beknopte samenvatting van het deel personenbelasting (onderdeel fiscaal recht), aan de hand van de kern van de personenbelasting, verduidelijkt aan de hand van schema's en oefeningen, met tips welke oefeningen belangrijk zijn voor het examen.
PERSONENBELASTING
1. FISCAAL INWONERSCHAP
INWONERSCHAP omwille van:
1. Woonplaats in BE
2. Zetel van fortuin in BE (indien geen woonplaats in BE)
Waarom belangrijk?
• Fiscaal inwoner van BE onderworpen aan wereldwijde inkomen (dus OOK alles in
buitenland)
• 2 uitzonderingen:
1. Buitenlandse diplomaten
2. Personen ingeschreven in het wachtregister (= vluchtelingen)
Bewijslast ligt bij de administratie
Woonplaats in België:
• Feitelijke opvatting kijken naar de omstandigheden bestendigheid
• Kijken naar:
Onroerend goed
Sociale activiteiten
Waar ben je in weekenden enz.
• Kan op 2 manieren – 2 vermoedens:
1. Weerlegbaar vermoeden: inschrijving in rijksregister
2. Onweerlegbaar vermoeden: gehuwden en samenwonenden (= waar het gezin is
gevestigd)
Vb. je bent voor je werk in Monaco maar je kinderen en vrouw zijn/wonen nog in BE
Zetel van fortuin in België:
• = plaats waar je fortuin wordt beheerd
• Feitelijke boordeling continuïteit
• Kijken naar:
Plaats vanwaar fortuin (beleggingen, onroerende goederen) wordt beheerd
Aanwezigheid van bankuittreksels
Financiële dagbladen enz.
Dubbele belastingheffing:
Wie is de “winnerstate”? a.d.h.v. een cascade-systeem! (Art. 4.2. OESO-Modelverdrag)
1. Staat waar “permanent home” aanwezig is
2. Staat van “vital interest”
3. Habitual abode (= waar je gewoonlijk verblijft)
4. Nationaliteit
5. Overleg tussen belastingadministraties
,2. INKOMEN VAN ONROERENDE GOEDEREN
• Wie? Eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker
NIET blote eigenaar!
• Onroerende voorheffing + personenbelasting
Onroerende voorheffing (Gewestelijke belasting)
Vlaams gewest: 3,97% x KI
Provincies en gemeenten kunnen daar opcentiemen op heffen (art. 464/1, 1° WIB)
Personenbelasting
Is van toepassing op zowel OG die niet verhuurt worden als op OG die verhuurt
worden ook al krijg je er geen inkomen uit, toch wordt dat belast op het KI
(conceptueel raar)
• Vaststelling netto-inkomen
Forfaitaire kostenaftrek
Aftrek van leningen (art. 14 WIB)
NIET voor eigen woning (gewestelijke bevoegdheid)
Leningen specifiek aangegaan om onroerend goed te verwerven (aankoop /
nieuwbouw / erfenis), ook herfinancieringsleningen
Enkel aftrekbaar van onroerend inkomen (ook eventueel van andere onroerende
inkomsten)
• Tarief
Inkomen uit de verschillende bronnen wordt samengevoegd om het belastbare inkomen
te bepalen (art. 6 WIB)
Progressief tarief gaande van 25% tot 50% (art. 130 WIB)
O.b.v. draagkrachtbeginsel hoe hoger je inkomen, beland je in een hogere schijf
qua belasting
Dubbele belasting:
• Art. 6 OESO-Modelverdrag: Inkomen van OG mag worden belast in de liggingstaat
Lezen in combinatie met art. 23A andere staat moet dan vrijstellen
België heeft als woonstaat in principe een vrijstelling met progressievoorbehoud
= het wordt wel vrijgesteld, MAAR om te berekenen gaan we toch doen alsof die
inkomsten er wel zijn en je zo toch in een hogere belastingschijf (het progressief tarief
van 25%-50%) terechtkomt
• Kadastraal inkomen buitenland: indien geen gepast referentieperceel: 5,3% van de normale
verkoopwaarde van 1/1/1975 (art. 471, 472 & 478, 1ste lid WIB)
• Buitenlandse onroerende inkomsten MOETEN aangegeven worden in de aangifte EN de
vrijstelling moet GEVRAAGD worden!
, = kadastraal inkomen
ONGEBOUWD OG
NIET VERHUURD
= kadastraal inkomen + 40%
GEBOUWD OG
! vrijstelling voor eigen woning
(art. 12, §3 WIB)
INKOMEN
ONROERENDE
GOEDEREN ONGEBOUWD OG
= kadastraal inkomen
VERHUURD AAN NP
VOOR PRIVÉ-GEBRUIK
GEBOUWD OG
VERHUURD
= kadastraal inkomen
VERHUURD AAN NP + 40%
VOOR
BEROEPSGEBRUIK OF
AAN VENNOOTSCHAP
Werkelijk ontvangen huurgelden
MIN (-): forfaitaire kosten (art. 13 WIB)
40% (gebouwd)
! met max. 2/3de van het gerevaloriseerd KI
10% (ongebouwd)
, 3. INKOMEN VAN ROERENDE GOEDEREN
• Hoe zou je geld uit een vennootschap kunnen halen?
Normaal: door een bezoldiging uit te keren maar is hoog belast
Hoe kan ik dit op een fiscaal interessante manier? a.d.h.v. dividenden en interesten
Interesten zelfs nog fiscaal interessanter dan dividenden OMDAT je 1) het lage tarief
hebt, MAAR 2) interesten zijn daarbovenop ook nog fiscaal aftrekbaar als
beroepskost
Interesten (art. 19 WIB):
• = Opbrengsten van leningen, gelddeposito’s, obligaties, en van elke andere schuldvordering
• Inzet van een vermogensbestanddeel met als doel opbrengsten
• Ook van buitenlandse oorsprong (dubbele belasting)
• Vrijstelling op 1ste schijf van 980 EUR van inkomsten uit spaardeposito’s (art. 21, 1ste lid, 5°
WIB)
Dividenden (art. 18 WIB):
• = alle voordelen toegekend door een vennootschap aan aandelen en winstbewijzen
Ook dividenden in natura & liquidatie-uitkeringen
• Ook van buitenlandse oorsprong (dubbele belasting)
• Vrijstelling op 1ste schijf van 800 EUR (art. 21, 1ste lid, 14° WIB)
Terugbetaling maatschappelijk kapitaal kapitaalvermindering:
• IN PRINCIPE: NIET belastbaar
Je bent aandeelhouder en investeert in een vennootschap (inbreng / kapitaalverhoging),
in ruil daarvoor krijg je aandelen
ALS die vennootschap op een bepaald moment beslist om kapitaalvermindering te
doen, dan gaat het over geld die je er zelf hebt ingestoken in die zin gebiedt de logica
dat als je dat geld eruit haalt je er NIET op belast wordt WANT het gaat niet over een
“inkomen” (het gaat over geld dat je er hebt ingestoken en er terug uit wil halen) WIB
bepaalt regel dat kapitaalverminderingen IN PRINCIPE niet belastbaar zijn
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Student1510. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.