1. Geïntegreerde marketingcommunicatie
1. Wat is IMC (Integrated Marketing Communication)
IMC = het proces waarbij in de loop van de tijd verschillende vormen van persuasieve
communicatieprogramma’s met klanten en potentiële klanten worden ontwikkeld en
geïmplementeerd.
Doel: direct/indirect gedrag van geselecteerde doelgroep te beïnvloeden
Begint vanuit perspectief van klant -> effectieve communicatie
•= 360 gradencommunicatie: alle mogelijke kanalen en middelen inzetten
•ROMI = return-on-marketingcommunicatie-perspectief = de focus van een organisatie
moet liggen op het leren kennen van de doelgroepen en het ontwikkelen van
winstgevende en goed gemonitorde marketingcommunicatie
2. Kernidee IMC
Branding = op constsitentie wijze communiceren
Voordeel IMC: Consistente boodschap naar alle doelgroepen door middel van alle
contactpunten en communicatiekanalen
vb. UCLL is helemaal branded, de kleuren van de school komen ook in gebouwen
terug (rood)
2.1 Consitentie
= Alle markteingcommunicatieinstrumenten moeten in dezelfde richting werken en mogen niet met
elkaar conflicteren. Elke vorm moet dezemfde kernboodschap en visuele stijl hebben.
Vb. Nike: ‘Just do it’
2.2 Synergie
= Marketingcommunicatiemixinstrumenten op een manier ontwerpen dat de effecten van deze tools
elkaar versterken
Synergetisch effect (= Zorgen dat de boodschap consistent is zodat potentiële klant er mee
overdonderd wordt en het zal kopen) tussen de instrumenten en de middelen
Voorbeelden:
- Direct mail is effectiever als deze is voorbereid/voorafgegaan wordt door een
kennisverhogende reclamecampagne.
- PR, reclame voor het bedrijf en sponsoring kunnen een synergetische en positieve invloed
op het bedrijfsimago hebben.
- Websites worden vaker bezocht als deze via massamedia onder de aandacht worden
gebracht.
- Verkopers hebben het makkelijker als hun product of bedrijf door sponsoring of reclame al
goed bekend is
Vb. Redd Bull: maken reclame via PR, sport events,….
- Combineert deze reclames om een constistente boodschap over te brengen
- Deze versterken elkaar
- Porduct wordt sneller gekocht
1
, 3. Communicatieproces
vb. Nike nieuwe hardloopschoenen
- Zender: Nike die een niuewe lijn voor hardloopschoenen uitbrengt
- Coderen: via online advertenies, Tv reclame,…. (pmanier waarop je boodschap bengt)
- Boodschap: deze hardloopschoenen verbeteren je prestaties
- Ruis: (waarom doe je het niet?)
> Prijs, beschikbaarheid maat, slechte ervaringen met nike,…
- Decoderen: hardlopers krijgen booschap aan en zien dat het hun prestaties verbetert
- Ontvangst: mensen overwegen om de schoenen te kopen
- Respons: sommige mensen zullen de schoenen kopen
- Feedback: plaatsen hun recensie wat ze vinden op bv. de website
4. Voorbeeld IMC: Torfs schoenen foertdag
Foert Campagne = 1 dag per jaar waar je niet moet komen werken als werknemer bij Torfs, zonder
een vakantiedag te hoefen nemen
- Heel veel PR1 mee gescoord -> online, krant, TV
- Retail2 zorgt voor moeilijke tijden
- POS (point of sales) = winkelpuntcommuniatie (vb. Op grond stickers van foertcampagne:
“foert, ik pak gewoon €5 korting”
- Consistente boodschap en synergie
5. Belangrijkste reden voor IMC
- Fragmentatie van media: er zijn veel kanalen waardoor het belangrijk is dat je met je strategie
gaat nadenken welke kanalen relevant zijn voor de doelgroep die je wilt bereiken.
• Vb. Hoestsiroop affiche hangen op school -> waste (niet veel mensen die geintreseerd
zijn) -> bij apotheker ga je meer mensen bereiken
• Vb. Niuewe kledingszaak voor jongeren -> promoten op Tiktok en Instagram.
- Noodzaak aan meer rentabiliteit: Je moet je kanalen goed inzetten dat ze etra resultaat gaan
opleveren
Niet 1+1 = 2 maar 1+1= 3 (= synergie)
Extra resultaat -> campagne heeft extra goed gewerkt
Vb. Nieuwe lunchbar -> samenwerken met foodbloggers voor extra resuktaat
- Laag niveau van merkdifferentiatie: Het is moeilijker om een andere positionering te krijgen
in het hoofd van de consument omdat alles op elkaar lijkt -> je moet je kunnen onderscheiden
van consumenten.
