Fiscale procedure
1 De aangifte
De aangifte is het uitgangspunt van de heffing voor de inkomstenbelasting. De aangifte kan in een
papieren versie als via elektronische weg zijn.
Soorten aangiftes:
- PB
- VenB
- Rechtspersonenbelasting Jaarlijkse aangiftes
- Belasting van niet-inwoners
- Aangifte roerende voorheffing
- Aangifte bedrijfsvoorheffing
- …
1.1 De aangifteplichtigen
1.1.1 Wie moet aangifte indienen? (Art. 305 WIB)
BP’en van PB, VenB, RPB en BNI moeten ieder jaar een aangifte indienen.
De genieter (ontvanger) van onderhoudsuitkeringen moeten altijd een aangifte indienen, ook al is die
persoon minderjarig.
Indien een vennootschap ontbonden wordt moet de vereffenaar de aangifte indienen. Indien er een
ontbinding zonder vereffenaar is, is het de overnemer die de aangifte moet indienen.
• Gehuwden en wettelijk samenwonenden: Gemeenschappelijke aangifte (Art. 126 WIB)
o Afzonderlijke aangifte: Jaar van huwelijk/wettelijke samenwoning, jaar van
ontbinding huwelijk/wett. Samenwoning, jaar volgend op het jaar van feitelijke
scheiding voor zover die scheiding voortduurt in het volgende jaar, een echtgenoot
met een beroepsinkomen groter dan € 6.700 (te indexeren) die bij overeenkomst zijn
vrijgesteld zonder progressievoorbehoud
o Gezamenlijke aanslag: jaar van feitelijke scheiding
• Bij overlijden BP: Erfgenamen, legatarissen
• Faillissement: gefailleerde of curator
• Onbekwame personen: wettelijke vertegenwoordiger of voogd
• Ongeletterde BP: personeelslid FOD Financiën
De volgende BP’en zijn niet vrijgesteld en moeten wel een aangifte indienen (art. 178, § 3 KB/WIB):
• Met inkomsten van buitenlandse oorsprong
• Die één of meer rekeningen of individuele levensverzekeringen in het buitenland hebben
• Die in de loop van het belastbare tijdperk overleden zijn
• Een deel 2 van de aangifte hebben ingevuld of moeten invullen
• BP’en die vallen onder de meldingsplicht inzake juridische constructies en meldingsplicht
inzake leningen aan startende KMO’s (Art. 178, § 3, 10° en 11° KB/WIB)
1
,1.1.2 Wie moet geen aangifte indienen
BP’en die geen andere belastbare inkomsten en elementen moeten aangeven dan:
• Wettelijke pensioenen verkregen vanaf de wettelijke pensioenleeftijd en de achterstallen
daarvan
• Overlevingspensioenen en de achterstallen daarvan
• Gezamenlijke belastbare andere pensioenen, renten (de omzettingsrenten uitgezonderd),
kapitalen, afkoopwaarden en als zodanig geldende toelagen en achterstallen daarvan
• Werkloosheidsuitkeringen en achterstallen daarvan
• Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en achterstallen daarvan
• Uitgaven betaald voor prestaties in het kader van PWA/Dienstencheques
➔ Zij krijgen een voorstel van vereenvoudigde aangifte, dit voorstel vermeldt:
• De belastbare grondslag en daarop verschuldigde belasting
• Alle inlichtingen en gegevens die in aanmerking zijn genomen
Indien de BP niet akkoord gaat moet hij/zij binnen de maand na datum van de verzending van het
voorstel de administratie in kennis stellen met vermelding van zijn/haar motieven.
Bij onjuistheden of onvolledigheden moet de BP dit melden binnen een termijn van 1 maand.
Ook de volgende BP’en zijn vrijgesteld van aangifteplicht:
• BP’en met een belastbaar inkomen minder dan:
o De belastingvrije som als het gaat om een BP die alleen belast wordt
o De som van de belastingvrije sommen als het gaat om echtgenoten of wettelijk
samenwonenden
➔ Zij zijn vrijgesteld zonder voorstel van aangifte (art. 178/1 KB/WIB)
Wanneer zou je toch een aangifte willen doen terwijl je niet verplicht bent?
➔ Wanneer je roerende voorheffing verschuldigd bent en nog niet aan het limiet van uw BVS zit en
daardoor de roerende voorheffing (deels) kunt recupereren.
1.2 De aangiftetermijn
1.2.1 De aangiftetermijn voor natuurlijke personen
A. Algemeen
Art. 308 WIB zegt dat de aangiftetermijn niet korter mag zijn dan 1 maand na verzending van het
aangifteformulier. Het relevante tijdstip is de aankomst bij de fiscus.
Vroeger moest de aangifte binnen zijn ten laatste op 30 juni, nu is het de laatste vrijdag van juni.
Elektronische aangiftes krijgen meer tijd. Daarover is er al heel wat rechtspraak die elkaar vaak
tegenspreken.
