HOOFDSTUK 11: ECONOMIE I; BEVOLKING, LANDBOUW EN INDUSTRIE met pwp
11.1. Bevolking en urbanisatie
opmerkelijke demografische vooruitgang in vroegmodern Europa
→ aantal kanttekeningen nodig bij zgn demografische succesverhaal
1. groei is niet lineair (veel beperkingen)
1450-1550 en 1750-1800: globaal genomen periodes van sterke bevolkingsstijging
17e E: stagnatie of vertraagde groei (nog steeds epidemieën aanwezig)
2. bevolkingsstijging nuanceren op basis van netto-groei tov ME
Zwarte Dood zorgt voor daling Europese bevolking → zeer langzaam herstel; pas na 1500 opnieuw
bevolkingsaantal van voor Zwarte dood → nette-groei: vroegmoderne bevolking begint pas na het
doorbreken van dit middeleeuwse bevolkingsplafond
3. stijging tout-court genuanceerd op basis van groeicijfers (relatieve cijfers)
- 1450 - 1800: jaarlijkse gemiddelde groei 0.33%
- ME voor zwarte dood: 0.30%
→ vroegmoderne groei vooral voortzetten van ME’se groeipatroon
→ versnelling van groei in 1750 - 1800; jaarlijkse gemiddelde groei >0.50%
voor IR; beperkingen in sociale en economisch → geen grote groei mogelijk
regionale diversiteit; HRR en Fr belangrijkste spelers
Eng → dunbevolkt; groeit pas in 18e E met IR
ook trekt bevolking naar steden; urbanisatie- en verstedelijkingsproces
belangrijke factoren voor ontwikkeling economie, ze vernieuwen echt de economie
- toenemende marktgerichtheid van platteland
- marktfunctie voor hinterland
- concentratie goederen en diensten zorgen dat steden grote rol spelen → politieke diensten
zijn gecentraliseerd
- knooppunten binnen interregionaal en internationaal handelsverkeer
→ urbanisatieproces neemt gewicht van steden in economie toe
11.2. Levensstandaard
a. Koopkracht
reconstructie vroegmoderne budgetten:
- 1. voeding en drank
- 80 procent inkomen lagere sociale groepen
- 50 procent inkomen middenklasse
- 2. huisvesting, brandstof, kledij, medische kosten
- 3. belastingen
voor niet-noodzakelijke goederen = sparen
= heel moeilijk om eindjes aan elkaar te knopen
schommelingen in prijzen van basisgoederen: grote impact op dagelijkse leven
- overschakelen naar minderwaardige goederen
- lenen (consumptiekrediet), pandbeleningen (particuliere pandjeshuizen; goederen in leen
stellen om geld te krijgen)
83
, - bijklussen in legaal of illegaal circuit
- mensen gingen constant kredietrelaties aan
pandjeshuis: officiele instelling die door de aartshertogen gecreeert is: openbare h-pandjeshuizen
waar je tijdelijk je spullejtes kan gaan laten lenen en in ruil daarvoor krijg je wat geld
periodieke uitholling van koopkracht in NT
- stijging van graanprijzen heeft invloed op andere basisproducten
- lonen meestal slechts met grote vertraging, of helemaal niet, aangepast aan nieuwe prijzen
b. Consumptie
interieurdecoratie vroegmoderne woningen:
- behoorlijk sober (rijke bovenlaag uitgezonderd)
- weinig aandacht voor gezelligheid, comfort en persoonlijke inrichting
- vooral functionele en duurzame objecten (materiaal, niet afwerking bepaalt waarde)
consumptierevolutie; ingrijpende transformatie in consumptiepatroon vanaf midden 17e E
- consumptie niet langer beperkt tot levensnoodzakelijke goederen
- aantal en variëteit van goederen neemt toe
- begrippen als levenskwaliteit, comfort, ontspanning, gezelligheid en luxe beginnen rol te
spelen
- design, afwerking en mode almaar belangrijker om standin en verfijning te etaleren
→ breuk met sobere levensstijl en materiële cultuur (ook in middenklasse)
Hoe consumptierevolutie te verzoenen met krappe gezinsbudgetten en periodieke dru op
koopkracht?
- lichte, breekbare en goedkope goederen
- meer spullen voor zelfde budget
- makkelijker om modecycli en trends te volgen (ook al tweedehandswinkels)
11.3. Landbouw
landbouw blijft belangrijkste economische sector in vroegmodern Europa
variaties in opbrengst of productiviteit in verschillende regio’s in Europa
Eng + Ned= hoogste productiviteit ⇒ agrarische revolutie in 17e en 18e E (door gebruik van
bemesting)
factoren voor verklaring succes landbouw in Eng en Ned:
1.vernieuwing in techniek en organisatie landbouw
2.Urbanisatiegraad en nabijheid stedelijke markten
(1a) Technologische innovaties
Nieuwe dorstechnieken
Nieuwe types eg (16de eeuw), veldrol (17de eeuw), ploeg (16de eeuw, 18de eeuw)
‘Seed-drill’ (zaaimachine) van Jethro Tull (1701)
(1b) Organisatorische vernieuwing
- Nieuwe vormen van bemesting
- Verbetering van klassieke drieslagstelsel
- Introductie nieuwe gewassen (bv. aardappel 18de eeuw)
- Veredeling van dierenrassen
- Herstructurering landbouwareaal: evolutie richting kapitalis-tische grootbedrijven
84
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannedegeetere. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.