ONDERNEMINGSRECHT
J. DELVOIE & R. VAN GYSEL
Samenvatting Ondernemingsrecht, academiejaar 2018-2019
S.vdl
1
,Deel 1: Algemene inleiding tot het recht
Deel I: Het recht en zijn bronnen
I. Het begrip recht
Voor het begrip ‘recht’ bestaan er talrijke definities. De oorzaak daarvan is dat in die definities doorgaans
elementen worden opgenomen die verwijzen naar een bestaande maatschappij en naar wat men in die
maatschappij met recht wenst te bereiken. Dat is logisch, vermits recht een verzameling is van regels die
gelden voor een bepaalde samenleving en op een bepaald ogenblik. Het is evenwel duidelijk dat niet alle
samenlevingen dezelfde ideologische denkbeelden, sociale organisatie of politieke structuur hebben.
Door het tijd- en plaatsgebonden karakter van het recht is het m.a.w. niet mogelijk een definitie te geven
die enerzijds een bepaalde maatschappelijke achtergrond overstijgt, maar die anderzijds nog voldoende
precies is om recht te onderscheiden van andere normensystemen zoals de moraal, de godsdienste
regels of de beleefdheid.
In de meeste definities komen wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken naar voor:
• Het recht is een geheel van bindende regels
• Het recht moet de samenleving ordenen en in stand houden.
• Het recht vereist gezag
A. Het recht is een geheel van bindende regels
Het recht is vooreerst een geheel van regels waaraan iedereen zich dient te houden. Dit geheel van
regels kan worden onderverdeeld in verschillende soorten:
Vooreerst zijn er de gebods-, verbods- en verlofbepalingen, die respectievelijk een bepaald gedrag
opleggen (bv. huwelijksplichten), een bepaald gedrag verbieden (bv. aanzetten tot ontucht) of aan
rechtssubjecten1 toelaten bepaalde handelingen te stellen, zonder dat zij daar evenwel toe verplicht zijn
(bv. schenkingen doen en/of aanvaarden).
• Gebiedende en verbiedende rechtsregels zijn regels die je ALTIJD moet volgen.
Andere soort regels zijn de ‘regels toepasbaar na keuze’ en de ‘wilsaanvullende2 regels’. Met dat soort
regels wordt benadrukt dat het recht geen rigide systeem is dat alleen voorschrijft wat moet of niet mag.
Vaak zijn regels slechts van toepassing nadat een individu tussen verschillende vormen van mogelijk
gedrag een keuze heeft gemaakt voor een welbepaald gedrag (regels toepasbaar na keuze), of hebben zij
slechts uitwerking indien partijen geen eigen regeling hebben voorzien (wilsaanvullende regels).
Voorbeeld ‘regels toepasbaar na keuze’: wettelijke voorschriften m.b.t. de wijze waarop beroepskosten
kunnen worden begroot in de personenbelasting. Deze voorschriften zijn slechts van belang indien de
betrokkene geen gebruik wenst te maken van forfaitair bepaalde kostenpercentages.
Voorbeeld ‘wilsaanvullende regels’: Artikel 1583 BW, dat stelt dat de koop tussen partijen voltrokken is
zodra er overeenkomst is over de zaak en de prijs, ook al is de zaak nog niet geleverd of de prijs nog niet
1 Iemand die rechten en plichten heeft.
2 Wilsaanvullende of suppletieve rechtsregels.
1
,betaald. Die regel is niet van toepassing indien de partijen zijn overeengekomen dat de
eigendomsoverdracht slechts zal plaatshebben na volledige betaling van het gekochte voorwerp.
Voorbeeld ‘wilsaanvullende regels’: Je huurt een kot. Mag je het onderverhuren? In principe wel, tenzij de
verhuurder anders vermeldt in het contract. Het is een wilsaanvullende rechtsregel, er kan vanaf
afgeweken worden.
Ten slotte bevat het recht ook nog een groot aantal technische regels die onder meer betrekking hebben
op termijnen, akten, procedures, vormvoorschriften enz. Vaak zijn het regels, formaliteiten, termijnen die
omwille van de rechtszekerheid3 werden ingevoerd, zodat het niet eerbiedigen ervan meestal
onherstelbare gevolgen heeft.
Voorbeeld: Zo is de belastingaanslag die laattijdig werd gevestigd definitief en onherstelbaar nietig.