Als je geen aangifteformulier ontvangen hebt moet je die zelf aanvragen voor 1 juni, tenzij
‘B Uitzonderingen’
B. Uitzonderingen
• Bij overlijden: 5 maanden vanaf datum van het overlijden
• Gronden van belastbaarheid weggevallen voor 31/12 (art. 309 WIB): aangifte ‘speciaal’ (aj =
inkomstenjaar) → binnen de 3 maanden indienen vanaf wegvallen gronden van
belastbaarheid. Bvb. Verhuis naar het buitenland met de bedoeling daar te blijven
2
,1.2.2 De aangiftetermijn voor vennootschappen
A. Niet-ontbonden vennootschappen
• Datum vermeld op formulier
• Min. 1 maand na goedkeuring jaarrekening
• Max. 6 maanden na afsluiten boekjaar
In de praktijk stelt de administratie uiterste data op die je kan terug vinden op de website van FOD
Financiën.
B. Ontbonden vennootschappen
• Zonder vereffening:
Niet korter dan 1 maand vanaf de datum van de goedkeuring van de verrichting (fusie, splitsing…)
door de aandeelhoudersvergadering van alle betrokken vennootschappen.
Niet langer dan 6 maanden vanaf de datum van deze verrichting.
• Indien vereffening:
Niet korter dan 1 maand vanaf de datum van de goedkeuring van de resultaten van de vereffening.
Niet langer dan 6 maanden vanaf de laatste dag van het tijdperk waarop de resultaten betrekking
hebben.
1.2.3 Uitstel (Art. 311 WIB)
• Individueel uitstel
Ernstige reden (Bvb. Zware ziekte BP) of overmacht (Brand en nodige documentatie is vernield), dit
uitstel moet aangevraagd worden binnen de oorspronkelijke termijn.
• Collectief uitstel
Bvb. Voor forfaitaire landsbouwers, BNI’ers…
• Uitstel van rechtswege
Volgende werkdag indien laatste dag van termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.
1.2.4 De aangifte moet tijdig zijn
Tijdig toekomen bij de administratie, de bewijslast daarvan ligt bij de BP.
1.3 Regelmatigheid van de aangifte
1.3.1 Volledigheid en juistheid van de aangifte
Volledig en juist invullen. Het volgende moet vermeld staan in PB-aangiftes:
• Bestaan van buitenlandse rekeningen (Nr’s en instelling meedelen aan Centraal
Aanspreekpunt bij Nationale Bank van België)
• Bestaan van buitenlandse levensverzekeringen (Zelfs indien ze geen belastbare inkomsten
opleveren)
• Bestaan van juridische constructies (Trusts, stichtingen, vennootschappen in
belastingparadijzen)
Indien er nog geen aanslag gevestigd werd kan de aangifte nog gewijzigd worden. Wanneer er wel al
een aanslag gevestigd is moet je de bezwaartermijn respecteren.
3
, Aangifte voor betalingen aan belastingparadijzen:
Voor BP onderworpen aan VenB, moet deze aangifte toegevoegd worden aan de aangifte van
VenB/BNI voor betalingen rechtstreeks of onrechtstreeks gedaan aan personen of VI in
belastingparadijzen of naar bankrekeningen die worden beheerd of aangehouden bij
kredietinstellingen gevestigd of met een VI in een belastingparadijs. Die aangifte moet gedaan
worden voor zover het totaal van de betalingen die tijdens het BT werden gedaan, een minimum
bedrag van € 100.000 bereikt.
Bij niet-aangifte is er een niet-aftrekbare sanctie → Art. 198, 10° WIB
Een belastingparadijs is een land dat niet effectief of substantieel de OESO-standaard inzake
transparantie en uitwisseling van inlichtingen toepast en voorkomt op de lijst van staten zonder of
met een lage belasting.
1.3.2 De bijlagen van de aangifte
Er zijn zowel verplichte als facultatieve bijlagen. (Op het PB-aangifteformulier worden geen bijlagen
meer gevraagd, in de toelichting bij de aangifte wordt gesteld dat het aangewezen is bepaalde
bijlagen toe te voegen zoals de opsomming van beroepskosten, fiscale attesten…)
Het is in ieder geval aangewezen bijlagen bij te houden tot het verstrijken van het 7e (boek)jaar
volgend op het BT.
In de VenB-aangifteformulieren wordt er wel gevraagd bepaalde stukken toe te voegen zoals de
jaarrekening, verslagen van de AV…
Afschriften (kopies) moeten eensluidend met origineel worden verklaard, andere stukken worden
gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend, behalve als het stukken zijn die uitgaan van derden
(bankattesten…).
De elektronische aangifte wordt gelijkgesteld met een gewaarmerkte, gedagtekende en
ondertekende aangifte bedoeld in art. 307, § 2 WIB. (Art. 307bis WIB)
1.3.3 Rapporteringsverplichtingen inzake verrekenprijzen (Verrekenprijzen = transferpricing)
Voor BP onderworpen aan de VenB (Art. 321/1 – 321/7 WIB)
Multinationale ondernemingen zijn 2 of meer ondernemingen in verschillende rechtsgebieden of in
meer dan 1 rechtsgebied aan belasting onderworpen.
1.4 Sanctie en andere gevolgen van niet-aangifte
1.4.1 Sancties
A. Administratieve sancties
Geen, laattijdige, onvolledige, onjuiste aangifte:
• Belastingverhoging (Art. 444 WIB)
Verschuldigde belasting wordt verhoogd met een % (tussen 10 – 200%, art. 225-226 KB/WIB) van de
belasting verschuldigd op het niet-aangegeven inkomsten gedeelte. Dit is niet van toepassing indien
de niet-aangegeven inkomsten < € 2.500.
• Administratieve boete (Art. 445 WIB)
Bedrag tussen € 50 - 1.250
4