apoptose
o Mutatie niet mogelijk DNA te herstellen verdere proliferatie °kanker
o Vb. BRCA1/2
4. Telomerase
o Enzym dat instaat voor delende vermogen van cellen
o Normale cellen verliezen na 60 celdelingen hun delende vermogen omdat de telomeren na iedere celdeling
korter worden
o Mutatie onbeperkt deelvermogen °kanker
MEERSTAPPENPROCES
ontstaan van kanker is dus een proces met verschillende fases waarbij bepaalde cellen geleidelijk aan de controlemechanismen
ontsnappen.
Om het carcinogene proces op gang te brengen moet er eerst een verandering in een cel gebeuren. Het induceren van deze
verandering, veroorzaakt door blootstelling aan een carcinogeen = initiatie. (volstaat niet om kanker te ontwikkelen). Er moet
een 2de stap volgen, promotie = het proces waarbij in een geïniteerde cel een proliferatie ontstaat. Deze proliferatie resulteert in
een tumor in een tijdspanne van soms 10tallen jaren. Sommige actoren kunnen zowel iniator als promotor zijn. BV. UV-straling.
In veel epitheliale weefsels gaat aan de ontwikkeling van een tumorcel tot
een zelfstandig groeiende tumor die in staat is te infiltreren in omliggende
weefsels een langdurige periode van abnormale groei en differentiatie
vooraf. Er worden een aantal tussenfasen onderscheiden.
- Hyperplasie: fase van abnormale toename v/h aantal cellen van
een weefsel of orgaan
- Dysplasie: fase van abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk
en abnormale organisatie v/d cellen
- Metaplasie: fase van aanwezigheid van normaal weefsel op een plaats waar dat normaal niet voorkomt
BEÏNVLOEDENDE FACTOREN IN HET ONTSTAAN VAN KANKER
- Geslacht - Leeftijd
- Omgevingsfactoren (bv. luchtvervuiling en longkanker) - familiale ziektegeschiedenis
- Levensstijl (al dan niet roken, voeding, blootstelling aan de zon, alcohol)
3
, CARCINOGENEN
= schadelijke omgevingsfactoren of uitwendige invloeden die een oorzakelijke rol spelen in de ontwikkeling van kanker
Deze kunnen in 4 categorieën ingedeeld worden:
1. Chemische carcinogenen
= zijn chemische stoffen of verbindingen die een schadelijke invloed uitoefenen op de cel en het proces v/d celdeling
o Indirecte carcinogenen: asbest, sigarettenrook, passief roken, bepaalde voedingsproducten, alcohol
o Directe carcinogenen: enkele cytostatica (cyclofosfamide)
Deze producten binden zich direct aan het DNA en zijn daardoor mutageen
2. Fysische carcinogenen
o Vooral straling (accidenteel, therapeutisch)
o Veroorzaken mutaties (verandering van het genetisch materiaal)
3. Biologische carcinogenen
o Parasieten (bv. schistosoma haematobium in de blaas)
o Bacteriën (bv. helicobacter pylori bij maagulcus en uiteindelijk maagcarcinoma)
Helicobacter pylori is de enige bacterie waarvan gebleken is dat deze bij het ontwikkelen van een
maagcarcinoom of maaglymfoom een rol van betekenis speelt.
o Virussen (bv. humaan papillomavirus bij cervixca (HPV), hepatitis B & C bij HCC, HIV bij kaposi sarcoom, epstein
barr bij nasofarynxca)
Combinaties van risicofactoren
vb. synergie = is de combinatie van alcoholconsumptie en roken in de ontwikkeling van keelkanker (ze versterken elkaar)
BESCHERMENDE FACTOREN
groenten en fruit hebben een beschermend effect tegen kanker door hun anti-oxidatieve werking. Belangrijke anti-oxidanten
zijn vitamine C, E, B-caroteen, selenium en zink.
Andere beïnvloedende factoren:
- Voeding - Overgewicht
- Lichaamsbeweging - Hormonen
INDELING VAN KANKER
OP BASIS VAN MALIGNITEIT
Niet alle celwoekeringen zijn te beschouwen als kanker, als maligne (kwaadaardig). Er bestaan ook benigne (goedaardige)
reactieve celwoekeringen zoals versterkte littekenvorming en reactieve lymfekliervergrotingen bij infectie.
Goed en kwaadaardige gezwellen kunnen zich van elkaar onderscheiden door een aantal eigenschappen:
Eigenschap goedaardig Kwaadaardig
Begrenzing Scherp, afgerond Onscherp, onregelmatig, uitlopers
Groeiwijze Expansief Infiltrerend
Groeisnelheid Laag Hoog
Necrose Zelden Vaak
Differentiatie Hoog Matig tot slecht
Miotische activiteit gering Hoog
Hiervan is infiltratieve groei het meest betrouwbaar om maligniteit vast te stellen. Men spreekt van infiltratieve groei als de
tumorcellen penetreren buiten het weefselcompartiment waarin ze ontstaan. Deze infiltratieve groei verleent aan tumorcellen
het vermogen tot metastaseren (uitzaaien). Metastasering gebeurt via de lymfevaten (lymfogene metastasering), via bloed
(hematogenen metastasering) en/of in aanwezige lichaamsholten.
4