Vb. Burger King en Mc Donals lijken op elkaar -> maak eigen sauzen, deals zoadat
onsupmenten het kunnen onderscheiden van elkaar.
1
public relations = zorgen dat en persoon, product of organistaie op een positieve manier aandacht krijgt
2
het leveren van goederen en diensten aan de eindgebruiker
2
, - Overlappende doelgroepen (consumenten, leveranciers, aandeelhouders, …):
Vb. Dauwe Egberts: je kan zowel koffie leveren als werknemer zijn
Het ene moment ben je leverancier, andere moment werknemer
Vb. Mc Donalds: daar eten of thuis bezorgen -> ene mompent ben je leverancier,
andere moment werknemer.
- Technologische ontwikkelingen: social media, mobile marketing, …
Vb. een foodbar stuurt pushmeldingen naar klanten die de app hebben bij nieuwe
deals/ kortingen
6. Obstakels voor IMC
1. Verschillende afdelingen werken onafhankelijk, wat leidt tot inconsistente communicatie.
Geen consistente boodschap
2. Hiërarchieën en afdelingsgerichte silo's 3 maken samenwerking moeilijk.
Communicatie kan beperkt worden door hierarchiën of niet copmmuniceren met
elkaar.
3. Conflicten tussen afdelingen of individuen belemmeren samenwerking
Managers kijken niet verder dan hun eigehn belangen
Gebrek aan samenverwking van gemeenschappelijke doelen
4. Onvoldoende communicatie leidt tot misverstanden en inconsistentie.
5. Het integreren van kanalen lijkt ingewikkeld, waardoor organisaties terughoudend zijn.
6. Externe bureaus behandelen elk aspect van communicatie afzonderlijk, wat kan leiden tot
gebrek aan samenhang.
7. Communicatiebureaus en IMC
- Communicatiebureaus zijn meestal functioneel gespecialiseerd: concentreren zich op specifieke
aspecten van de communicatie.
zoals reclamebureaus, DM-consultants, pr- bureaus, sales-experts, mediabureaus, …
- Sommige bureaus bieden totaalpakket, maar dan ligt nadruk vaak op reclamefunctie
- Voor een goede communicatie moet alles samengevoegd worden, soms moeilijk omdat sommige
vaardigheden enkel gespecialiseerde bureaus kunnen aanbieden.
3
Een situatie waarin verschillende afdelingen of teams geïsoleerd werken, met minimale communicatie en
samenwerking met andere delen van de organisatie.
3
, 2. Segmentatie, targeting en positionering
1. Doelgroepen
- Verschillende groepen (potentiële) klanten
- Verschillende wensen en behoeften
- Beïnvloed door verschillende trends
2. Ultieme doel
= Relevant zijn voor klant
- Gevoelige snaar raken
- Relatie opbouwen met juiste klanten
de juiste boodschap
via de juiste media verspreiden
om vooropgestelde doelstellingen te behalen
3 stappen om je doelgroep te maken waaraan je je product gaat verkopen: (STP)
- Segmentation: welke verschillende doelgroepen bestaan er?
- Targeting: welke doelgroep is het meest interessant?
- Positionering: Hoe jouw oplossing uniek psoitioneren zodat ze relevanter is dan ‘the next best
alternative’?
Marketing doelgroep Communicatiedoelgroep
Wat Voor wie jou product/ dienst is bedoeld wie je wil bereiken met je communicatie
= relevante leden van het beslissingsproces
(DMU)
Voor Eindgebruikers Kunnen eindgebruikers zijn, maar ook
beslissers,degene die aankoopt,influencers, …
Vb. Mannen die een onderbroek willen vrouwen die een man hebben en dit willen
kopen kopen voor hun man
2.1 Segmentatie
2.1.1 Wat?
= De markt indelen in afzonderlijke klantgroepen, in segmenten. Elk van deze groepen heeft
verschillende behoeften, kenmerken of gedragingen.
- Homogeen binnen de groep = leden reageren op gelijke wijze op marketingstimuli (vb. reclame)
Ze vertonen soortgelijke koopgedrag, voorkeuren,…
Maakt het voor marketeers makkelijk om in te spelen op hun behoeftes.
- Heterogeen tussen de groepen = leden reageren anders dan leden van andere subgroepen op
marketingstimuli
Leden uit een groep reageren anders dan leden uit een andere segmentatie
Iets kan heel aantrekkelijk zijn voor de ene grope, en heel afstotend zijn voor de andere
groep.
Gebruik van verschillende benaderingen per segment is dus belangrijk!
4