HOOFDSTUK 9: WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE
9.1. Afbakening en terminologie
wetenschappelijke revolutie - A. Koyré 1939
- ingrijpende ontwikkelingen in de natuurwetenschappen van 16e en 17e E
- stap in de richting van moderne wetenschap
- verwijdering van ME’se natuurfilosofie en wetenschappen
In engere zin naar de doorbraak van wat wij vandaag de exacte wetenschappen noemen (bio, universum, de materie,
het onderzoeken van, het testen van allerlij nieuwe hypotheses)
gaat het christelijke wereldbeeld in vraag stellen en zal er voor een stuk in conflict mee komen
geleidelijk proces
geen vaste afbakening:
begin: publicatie van baanbrekende studies van Vesalius en Copernicus in 1543
einde; Newton (1642-1727) of Verlichting of nieuwe ontdekkingen in scheikunde en biologie in 18e
en 19e E
eerder evolutie dan revolutie:
- historisch idee van plotse ommekeer in wetenschap wordt bekritiseerd
- continuïteit met ME’se wiskunde en natuurfilosofie tegenwoordig veel meer benadrukt
- belang humanisme en boekdrukkunst voor ontstaan en verspreiding wetenschappelijke
vernieuwing
- vooral bij auteurs vraag: hoe kan ik bijdragen tot de overlevering?
Wetenschappers die een bep terein bestrijken bv anatomie, bepaalde ziektes
gaat de bestaande literatuur erop naslaan: HET grote referentiepunt is Galenus (arts uit KO die alle kennis
verzamelde en samengebracht en gepubliceerd in handschriften)
worden met boekdrukkunst nog meer verspreid, wetenschappers bekijken dan het deel dat hen intereseert, gaan
vaststellen dat er bep contradicties zijn omdat zij nieuwe technieken invoeren (gaan meten)
Naast wiskundige komt de empirische kennis ook op (testen uitvoeren)
bv vesalius: lichamen ontleden
algemene kenmerken wetenschappelijke revolutie:
● nieuwe natuurwetenschappelijke inzichten vooral in astronomie en mechanica
● introductie van nieuwe onderzoeksmethoden: overgang autoriteit en openbaring naar
empirisch onderzoek
● een in hoofdzaak kwantitatieve eerder dan kwalitatieve benadering van verschijnselen (eerder
wiskundig dan filologisch, theologisch)
● technologische ontwikkelingen: telescoop, microscoop…
Hoe verhoudt mens zich tot universum? → kwantitatieve benadering
9.2. Dissectie en waarneming
Andreas Vesalius (1514 - 1564)
- lijfarts Karel V; geboren te Brussel, studeert in Leuven en Padua
- anatomie-onderwijs toen Vesalius studeerde:
● Medische leer van Claudius Galenus (131-201/16)
● theoretisch onderwijs (ex cathedra); geen praktijk
● eventuele dissectie door leden chirurgijnspraktijk (want artsen raken zelf patiënt niet
aan)
Hij was geen eenzame wetenschapper die het plots allemaal uitgevonden had (had grootvader die ook wel
veel shit deed)
68
, Volgt les aan drietalen college, al op vroege leeftijd las hij galenus
opensnijden van mensen was ook niet nieuws (hij heeft da nie uitgevonden das een mythe)
het gebeurde wel voordien in heel beperkte maten, anatomie vooral tekstboek wetenschap
Artsen hielden zich vooral bezig met theoretische shit (chirurgijns en apothekers deden dat wel maar was
andere proffesion)
Krijgt aanbod van leuven, er hing een misdadiger op aan de galgenberg, hij mocht die weghalen, en
onderzoekt dan als één van de eerste een volledig lijk anatomisch: unieke kans die hij met beide handen
grijpt
komt tot hele reeks vaststellingen en haalt onmiddellijk twee fouten uit Galenus
dat stimuleert hem om te zeggen: anatomisch onderzoek heeft een eigen waarden, handboeken zijn
niet alles
in parijs stonden ze al verder kwa anatomisch onderzoek maar daar willen ze hem nie
gaat hij naar Padua, één van de beroemste medische scholen in italie, daar zelfde probleem: iedereen
valt terug op de tekstboeken
maar daar krijgt hij wel meer ruimte om onderzoek te doen, waren daarvoor een soort
spektakel onderzoeken (gwn studio 100 show) maar werd wetenschappelijk eigelijk niet veel bewezen
vesalius haalt show element weg
maar wilde zelf onderzoeken, en de theorieën van Galenus gaan checken
tegenspraak tussen eigen waarneming tijdens dissecties en leer van Galenus
bepleit vernieuwing anatomische wetenschap
- humanistische trant bepleit hij hernieuwde studie van antieke bronnen (beter toegankelijk door
boekdrukkunst)
- ook meer ruimte voor eigen observatie, via dissectie
Op die manier draagt hij bij tot nieuw inzicht: tekstKRITISCHE studie (galenus) gecombineerd met observaties die we
moeten durven doen
theoretische kennis gekoppeld aan de empirische kennis
→ traditie en vernieuwing: opwaardering van praktijk en waarneming als bron van
kennis
de humani corporis fabrica (1543)
➔ meest volledige boekwerk over menselijk lichaam tot dan toe verschenen
➔ eerste anatomische studie volledig gebaseerd op dissectie
➔ kwalitatief hoogstaande illustraties (leerling Titiaan) en typografie
➔ klassieke, renaissancistische layout geeft kenbaar, niet-controversieel gevoel
➔ samenhang van zowel eigen onderzoek als bronnen van klassieke oudheid)
➔ bouwde voort op Galenus maar actualiseert het
Gedetaileerde tekeningen die overeenstemmen met zijn observaties
je moet u observaties aan u mede collegas kunnen uitleggen: doet dit via tekeningen
kiest voor klassieke poses, op die manier hoopt hij dat zijn studie aantrekkelijk is en dat het motiveert om de
studie op te nemen
Boek produceren was gigantisch duur en inspanning, maar dit boek is nog altijd de basis voor anatomische
handboeken (beetje foutjes en geidialiseerd lichaam)
conclusie: belang Vesalius voor wetenschap
1. Revolutionair (veel waarde aan waarneming als bron kennis, belang van praktijk, corrigeert
fouten en onnauwkeurigheden bij Galenus
2. Traditioneel (stelt autoriteit klassieke wetenschap niet in vraag, binnen medisch stelsel van
Galenus)
Heeft in zijn eentje een nieuwe standaard gezet die moeilijk voorbijgestoken kan worden, is hier heel zelfbewust van
Gaat lijfarts worden van karel V, dat verkoos hij ipv wetenschappelijk verder te gaan
69