Omgekeerd is echter ook de – zelfs overduidelijke onwettige – belasting definitief verschuldigd indien de
belastingaanslag niet tijdig door de belanghebbende werd betwist.
B. Het recht moet de samenleving ordenen en in stand houden
Het recht maakt de samenleving mogelijk. Een samenleving is niet mogelijk zonder regels die de
verhoudingen tussen de leden van een groep onderling en tussen de leden en de groep bepalen.
In een gemeenschap schept het recht orde door bestaande toestanden en handelingen te bekrachtigen
en tot juridische norm te verheffen.
Rechtsregels zorgen ervoor dat bepaalde morele regels worden nageleefd, dat personen en goederen
worden beschermd, dat rechtszekerheid wordt gecreëerd, dat een politiek en economisch systeem wordt
uitgewerkt…
C. Het recht vereist gezag
Het recht wordt door de overheid opgelegd en wordt door haar afgedwongen. De binding tussen recht
en gezag is dubbel en verwijst enerzijds naar het uitvaardigen van het recht en anderzijds naar het doen
naleven van de rechtsregel.
Als het recht niet wordt nageleefd (desnoods met geweld), kunnen er sancties optreden die afwijkend
gedrag bestraffen: boete, verlies van bepaalde rechten, werkstraffen etc. De sanctionering gebeurt door
de rechterlijke macht (uitz: GAS-boete die wordt opgelegd door bestuursoverheden).
D. Besluit
Besluitend kunnen we stellen dat het recht een geheel van regels is die worden uitgevaardigd en
afgedwongen door de daartoe bevoegde organen op gezag van de gemeenschap voor dewelke ze gelden,
en die tot doel hebben de samenleving te ordenen en in stand te houden.
II. Indeling van het recht
3 Zekerheid dat je rechten gerespecteerd worden.
2
, Traditioneel wordt het nationale recht ingedeeld in het publiekrecht en het privaatrecht. Het onderscheid
gaat daarbij hoofdzakelijk uit van de finaliteit van beide grote takken.
Publiekrecht Privaatrecht
• Regelt de verhouding tussen de burgers en de • Regelt de verhouding tussen de burgers
overheid (met inbegrip van de organisatie van onderling
de overheid) • Beoogt bescherming van private belangen
• Beoogt de bescherming van het algemeen • “Horizontaliteit”
belang • Meer suppletieve regels (maar niet exclusief:
• “Verticaliteit” ook regels van dwingend recht en openbare
• Regels doorgaans van openbare orde orde)
• Staatsrecht • Burgerlijk recht (personen- en familierecht,
• Bestuursrecht zakenrecht, verbintenissenrecht)
• Strafrecht en strafprocesrecht • Handelsrecht
• Fiscaal recht • Vennootschapsrecht
• Internationaal publiekrecht (volkenrecht, • Gerechtelijk (privaat) recht
supranationaal recht) • Internationaal privaatrecht
1.1. Publieksrecht
a) staatsrecht = geheel van regels mbt de inrichting, de werking en de onderlinge verhoudingen van
de organen van de staat.
b) Administratief recht = regels nodig voor de werking van organen van het staatsapparaat die noch
tot de wetgevende , noch tot de rechterlijke macht behoren
c) Strafrecht = geheel van regels die de strafbare gedragingen aangeven en sancties bepalen. Deze
regels worden uitgevaardigd tot behoud van een aantal waarden, de openbare orde en de
veiligheid.
d) Strafprocesrecht =
- bepalen op welke wijze en door wie de misdrijven worden vastgesteld en opgespoord
- bepalen door wie en voor welk rechtscollege de beklaagden zullen worden vervolgd
- bepalen hoe de rechtscolleges beslissen en hoe die beslissingen ten uitvoer worden gelegd
b) fiscaal recht:
- rechtsregels waardoor belastingen worden geregeld
- wie: personen die op hun grondgebied wonen of er belangen hebben zodat er openbare
dienstverlening van gefinancierd kan worden.
1.2. Privaatrecht
a) burgerlijk recht:
- familie recht:
regels ivm de naam nationaliteit, bekwaamheid
regels mbt familiale verhoudingen zoals huwelijk, afstamming,…
regels mbt familiaal vermogensrecht
- vermogensrecht: regelt de betrekkingen tss rechtssubjecten en goederen
b) Handelsrecht: regels mbt het statuut van handelaars en typische handelsverrichtingen.
Vennootschapsrecht regelt het geheel van algemene en specifieke regels.
3